Organisatie | Bodegraven-Reeuwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Register nadere regels, beleid en aanwijzingsbesluiten behorend bij de APV gemeente Bodegraven-Reeuwijk |
Citeertitel | Nadere regels APV gemeente Bodegraven-Reeuwijk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Openbare orde en veiligheid |
Geen
Algemene plaatselijke verordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-09-2023 | Art. 4.8, Bijlagen 13a t/m 13e | 15-08-2023 | |||
01-09-2022 | 07-09-2023 | Art. 5:25, Bijlage LPB.010 Kennedysingel | 25-04-2022 | ||
15-07-2021 | 01-09-2022 | Art. 2:10, art. 2:24, art. 2:57, art. 5:12, art. 5:31C | 03-03-2020 | ||
01-07-2021 | 15-07-2021 | Nieuwe regeling | 21-01-2020 | Z/19/86669 | |
29-06-2021 | 01-07-2021 | Bijlage 10b | 19-11-2019 | ||
16-04-2020 | 29-06-2021 | Art. 2:57 | 05-11-2019 | ||
08-08-2019 | 16-04-2020 | Bijlagen | 19-12-2018 | Z/18/71819 | |
01-11-2018 | 08-08-2019 | Art. 5:12 lid 1, art. 5:12 lid 2 | 31-10-2018 | Z-18-70020 | |
26-04-2018 | 01-11-2018 | Bijlage 4 | 06-03-2018 | Z-17-49864 | |
14-09-2017 | 26-04-2018 | Art. 2:48 lid 1, bijlage 12 | 05-09-2017 Gemeenteblad 2017, 157477 | Z-17-49864 | |
14-09-2017 | 14-09-2017 | Art. 5:6 lid 1 sub a, art. 5:6 lid 1 sub b, art. 5:30 lid 3, art. 5:30 lid 6, art. 5:31B lid 1, art. 5:31B lid 2, art. 5:31C lid 1, bijlage 4, bijlage 11 | 08-08-2017 Gemeenteblad 2017, 157476 | Z-17-47304 | |
23-02-2017 | 09-03-2017 | Art. 2:42 lid 4 | 22-02-2017 Gemeenteblad 2017, 28685 | Z-17-47304 | |
09-02-2017 | 23-02-2017 | Art. 2:67 lid 1 | 08-02-2017 Gemeenteblad 2017, 19727 | Z-16-37677 | |
09-02-2017 | 09-02-2017 | Art. 1:3 lid 2, art. 5:30 lid 3 | 25-01-2017 Gemeenteblad 2017, 19726 | Z-15-34837 | |
15-09-2016 | 09-02-2017 | Art. 2:57 lid 1 sub b, art. 2:57 lid 1 sub c, art. 2:57 lid 2 | 12-07-2016 Gemeenteblad 2016, 125733 | Z-16-37677 | |
07-04-2016 | 15-09-2016 | Art. 2:10 lid 5 [vernummerd], art. 3:3 [vervallen], art. 3:4 lid 2 [vervallen] | 30-03-2016 Gemeenteblad 2016, 41963 | Z-16-37677 | |
04-02-2016 | 07-04-2016 | Art. 2:57 lid 2, Bijlage 3e, art. 2:73 lid 1 en art. 5:31B lid 5 | 12-01-2016 Gemeenteblad 2016, Nr. 12221 (03-02-2016) | Z-16-37677 | |
01-01-2016 | 04-02-2016 | Art. 5:25A lid 3 | 17-11-2015 Gemeenteblad 2015, Nr. 119847 (16-12-2015) | Z-15-36032 | |
09-07-2015 | 01-01-2016 | Art. 2:42 lid 4 | 30-06-2015 Gemeenteblad 2015, Nr. 61435 (08-07-2015) | Z-15-32347 | |
07-05-2015 | 01-01-2015 | 09-07-2015 | Art. 2:10 lid 5 (Beleidsregels voor tijdelijke reclameborden) | 05-01-2015 Gemeenteblad 2015, Nr. 5474 (21-01-2015) | Z-14-26647 |
29-01-2015 | 07-05-2015 | Art. 2:48 lid 2 [vervallen], art. 4:2 lid 2, art. 5:16 lid 2 [vervallen], art. 5:25 [vervallen], art. 5:25 lid 1 [vervallen], art. 5:25 lid 3 [vervallen], bijlage 9 [vervallen] | 14-01-2015 Gemeenteblad 2015, Nr. 7415 (28-01-2015) | Z-14-24335 | |
