Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Samenwerking Kempengemeenten

Aanvullende regeling verlof en werktijd Kempengemeenten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieSamenwerking Kempengemeenten
Officiële naam regelingAanvullende regeling verlof en werktijd Kempengemeenten
CiteertitelAanvullende regeling verlof en werktijd Kempengemeenten
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Naamswijziging organisatie

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

CAR/UWO

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201030-05-2016art.

19-01-2010

Onbekend

.

Tekst van de regeling

Verlof

Regeling Verlof en Werktijd
  • Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • Artikel 2 Aanvullend verlof

  • Artikel 3 Collectief verlof

  • Artikel 4 Saldi-opbouw verlof en werktijd

  • Artikel 5 Overgangs- en slotbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1

    Medewerker: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR;

  • 2

    Werkgever: de respectievelijke colleges van burgemeester en wethouders van Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden en de directie van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking Kempengemeenten;

  • 3

    Gemeentesecretaris/directie: de respectievelijke gemeentesecretarissen van Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden en de directie van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking Kempengemeenten;

  • 4

    Direct leidinggevende: de leidinggevende aan wie de betrokken medewerker hiërarchisch ondergeschikt is;

  • 5

    Afdelingshoofd Personeel en Organisatie: de leidinggevende van de ten dienste van werkgever staande afdeling Personeel en Organisatie;

  • 6

    CAR: de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling sector gemeenten;

  • 7

    UWO: de Uitwerkingsovereenkomst sector gemeenten;

  • 8

    Tijdregistratie: het systeem waarin de gewerkte tijd wordt geregistreerd.

Het basisverlof zoals genoemd in artikel 6:1 lid 1 van de CAR wordt voor elk kalenderjaar vermeerderd met 46 uur voor de medewerker met een volledig dienstverband.

De duur van het verlof als bedoeld in het vorige lid voor een medewerker die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uren per week, wordt naar evenredigheid verminderd.

De bepalingen in de CAR/UWO die betrekking hebben op het basisverlof zoals genoemd in lid 1 zijn ook van toepassing op de vermeerdering van het verlof zoals genoemd in dit artikel.

In overleg met de Ondernemingsraad kan de gemeentesecretaris/directie maximaal 3 dagen per jaar als collectief verlof aanwijzen.

Het collectief verlof als bedoeld in lid 1 komt ten laste van het eigen verlof van de medewerker.

Gedurende het kalenderjaar wordt geen algemeen geldend maximum gesteld aan de saldo-opbouw van de tijdregistratie.

De direct leidinggevende kan om redenen van bedrijfsvoering aanwijzingen geven omtrent de saldo-opbouw.

Jaarlijks kan door de medewerker met een volledig dienstverband maximaal 72 uur van het totale saldo van resterend verlof en tijdregistratie overgeschreven worden naar het volgende jaar.

Het saldo als bedoeld in het vorige lid voor een medewerker die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uren per week, wordt naar evenredigheid verminderd.

In afwijking van het gestelde in de leden 3 en 4 kan de direct leidinggevende in bijzondere situaties ontheffing verlenen van het maximaal over te schrijven saldo.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2010. De regeling is aan te merken als een aanvulling op bestaande regelingen met betrekking tot verlof en werktijd.

