Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Westland

Beleidsregel maatwerk hemelwaterbassins gemeente Westland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Westland
Officiële naam regelingBeleidsregel maatwerk hemelwaterbassins gemeente Westland
CiteertitelBeleidsregel maatwerk hemelwaterbassins gemeente Westland
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Activiteitenbesluit, art. 3.66

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-06-201301-01-2015nieuwe regeling

21-05-2013

Gemeenteblad Westland, 06-06-2013

Gbw, 2013, 25

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel maatwerk hemelwaterbassins gemeente Westland

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Westland;

Gelet op het bepaalde in artikel 3.66 en verder van het Activiteitenbesluit

besluit vast te stellen de:

Beleidsregel maatwerk hemelwaterbassins gemeente Westland

Inleiding

Sinds 1 januari 2013 vallen glastuinbouwbedrijven onder het Activiteitenbesluit en is het Besluit glastuinbouw ingetrokken. Dit betekent dat de meeste bedrijven onder algemene regels vallen en voor hen de vergunningplicht komt te vervallen. Het Activiteitenbesluit bevat, onder meer, regels ten aanzien van hemelwateropvang. De gemeente heeft de mogelijkheid om hier voor specifieke situaties door middel van maatwerkvoorschriften van af te wijken. Naar verwachting zal bij enige tientallen tuinders het aanleggen van een gietwatervoorziening bij hun bedrijf niet doelmatig zijn. De verwachting is dat deze tuinders een verzoek om maatwerk zullen doen. Reden om criteria te formuleren om te hanteren bij deze verzoeken om maatwerk.

Waarom algemene regels?

Met het Activiteitenbesluit zijn alle voorschriften samengebracht in één regeling. Het uitgangspunt is dat activiteiten met een geringe milieubelasting niet of slechts globaal worden gereguleerd, zodat bij evidente overtredingen eenvoudig kan worden opgetreden. In beginsel gelden voor dezelfde activiteiten gelijke voorschriften.

Waarom maatwerk?

Het instrument maatwerkvoorschrift maakt het mogelijk om te komen tot een op een concrete situatie toegesneden doelmatige oplossing. Bij sommige onderwerpen zoals hemel- en gietwater in de glastuinbouw bestaat voor de gemeente de bevoegdheid om maatwerkvoorschriften te stellen[1].

[1] Meer informatie over wettelijk kader en bevoegdheden is te vinden in de bijlage.

Waarom beleid voor maatwerk t.a.v. hemelwateropvangvoorziening?

In principe moet ieder glastuinbouwbedrijf beschikken over een hemelwateropvangvoorziening. De aanleg van een hemelwatervoorziening is niet altijd doelmatig. Naar schatting is de aanleg van een hemelwatervoorziening bij enige tientallen tuinders niet doelmatig. Deze tuinders zullen een verzoek voor het opleggen van maatwerk doen. De glastuinbouw sector (LTO-glaskracht) heeft aangegeven dat er behoefte bestaat aan een bestendige beleidslijn van de gemeente Westland bij het toepassen van maatwerk. Deze beleidslijn zou als voorbeeld kunnen dienen voor de andere glastuinbouwgemeenten.

Wanneer is de aanleg van een gietwatervoorziening niet doelmatig?

In de volgende gevallen is de aanleg van een (individuele) gietwatervoorziening niet doelmatig en past de gemeente Westland maatwerk toe.

Bij gezamenlijke opvang

Het plaatsen van een gezamenlijke voorziening bespaart ruimte. Wanneer een gezamenlijke hemelwateropvangvoorziening van voldoende grootte (ten minste 500 m³/ha) wordt aangelegd én gebruikt, wordt dit gezien als een gelijkwaardige voorziening. Tuinders hoeven dan niet individueel een voorziening aanwezig te hebben.

Bij reconstructie en 'vernieuwbouw'

Wanneer een concreet reconstructieplan gereed ligt, mag worden afgezien van het aanleggen van een hemelwateropvangvoorziening, mits het plan binnen 2 jaar wordt uitgevoerd.

Bij afbraak binnen 2 jaar

Als een bedrijf aantoont dat het binnen twee jaar wordt afgebroken verleent de gemeente Westland vrijstelling van de verplichting een hemelwateropvangvoorziening aan te leggen. Wanneer nieuwbouw plaatsvindt, moet het vernieuwde bedrijf aan de wettelijke eisen voor een hemelwateropvangvoor­ziening voldoen.