01-01-2015 | 29-01-2015 | Algemene bepaling, art. 2:57 lid 2, art. 4:19 lid 1, art. 5:15 lid 1 | 18-11-2014 Gemeenteblad 2014, Nr. 83923 (31-12-2014) | Z-14-24335 | |
15-05-2014 | 01-01-2015 | Art. 4:19 lid 1 | 25-03-2014 Gemeenteblad 2014, Nr. 27112 | Z-13-20448 | |
27-02-2014 | 15-05-2014 | Art. 5:31E lid 3 | 17-12-2013 Gemeenteblad 2014, Nr. 10074 | Z-13-23220 | |
21-11-2013 | 27-02-2014 | Art. 2:10 lid 5 | 05-11-2013 Kijk op Bodegraven en Kijk op Reeuwijk 21 november 2013 | Z-13-19170 | |
13-06-2013 | 21-11-2013 | Art. 2:47B, art. 2:60 lid 1, art. 2:65, art. 2:74A lid 1, art. 4:6B lid 1, art. 4:13 lid 1, art. 4:19 lid 1, art. 4:19 lid 2, art. 5:3 lid 1, art. 5:6 lid 1 sub b, art. 5:32 lid 2, art. 5:33 lid 2 | 21-05-2013 Kijk op Bodegraven en Kijk op Reeuwijk 12 juni 2013 | Z-11-09195 | |
07-03-2013 | 13-06-2013 | Art. 5:25 lid 3 | 15-01-2013 Kijk op Bodegraven en Kijk op Reeuwijk 6 maart 2013 | Z-12-17412 | |
01-01-2013 | 07-03-2013 | Nieuwe regeling | 27-11-2012 Kijk op Bodegraven en Kijk op Reeuwijk 5 december 2012 | Z-11-09195 |
De bevoegde bestuursorganen handelen overeenkomstig deze nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de regels en besluiten te dienen doelen.
Gekozen is voor een algemene omschrijving waar het verboden is om als straatartiest e.a. op te treden. Reden hiervoor is dat de openbare plaatsen waar zij mogen optreden, wisselend kunnen zijn. Hiermee worden ook wijzigingen in bestemming van openbare plaatsen ondervangen. Op basis van artikel 2:9, tweede lid, moet een straatartiest e.a. zich melden. De burgemeester kan met gebruikmaking van het derde lid hieraan beperkingen verbinden.
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
NADERE REGELS VOOR UITSTALLINGEN EN TERRASSEN
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
uitstalling: in de openbare ruimte bij een inrichting of horeca-inrichting geplaatste goederen die horen bij het gangbare assortiment van de inrichting of horeca-inrichting met het oog op het verkopen van die goederen, losse reclame- of aanbiedingsborden om het assortiment aan te prijzen, alsmede decoratieve objecten zoals bloembakken, mechanische speeltoestellen en dergelijke;
Artikel 2. Locatie uitstalling
Artikel 3. Maximale grootte van een uitstalling
Artikel 4. Tijdstip plaatsen uitstalling
Artikel 5. Locatie (eiland)terras
Artikel 6. Afmetingen (eiland)terras
Artikel 7. Tijdstip plaatsen (eiland)terras
Artikel 8. Vergunningplicht (eiland)terras
Artikel 9. Overige bepalingen (eiland)terras
Het openbaar terrein waarop een (eiland)terras is gevestigd moet kosteloos, leeg en schoon ter beschikking worden gesteld als de gemeente dit verzoekt.
Artikel 10. Aansprakelijkheid ondernemer
De ondernemer is zelf verantwoordelijk voor een geplaatste uitstalling en/of (eiland)terras. Eventuele schade en aansprakelijkheid zijn voor rekening van de ondernemer.
Als de huidige situatie in strijd is met de nadere regels geldt een overgangstermijn tot 1 maart 2014.
Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als ‘Nadere regels voor uitstallingen en terrassen’.
Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking.
BELEIDSREGELS VOOR TIJDELIJKE RECLAMEBORDEN
Het is niet toegestaan om reclame aan te brengen anders dan op de, in opdracht van de gemeente, geplaatste reclamedisplays.
Artikel 2. Algemene voorschriften reclameborden
Artikel 3. Veiligheidsvoorschriften reclameborden
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels voor tijdelijke reclameborden.
Er zijn vijf locaties aangewezen waar een spandoek kan worden opgehangen:
- Tussen Wilhelminastraat 1 (Karssen Boeken & Kantoor) en Van Tolstraat 2 (Café Vrienden de Hoeck)
- Brugstraat tussen nummer 8 (Drukkerij Domburg) en nummer 9 (Cartouche)
- Aan weerzijden van de brug op de kruising Cortenhoeve – Goudseweg
- Aan weerzijden van de brug over de Breevaart t.h.v. de brandweerkazerne
- Aan weerzijden van de brug over de Breevaart t.h.v. de kruising Raadhuisweg / Zoutmansweg
De melding voor het ophangen van spandoeken kan niet eerder dan 12 weken voor de datum waarop de spandoeken worden opgehangen, worden gedaan. Indien een melding eerder dan 12 weken van te voren wordt gedaan, is het niet mogelijk deze in behandeling te nemen. Dit in verband met een goede verdeling van de campagnes per kwartaal.
Plaatselijke niet-commerciële reclamedoeleinden hebben voorrang boven andere niet-commerciële reclamedoeleinden. Reclame voor commerciële doeleinden is slechts toegestaan indien deze betrekking heeft op een maatschappelijk, educatief, cultureel doel of evenement binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
De gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft verschillende winkelgebieden. Deze gebieden willen wij veilig en aantrekkelijk houden voor onze bezoekers. Mooie en veilige winkelgebieden dragen bij aan de kwaliteit ervan. Uitstallingen en terrassen spelen hierin een grote rol. In sommige situaties leidt een terras of uitstalling tot een rommelig beeld of een onveilige situatie. Wij hebben daarom regels opgesteld voor het plaatsen van uitstallingen en terrassen.
Voor een kwalitatief goede openbare ruimte voor de gebruiker waarbij inrichting, gebruik en beheer zorgvuldig en integraal op elkaar zijn afgestemd, wordt het plaatsen van reclame-uitingen in de openbare ruimte integraal aangepakt. Om deze reden is de exploitatie van reclameborden opgedragen aan een commerciële partij. In de met die partij gesloten overeenkomst is vastgelegd op welke locaties in de gemeente reclameborden mogen worden geplaatst. Voor die locaties is een uitsluitend recht verleend aan de exploitant. Op andere locaties mogen geen reclameborden worden geplaatst. Dit betekent dat aan andere partijen dan de exploitant geen toestemming voor het plaatsen van reclameborden wordt verleend. Meldingen voor het plaatsen van reclameborden worden niet geaccepteerd. Zij die reclame-uitingen in de gemeente willen aanbrengen kunnen zich wenden tot de exploitant van de reclameborden. Informatie hierover staat op de website van de gemeente.
De aangewezen periode valt binnen de periode die door de VNG aangeraden wordt. We achten het minder relevant om voor de maanden maart en oktober deze beperking op te nemen gelet op de normale weersomstandigheden in deze maanden. Door het invullen van deze (verbods)periode is het mogelijk om bebording aan te brengen.
Onder evenement wordt mede verstaan een door de burgemeester aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of -gala’s.
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
Als evenement worden aangewezen de zogenaamde full-contact vechtsportwedstrijden: kickboksen, muay thai (Thaiboksen) en Mixed Martial Arts (gemengde vechtkunst), waaronder in ieder geval worden begrepen free fight (het vrije gevecht), vale tudo (Braziliaans MMA) en cage fight (kooigevecht)
In het kader van deregulering wordt voorgesteld bovengenoemde categorieën bedrijven vrij te stellen van vergunningplicht (voor zover wordt voldaan aan artikel 2:28A, tweede en derde lid). Doorgaans vormt de exploitatie van deze soorten horeca een nihil effect op het lokale woon- en leefklimaat en leveren geen gevaar voor verstoring van de openbare orde of veiligheid. Overigens kan de burgemeester dit besluit wijzigen indien hier aanleiding toe bestaat. Mocht een bedrijf in strijd handelen met het gestelde in het derde of vierde lid dan kan er alsnog een vergunning worden geëist.