Tegelijk met de inwerkingtreding van deze regeling worden alle regelingen of onderdelen daarvan welke betrekking hebben op onderwerpen die in deze regeling zijn opgenomen, geacht te zijn ingetrokken. Het betreft hier bepalingen omtrent: leeftijdsverlof, diensttijdverlof, bezoldigingsverlof, compensatieverlof, overschrijven verlof- en tijdregistratiesaldi, brugdagen, bijzonder verlof bij kermis, carnaval en Goede Vrijdag. Hieronder worden niet begrepen de dag van de viering van de bevrijding (5 mei) alsmede de uren ten behoeve van deelname aan activiteiten van de personeelsvereniging of ten behoeve van teambuilding.Voor de gemeente Bladel betreft het de genummerde kaders 3, 4, 5, 6, 8 1e bullit (maandagmiddag carnaval) en 9 van de “Verlofregeling” zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders bij besluit van 18 juli 2006; in genummerd kader 3 de zinsnede “er is dus geen maximum aan het overschrijven van verlof naar een volgend kalenderjaar” zoals vastgesteld door de gemeentesecretaris bij besluit van 18 juli 2006; de in het tweede geformuleerde kader de zinsnede “binnen de kaders van de CAR/UWO worden geen maxima gesteld aan de opbouw van saldo-uren” van de “Uitvoeringsregeling werktijden” zoals vastgesteld door de gemeentesecretaris bij besluit van 18 juli 2006.Voor de gemeente Eersel betreft het de aanwijzing van de “Goede Vrijdag” als dag waarop de openbare dienst van de gemeente Eersel is gesloten en de ambtenaren verlof met behoud van bezoldiging genieten, zoals vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van 4 november 1997; het besluit tot toekenning van gewoontedagen-verlof, zoals vastgesteld bij besluit van 4 november 1997; artikel 6 lid 1 van de “Regeling dienst- en werktijden medewerkers gemeente Eersel 2009” zoals vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van 24 maart 2009; de artikel 2, 3, 4 en 7 van de “Vakantieverlofregeling gemeente Eersel” zoals vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 4 november 1997.Voor de gemeente Oirschot betreft het de artikelen 1b, 2, 5 en 6 van de “Verlofregeling 1997” zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders bij besluit van 10 november 1998; de artikelen 10 en 11 van de “Regeling flexibele werktijden 1997” zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders bij besluit van 10 november 1998; de bepaling dat maximaal 108 uur totaal verlof mag worden meegenomen naar het volgende kalenderjaar, zoals opgenomen in de notitie “Uitgangspunten nieuwe werktijden” vastgesteld bij MT-besluit van 21 december 2006. Voor de gemeente Reusel-De Mierden betreft het de “Regeling extra verlof” zoals vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 25 maart 1997, het besluit “Overschrijven verlofdagen” zoals vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 25 maart 1997 en de “Regeling brugdagen” zoals vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 22 december 1998. Regelingen of besluiten die hier niet zijn genoemd maar waarvan duidelijk is dat deze betrekking hebben op onderwerpen in deze regeling, worden geacht te zijn ingetrokken met ingang van de datum genoemd in het vorige lid.

Onverminderd het bepaalde in lid 2 wordt de medewerker die in dienst was op 31 december 2009 en die als gevolg van deze regeling minder verlof toegekend krijgt dan hij zou hebben gehad op basis van de voorgaande regelingen, voor die achteruitgang gecompenseerd.

De compensatie als bedoeld in het vorige lid bestaat erin dat de achteruitgang in uren wordt omgerekend naar een geldbedrag dat overeenkomt met het salaris per uur dat de medewerker heeft op 1 januari van het kalenderjaar waarop het verlof van toepassing is. Op de compensatie als bedoeld in de vorige volzin wordt het bedrag van het persoonsgebonden budget als bedoeld in de Regeling Uitwisseling Arbeidsvoorwaarden Kempengemeenten geacht in mindering te worden gebracht. Bestaat ook dan nog een tekort, dan ontvangt de medewerker een vergoeding overeenkomend met het uurbedrag zoals hiervoor aangegeven, vermenigvuldigd met het urentekort.

In afwijking van het gestelde in lid 4 wordt het bedrag van het persoonsgebonden budget waarop vóór het jaar 2010 al recht bestond, buiten beschouwing gelaten.

Bij uitdiensttreding of vermindering van de formele arbeidsduur wordt de compensatie als bedoeld in lid 4 opnieuw berekend met dien verstande dat de basis voor de compensatie wordt herrekend naar het aantal maanden dat de medewerker in dienst was respectievelijk het aantal uren van de gewijzigde formele arbeidsduur.

Het Afdelingshoofd Personeel en Organisatie is belast met het bepalen van uitvoeringsregels.

Vastgesteld januari 2010

Algemene en artikelsgewijze toelichting

Deze regeling is onderdeel van de in het kader van de samenwerking tussen Kempengemeenten geharmoniseerde arbeidsvoorwaardenregelingen. De regeling is een aanvulling op en gedeeltelijk ter vervanging van de bestaande regelingen voor verlof en werktijden. Deze zijn namelijk nog niet geharmoniseerd. Op het moment dat dit wel het geval is, zal deze aanvullende regeling daarin geïntegreerd worden.

Uitgangspunt is dat van het totale saldo aan verlofuren en uren van de tijdregistratie maximaal 72 uur (naar rato van omvang dienstverband) mogen worden overgeschreven naar het volgende jaar. Dit maximum is gesteld om verlofstuwmeren te voorkomen. In sommige gemeenten golden ook maxima per maand of per kwartaal. Deze maxima komen te vervallen. Om redenen van bedrijfsvoering kan de leidinggevende wel besluiten om het aantal te beperken, bijvoorbeeld om te voorkomen dat veel verlof tegelijk wordt opgenomen tijdens de gebruikelijke vakantieperiodes.Ten behoeve van de medewerker kan de leidinggevende afwijken van het gestelde maximum, bijvoorbeeld als de medewerker volgende jaar een lange vakantie naar een ver land wil maken of als een medewerker langduriger verlof wil bij bijvoorbeeld een bevalling.

