Organisatie | Utrechtse Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels bouw gerelateerde objecten gemeente Utrechtse Heuvelrug 2013 |
Citeertitel | Nadere regels bouw gerelateerde objecten gemeente Utrechste heuvelrug 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
APV Utrechtse Heuvelrug
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-02-2013 | 11-03-2016 | nieuwe regeling | 19-02-2013 Gemeentenieuws, 21 februari 2013 | Onbekend |
BOUWCONTAINERS, STEIGERS, OVERIGE BOUWGERELATEERDE OBJECTEN
Nadere regels betreffende artikel 2:10, lid 2 APV.
Onderwerp: Bouwgerelateerde objecten
Het college van burgemeester en wethouders stelt op grond van artikel 2:10, lid 2, Algemene Plaatselijke Verordening Utrechtse Heuvelrug (APV) de volgende nadere regels vast:
De vrije doorgang voor het rijverkeer mag in zijn geheel niet worden belemmerd. Bij afwijking hiervan dient de afdeling Openbare Ruimte hiervan in kennis gesteld te worden. Wanneer toestemming gegeven wordt door de gemeente dient er een minimale vrije doorgangsstrook voor de hulpvoertuigen van 3,5 meter aanwezig te zijn.
Deze regels treden in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug op 19 februari 2013.
De gemeentesecretaris, De burgemeester,
Drs. T.P. van der Steen G.F. Naafs
Wettelijk kader: Geen vergunningsplicht, wel verbodsbepaling met nadere regels ter voorkoming van gevaarlijke en ongewenste situaties.
Voor de inwerkingtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrechtse Heuvelrug (APV) bestond een vergunningsplicht voor het plaatsen van bouwgerelateerde objecten. Per aanvraag werd beoordeeld of de situatie toegestaan kon worden. Hierbij werd gekeken naar aspecten van openbare orde en veiligheid en zo nodig werden vergunningsvoorschriften gegeven waaraan men zich moest houden. Nu is de hoofdregel dat afwijkend gebruik van de weg door het plaatsen van deze objecten verboden is indien dit gevaarlijk is. Deze hoofdregel vindt u in artikel 2:10 APV.
Hiervoor hoeft geen vergunning meer te worden aangevraagd bij de gemeente.
Het college van burgemeester en wethouders mag nadere regels stellen voor objecten op of aan de weg. Om inzicht te geven in de situaties waarin het plaatsen van bouwgerelateerde objecten in het algemeen als niet gevaarlijk wordt aangemerkt zijn deze nadere regels vastgesteld. Voor bouw gerelateerde objecten geldt dat deze voor zover mogelijk is op eigen terrein dienen te worden geplaatst.
Houdt men zich niet aan de nadere regels dan is sprake van een overtreding van het verbod van artikel 2:10 APV. De nadere regels worden aangepast indien blijkt dat aanvullingen of wijzigingen nodig zijn in het belang van de openbare orde en veiligheid.
Handhaving vindt plaats door de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen.
Schade aan gemeentelijke eigendommen die voortvloeit uit het plaatsen van bouw gerelateerde objecten wordt zonder voorafgaande aanzegging voor rekening van de gebruiker hersteld. De gemeente is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van de plaatsing van de objecten.
Voor het gebruik van openbare grond van de gemeente kunnen kosten in rekening worden gebracht door het heffen van precariobelasting. Dit geldt ook voor het plaatsen van bouwgerelateerde objecten op of aan de weg zonder vergunningsplicht. De gemeente heeft hiervoor een precarioverordening vastgesteld. De tarieven staan de op website van de gemeente.