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
In de gemeente Bodegraven-Reeuwijk zijn twee aanplakzuilen waarop door een ieder meningsuitingen en bekendmakingen kunnen worden aangebracht. De zuilen staan op de volgende locaties:
De aanplakzuilen mogen niet worden gebruikt voor het aanbrengen van handelsreclame (artikel 2:42, vijfde lid, Algemene plaatselijke verordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk).
AANPLAKBORDEN IN VERBAND MET VERKIEZINGEN
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
Het beleid met betrekking tot naaktrecreatie is als volgt:
Bij de ingang tot het terrein Twaalfmorgen wordt een bordje geplaatst in overleg met Groen Service Zuid-Holland (hierna: GZH) zodat nietsvermoedende recreanten niet ongewenst geconfronteerd worden met naaktrecreanten. De periode en tijd worden hierop duidelijk aangegeven. Klachten en meldingen over dit recreatieterrein kunnen worden gemeld bij de gemeente (0172-522 522 / info@bodegraven-reeuwijk.nl) en/of de Politie (0900-8844).
Met betrekking tot naaktrecreatie is aan de Naturisten Federatie Nederland advies gevraagd. Op 14 oktober 2010 (in 10/3838) is dit advies uitgebracht. In de Apv is op basis van dit advies ook gekozen voor de locatie aan de Twaalfmorgen, aangegeven op een kaart. Daarbij is een beperking opgenomen in periode en tijd. De NFN heeft nog meer adviezen gegeven. Deze zijn waar zinvol geacht, overgenomen in het beleid.
Wettelijke basis is artikel 430a Wetboek voor Strafrecht.
Met GZH heeft over dit artikel alsmede het beleid afstemming plaatsgevonden.
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
Als gebied waar het verboden is alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben wordt aangewezen het gebied bij de jongerenontmoetingsplaats (JOP) aan de Buitenomweg in Reeuwijk-Brug, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 12.
Sinds de opening van de JOP zijn verschillende klachten van omwonenden en bedrijven ontvangen over de overlast die de gebruikers veroorzaken. Het gaat dan om geluidsoverlast, het stoken van een kampvuur, het nuttigen van alcohol, het aantreffen van afval in en in de directe omgeving van de JOP en een brand ontstaan door het in de brand raken van plastic dat aan de container was aangebracht. De politie heeft in verband hiermee gevraagd om een alcoholverbod in te voeren. Redenen hiervoor zijn enerzijds de preventieve werking die van het instellen van dit verbod uitgaat en anderzijds de mogelijkheid om te kunnen optreden tegen jeugd van 18 jaar en ouder.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek als dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van het gebouw of het portiek of als daardoor die ingang versperd wordt.
Buiten de bebouwde kom mogen honden overal los lopen, behalve op de aangewezen plaatsen. Voor de aangewezen plaatsen geldt dan een aanlijngebod.
In de Reeuwijkse Hout geldt een aanlijngebod. Dit betekent dat bij betreding van dit recreatiegebied het hele jaar door de hond aangelijnd moet zijn en moet worden gehouden. Binnen de Reeuwijkse Hout is, door middel van bebording, een gebied aangeduid als losloopgebied. Op dit terrein, waar tevens een vijver met een strandje is gecreëerd, mogen honden het gehele jaar door los lopen en zwemmen. Een en ander is aangegeven op de kaart in bijlage 3.0.
Voor het gebied rond het gebouw van de Wind Surf Club Reeuwijk in de Reeuwijkse Hout geldt gedurende het hele jaar een aanlijngebod.