Zoals al aangegeven vervallen alle voorgaande regelingen en besluiten (of onderdelen daarvan). Zo verdwijnen: leeftijdsverlof, diensttijdverlof, bezoldigingsverlof, compensatieverlof (in een aantal gemeenten afgesproken ter compensatie van verlof bij kermis, carnaval, goede vrijdag, enz.). Ook de bepalingen met betrekking tot brugdagen en overschrijven verlofsaldi komen te vervallen. Afspraken die gemaakt zijn met betrekking tot deelname aan activiteiten van de personeelsvereniging of teambuilding, blijven bestaan.In een aantal gevallen gaan er medewerkers, ondanks het verlof van 46 uur, ten opzichte van de situatie tot 1-1-2010 toch op achteruit. Die medewerkers worden gecompenseerd. De compensatie kent twee onderdelen:

  • 1

    eerst wordt het persoonsgebonden budget uit de “cafetariaregeling” ingezet.

  • 2

    als dat niet voldoende is, krijgt de medewerkers het restant in geld uitbetaald.

Voorbeeld 1 Jan krijgt 46 uur verlof op basis van deze regeling maar had in 2009 55 uur verlof. Hij gaat er dus 9 uur op achteruit. Zijn bruto-salaris op 1-1-2010 bedraagt € 20,00. Omgerekend gaat Jan er 9 x € 20,00 = € 180,00 op achteruit. Hij heeft recht op het persoonsgebonden budget van € 450,00. Van dit bedrag gebruikt hij € 180,00 om de achteruitgang in verlof te compenseren. Hij kan nog € 270,00 gebruiken voor uitwisseling van arbeidsvoorwaarden.

Voorbeeld 2 Ria krijgt 46 uur verlof op basis van deze regeling maar had in 2009 76 uur verlof. Zij gaat er dus 30 uur op achteruit. Haar bruto-salaris op 1-1-2010 bedraagt € 20,00. Omgerekend gaat Ria er 30 x € 20,00 = € 600,00 op achteruit. Zij heeft recht op het persoonsgebonden budget van € 450,00. Dit bedrag moet zij volledig gebruiken om de achteruitgang in verlof te compenseren. Dan resteert nog een omgerekend tekort van € 150,00. Dit bedrag krijgt zij uitbetaald. Deze medewerkster kan dus niet op een andere manier gebruik maken van haar persoonsgebonden budget.

De omschrijving in de regeling voorziet erin dat de medewerker ervoor kan kiezen het budget niet in te zetten als compensatie. In dat geval kan hij zijn persoonsgebonden budget (volledig) voor iets anders gebruiken en kiest hij er dus voor zijn achteruitgang in verlof niet te compenseren.

De medewerkers van Bladel en Reusel-De Mierden kenden ook al in 2009 een persoonsgebonden budget. Deze medewerkers hoeven alleen de verhoging ten opzichte van het bedrag in 2009 in te zetten als zij achteruitgang in verlof moeten compenseren. Voor de Bladelse medewerkers gaat het om een bedrag van € 253,00 en de medewerkers van Reusel-De Mierden hoeven helemaal geen bedrag in te zetten ter compensatie omdat hun budget in 2009 € 453,00 bedroeg.

Voorbeeld 3Kees (medewerker Bladel) krijgt 46 uur verlof op basis van deze regeling maar had in 2009 55 uur verlof. Hij gaat er dus 9 uur op achteruit. Zijn bruto-salaris op 1-1-2010 bedraagt € 20,00. Omgerekend gaat Kees er 9 x € 20,00 = € 180,00 op achteruit. Hij heeft recht op het persoonsgebonden budget van € 450,00. Van dit bedrag is voor de compensatie vrijgesteld € 253,00 (budget 2009). Hij moet dus in eerste instantie € 450,00 - € 253,00 = € 197,00 inzetten als compensatie voor het verlof. Hij heeft een bedrag van € 180,00 nodig om de achteruitgang in verlof te compenseren. Er resteert voor de uitwisseling van arbeidsvoorwaarden dus nog € 17,00 + het vrijgestelde bedrag van € 253,00.

Ondertekening