Artikel 2, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, bepaalt dat een handelaar voldoet aan de verplichting tot het aantekening houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verworven of voorhanden heeft, indien hij een doorlopend en door of namens de burgemeester gewaarmerkt register houdt (inkoopregister). In dit artikel van de Apv is een soortgelijke bepaling opgenomen over een verkoopregister.
Omwille van een zo efficiënt en effectief mogelijk gebruik van het in- en verkoopregister is een digitale versie van deze registers ontworpen, zijnde het Digitale Opkopers Register (DOR). Het DOR kan worden gekoppeld aan een landelijk systeem waarin gestolen goederen worden geregistreerd, zodat bij registratie van een gestolen goed door een handelaar het systeem hiervan een melding maakt, waardoor gestolen goederen snel kunnen worden getraceerd en heling op een effectieve wijze kan worden tegengegaan.
Het is daarom wenselijk het DOR aan te wijzen als verkoopregister zoals bedoeld in dit artikel van de Apv. Het DOR kan dan tevens worden gebruikt als inkoopregister als bedoeld in het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, zodat handelaren daarin aantekening moeten houden van gebruikte en ongeregelde goederen.
Op 31 december mag vuurwerk afgestoken worden van 18.00 uur ’s avonds tot 1 januari 02.00 uur ’s nachts. Dat is landelijk zo bepaald. Buiten dit tijdstip is het verboden consumentenvuurwerk tot ontbranding te brengen. De politie zal hier ook tegen optreden. Om te voorkomen dat er gevaarlijke situaties, schade en/of overlast ontstaan is het op bepaalde locaties verboden om vuurwerk af te steken.
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of beëindiging van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de open lucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
Als locaties waar het verbod om ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan, de beheersverordening, het exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit is bestemd of mede bestemd niet van toepassing is, worden aangewezen:
Doel is tegengaan dat recreatief kamperen buiten daarvoor bestemde kampeerterreinen plaatsvindt. In de Apv is een uitzondering opgenomen voor maximaal twee kampeermiddelen op eigen terrein, binnen een bepaalde periode met een maximum duur.
Met enige regelmaat worden verzoeken ontvangen om tijdens een toernooi of voor het houden van een (jeugd)kamp, tenten te mogen plaatsen op het terrein van de vereniging of in een recreatiegebied. Voor deze situatie wordt thans een uitzondering gemaakt. Vanzelfsprekend dient tevens te worden voldaan aan eisen die op grond van andere wetgeving worden gesteld.
Ook deze bepaling heeft betrekking op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens en op aanhangwagens, autoambulances, boedelbakken e.d. Met de aanwijzing willen we voorkomen dat deze categorieën voertuigen in woonwijken worden geparkeerd om het uiterlijk aanzien van de gemeente beschermen.
De bebouwde komen zijn de bebouwde kommen als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994.
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
De woongebieden binnen de bebouwde kommen van de kernen worden, zoals aangegeven op tekening, bijlage 5, aangewezen als plaatsen waar het parkeren van voertuigen, die met inbegrip van de lading, een lengte hebben van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter verboden is.
Hierbij gaat het om te voorkomen dat lange en/of hoge voertuigen (grote bedrijfsbussen e.d.) in woonwijken worden geparkeerd. Doel hiervan is om het uiterlijk aanzien van de gemeente te waarborgen. Voor zover bekend zijn hiervoor in de voormalige gemeenten in het verleden geen aanwijzingsbesluiten genomen. Dit was ook niet nodig omdat het parkeren van dergelijke voertuigen verboden was. Met de nieuwe Apv tekst dient er wel een aanwijzingsbesluit te worden genomen. De aan te wijzen plaatsen zijn de bebouwde kommen van de kernen van de gemeente. De kernen komen overeen met de woongebieden uit het Integraal beleids- en beheerplan Openbare Ruimte. Parkeren van dergelijke voertuigen op bedrijfsterreinen kan worden toegestaan al zijn de mogelijkheden hiervoor beperkt.
Met dit aanwijzingsbesluit wordt het huidige beleid met betrekking tot het parkeren van lange of hoge voertuigen grotendeels bestendigd.
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte. Voorts is het verboden een voertuig als bedoeld in dit lid langer dan gedurende drie achtereenvolgende dagen te parkeren op niet aangewezen wegen.
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
Alle openbare wegen binnen de gemeente zijn aangewezen als plaatsen waar het parkeren van voertuigen, die met inbegrip van de lading, een lengte hebben van meer dan 6 meter verboden is; met uitzondering van de parkeerplaatsen op de vrachtautoparkeerterreinen aan de Europaweg, de Kleienhof te Bodegraven, de Esdoornlaan te Driebruggen, de Van Leeuwenhoekstraat te Reeuwijk-Dorp, de Molendijk te Waarder en de vrachtautoparkeerplaatsen langs de Denemarkenweg, Griekenlandweg, Portugalweg en Terrasonsingel op het bedrijventerreinen Groote Wetering te Bodegraven en de vrachtautoparkeerplaatsen langs de Klipperaak op het bedrijventerrein Rijnhoek te Bodegraven zoals aangegeven op tekening, bijlage 6.
Hierbij gaat het om te voorkomen dat lange voertuigen (voornamelijk vrachtauto’s) parkeerplaatsen voor personenauto’s in beslag nemen en hiermee de parkeerdruk onevenredig toeneemt. De aangewezen wegen zijn alle wegen binnen de gemeente met uitzondering van de vrachtautoparkeerterreinen en de vrachtautoparkeerplaatsen voor vrachtauto’s op de klinkerstroken van de bedrijventerreinen Groote Wetering en Rijnhoek te Bodegraven.
De in het aanwijzingsbesluit uitgezonderde parkeerplaatsen zijn geschikt voor het parkeren van dergelijke voertuigen. Inventarisaties en het huidige gebruik hebben uitgewezen dat de uitgezonderde parkeerplaatsen voldoende voorzien in de parkeerbehoefte van dergelijke voertuigen.
Met dit aanwijzingsbesluit wordt het huidige beleid met betrekking tot het parkeren van lange voertuigen bestendigd.
De problematiek van weesfietsen is niet beperkt tot enkele specifieke gebieden maar komt in de gehele gemeente voor. Praktijk is dat de inwoners ons vragen in de gehele gemeente weesfietsen te verwijderen. Een aanwijzing die bijvoorbeeld beperkt is tot winkelgebieden doet geen recht aan deze meldingen.
Wat betreft de tijdsperiode betekent dit in de praktijk dat de fiets of bromfiets dan 3 weken onbeheerd kan staan, omdat de BOA eerst een waarschuwingssticker geeft, met het verzoek de fiets of bromfiets binnen 1 week te verwijderen
Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
Beleid met betrekking tot instellingen die niet zijn ingedeeld in het collecte- en wervingsrooster:
Een uitzondering kan gelden voor collecten gehouden in gebouwen of een straatcollecte op een vaste locatie (bijvoorbeeld autowasactie). Dit soort collectes kunnen tegelijkertijd plaatsvinden met een huis-aan-huis collecte gehouden door een instelling op het CBF collecterooster. Echter dient laatstgenoemde instelling dan wel aan te geven geen bezwaar te hebben.
Het houden van een wervingsactie waarbij mensen worden aangesproken en gevraagd worden om donateur of lid te worden van een instelling voor een goed doel, valt ook onder collecteren. De goede-doelen-instelling kan zelf een wervingsactie houden, maar kan ook een andere organisatie daartoe opdracht geven. Dit wordt direct dialogue genoemd. Indien een collectevergunning wordt aangevraagd door een organisatie vanuit direct dialogue, dient deze organisatie te beschikken over een samenwerkingsverklaring met de goede-doelen-instelling waarvoor zij de wervingsactie houdt.
a. De instelling moet als bonafide zijn aan te merken. Dit betekent dat de collectevergunning alleen wordt verleend aan goede doelen die aan de criteria van het CBF voldoen en in bezit zijn van een stempel van goedkeuring: het CBF-Keur voor grote goede doelen of het CBF-Certificaat voor kleine goede doelen.
Aan een collectevergunning worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:
a. De vergunning geldt uitsluitend voor de periode waarop de vergunning betrekking heeft.
b. De collectanten zijn minstens 16 jaar (indien jonger, onder begeleiding van een volwassene) en dienen zich op verzoek te kunnen legitimeren.
c. Het is verboden te collecteren op zondagen, feestdagen alsmede op maandagen t/m zaterdagen tussen 21.00 uur en 09.30 uur.
d. Alle aanwijzingen van politie, brandweer en medewerkers van de gemeente worden direct en stipt opgevolgd.
e. Binnen 1 maand na afloop van de collecte dient een collectestaat ingevuld en ondertekend te worden ingeleverd bij de gemeente. Dit betekent dat u aangeeft wat de opbrengst van de collecte is en dat u aantoont dat de opbrengst is afgedragen aan het in de vergunning genoemde doel. U kunt hiervoor het ‘collectestaat’ formulier gebruiken dat bij de vergunning zit.
Bijlage 10a. Ligplaatsen Douwes Dekkerstraat, Van Beresteijnstraat, Vondelpad
Bijlage 10b. Ligplaatsen Raadhuisweg (noord), Jan van Hoofstraat, John Raedeckersingel
Bijlage 10c. Ligplaatsen Raadhuisweg (zuid), Jan van Hoofstraat, John Raedeckersingel
Bijlage 10d. Ligplaatsen Zoutmansweg (noord)
Bijlage 10e. Ligplaatsen Zoutmansweg (midden)
Bijlage 10f. Ligplaatsen Zoutmansweg (zuid)
Bijlage 10g. Ligplaatsen haven Kamille-Melkdistel en haven Treebord
Bijlage 10h. Ligplaatsen Centrum De Brug en Roland Holstlaan
Bijlage 10i. Ligplaatsen haven Wikke en Orchislaan
Bijlage 10j. Ligplaatsen Kennedysingel
Bijlage 10k. Ligplaatsen Einsteinstraat
Wat het voor het beoefenen van de duiksport aangewezen gebied betreft is aangesloten bij hetgeen in de Apv van de voormalige gemeente Reeuwijk stond. Voor het duiken gelden de volgende bepalingen.
In de zuidwesthoek van de plas Broekvelden / Vettenbroek is een deel van de plas met boeien en een ballenlijn gemarkeerd als duikwater. Surfen is hier niet toegestaan.
Tussen het gemarkeerde duikwater en het oostelijk deel van de plas is een corridor aangewezen waarin duikers zich naar het oostelijk deel van de plas kunnen begeven. De corridor is ook surfgebied, dus duikers moeten in de corridor aan de oppervlakte blijven om zichtbaar te zijn.
In het als zodanig op de kaart aangegeven oostelijk deel van de plas is zowel duiken als surfen toegestaan. Hier moeten duikers zorgen voor hun zichtbaarheid boven water door middel van de gebruikelijke signaleringen en moeten surfers en vaartuigen weg blijven bij duikers zoals geregeld in het Binnenvaartpolitiereglement.
Het meest oostelijk deel van de plas Broekvelden / Vettenbroek, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 11, is verboden gebied van 1 oktober tot 1 april, omdat dit Natura 2000-gebied is.
In het westelijk deel van de plas is nachtduiken toegestaan tussen een half uur na zonsondergang en 10:00 uur.
In de plas Broekvelden / Vettenbroek wordt gezwommen, gesurft en gedoken. Vanwege de veiligheid is het van belang dat zwemmers, surfers en duikers elkaar niet hinderen. Daarom is in artikel 5:30, vierde lid, opgenomen dat de eigenaar of schipper van een vaartuig of een gebruiker van een zeilplank zich niet mag bevinden in een gedeelte van het openbaar water dat is afgezet voor zwemmers en duikers.
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
Het meest oostelijk deel van de plas Broekvelden / Vettenbroek, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 11, is verboden gebied van 1 oktober tot 1 april.
Als gebied waar het verboden is te surfen is tevens aangewezen het op grond van artikel 5:30, derde lid, voor het beoefenen van de duiksport aangewezen gebied, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 11.
Het meest oostelijk deel van de plas Broekvelden / Vettenbroek is verboden gebied van 1 oktober tot 1 april, omdat dit Natura 2000-gebied is.
In de zuidwesthoek van de plas Broekvelden / Vettenbroek is een deel van de plas met boeien en een ballenlijn gemarkeerd als duikwater. Surfen is hier niet toegestaan.
Op de kaart staat aangegeven waar met ontheffing met een al dan niet gemotoriseerd vaartuig gevaren mag worden en waar een gemotoriseerd vaartuig niet is toegestaan. Daar waar dit gemotoriseerd vaarverbod geldt, zijn uitzonderingen van toepassing ingevolge artikel 5:31B, achtste lid, voor degene die al dan niet permanent woont aan deze aangewezen gebieden, voor degene die aantoonbaar vis- of jachtrecht heeft en bedrijven die civiele werkzaamheden verrichten. Ingevolge het negende lid kan het college nadere regels stellen betreffende de bewijsstukken die moeten worden overgelegd om aan te tonen dat aan de voorwaarden van het achtste lid wordt voldaan.
Het meest oostelijk deel van de plas Broekvelden / Vettenbroek is verboden gebied van 1 oktober tot 1 april, omdat dit Natura 2000-gebied is.
In de vaarontheffingen wordt het voorschrift opgenomen dat alleen gevaren mag worden tussen 1 uur voor zonsopkomst en 1 uur na zonsondergang en als het zicht meer dan 50 meter is.
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
Het is verboden in het plassengebied te varen met een vaartuig met een in werking zijnde motor binnen een afstand van 50 meter van een oever, berm, aanleggelegenheid of steiger behoudens bij het afvaren, het aanleggen en het gebruik maken van de doorvaarten naar de diverse plassen.
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
Als bewijsstuk(ken) voor de personen als bedoeld in het achtste lid, sub a, wordt(en) aangemerkt:
Als bewijsstuk(ken) voor de personen of de leden van een wildbeheereenheid als bedoeld in het achtste lid, sub b, wordt(en) aangemerkt:
Als bewijsstuk(ken) voor de personen of medewerkers als bedoeld in het achtste lid, sub c, wordt(en) aangemerkt:
In gevallen waarin niet onomstotelijk vaststaat dat wordt voldaan aan de regels genoemd in dit lid, beslissen de toezichthouders zoals genoemd in artikel 6:2 van de Apv.
Het college kan nadere regels stellen betreffende de bewijsstukken die de jachthouder moet overleggen om aan te tonen dat de drijvende schiethut is gelegen in het jachtveld als bedoeld in het tweede lid, onder b, alsmede over de voorwaarden voor het hebben en gebruiken van een drijvende schiethut op het water.
nadere regel(s), beleid, aanwijzingsbesluit(en)
Als bewijsstukken voor het aantonen van het jachtveld waarop de jachthouder gerechtigd is tot het gehele of gedeeltelijke genot van de jacht worden aangemerkt:
Voorwaarden voor het hebben en gebruiken van een drijvende schiethut op het water:
Voor het hebben van een drijvende schiethut moet de jachthouder tevens schriftelijke toestemming hebben van de aangrenzende eigenaar (van het land, water of eiland). Indien deze bezwaar heeft tegen het hebben van de drijvende schiethut nabij zijn eigendom, dan mag de schiethut niet binnen 50 meter vanaf de grens van de aangrenzende eigenaar worden neergelegd.
De tekst in de Apv en de nadere regels is opgesteld in goed overleg met de WBE. De jagers geven aan dat zij zich de laatste jaren vooral richten op overlast- en schadebestrijding in plaats van op de eendenjacht. Het gebruik van een drijvende schiethut is daarbij effectiever.
Er bestaan 2 “seizoenen”, namelijk:
De nadere regels hebben betrekking op de documenten die moeten worden overgelegd. Daarnaast wordt een afstand tot de grens van de aangrenzende eigenaar opgenomen in het geval deze bezwaar heeft tegen de aanwezigheid van de drijvende schiethut.
De gemeente heeft geen terreinen die als crossterrein kunnen worden aangewezen. In het belang van het voorkomen of beperken van overlast is het evenmin gewenst om terreinen in de nabijheid van de woongebieden hiervoor aan te wijzen. Locaties die hiervoor in aanmerking kunnen komen liggen met name in dunbevolkte gebieden van Nederland.