Indien geen emissie naar milieu en goed gietwater beschikbaar is

Voor zowel de substraatteelt als de (volle) grondteelt ligt er een directe relatie tussen het beschikken over zoutarm gietwater, de uitspoeling van nutriënten naar het milieu en

eutrofiering van het oppervlaktewater. Bij grondteelt bestaat er een recirculatieplicht.

In het Activiteitenbesluit wordt voor het toepassen van gietwater met een laag natriumgehalte een hemelwateropvangvoorziening geëist. Door het toepassen van uitgangswater met een laag natriumgehalte kan het drainagewater doorgaans beter en vaker worden hergebruikt. De meeste gewassen zijn zoutintolerant. Door het gebruik van goed uitgangswater wordt de emissie van meststoffen naar het milieu (bodem, oppervlaktewater of riolering) beperkt. De ondernemer is verantwoordelijk om de kwaliteit van het door hem geloosde water te laten onderzoeken.

Pilots bij grondteelt

In dit kader is er is in samenwerking met LTO en het PT een proef (pilots) gestart, waar wordt gemeten of er sprake is van uitspoeling bij volle grondteelt. Indien de toetsingsmethodiek blijkt te werken, kan vanuit de pilot worden bekeken of de teeltwijze kan worden aangepast, zodat gericht gietwater wordt toegediend en van uitspoeling naar het milieu geen sprake meer is. De pilot betreft een aantal telers en levert een bijdrage aan de bewustwording bij de ondernemers.

De gemeente Westland verleent door middel van maatwerk vrijstelling van de verplichting om een gietwatervoorziening aan te brengen indien:

-bij bewezen toetsingsmethodiek,

-uit een onderzoeksrapport van een erkend bureau,

blijkt dat geen uitspoeling naar de bodem plaats­vindt. Voorwaarde is dat er ook anderszins geen emissie naar het milieu plaatsvindt.

Wanneer verleent Westland vrijstelling door maatwerk?

Bij verzoeken om maatwerk en vrijstelling van de verplichting om voor de gietwatervoorziening een hemelwateropvang­voorziening van ten minste 500 kubieke meter per hectare teeltoppervlak aanwezig en in gebruik te hebben, past de gemeente Westland de volgende beleidslijn toe:

  • a.

    Indien een gezamenlijke hemelwateropvangvoorziening van ten minste 500 m3/ha (gezamenlijke oppervlakte) wordt aangelegd en gebruikt, dan wordt dat beschouwd als gelijkwaardig aan de voorziening zoals voorgeschreven in het Activiteitenbesluit.

  • b.

    Wanneer sprake is van een concreet reconstructieplan (blijkend uit een gewaarmerkte opdrachtbevestiging van een aannemer) wordt vrijstelling gegeven van de verplichting om een hemelwateropvangvoorziening aan te leggen, mits na de reconstructie iedere inrichting aan de wettelijke eisen voor een hemelwateropvangvoorziening voldoet en mits het plan binnen 2 jaar wordt uitgevoerd.

  • c.

    Als wordt aangetoond dat het bedrijf binnen twee jaar wordt afgebroken, zal vrijstelling worden gegeven van de verplichting een hemelwateropvangvoorziening aan te leggen. Wanneer nieuwbouw plaatsvindt, moet het vernieuwde bedrijf aan de wettelijke eisen voor een hemelwateropvangvoor­ziening voldoen.

  • d.

    Als bij volle grondteelt wordt aangetoond dat de aanleg van een hemelwateropvang niet doelmatig is, er geen emissie naar het milieu (oppervlaktewater, riolering of in de bodem) plaatsvindt en een alternatieve bron voor gietwater beschikbaar is, wordt (voor de betreffende teelt) vrijstelling van de verplichting om een hemelwateropvang­voorziening aan te leggen verleend. Hiervoor dient een onderzoeksrapport van een bureau (dat is gespecialiseerd in agrarische onderzoeken) te worden overlegd, waarbij een bewezen toetsingsmethodiek wordt toegepast. Ondernemers kunnen eenmalig een vrijstelling van maximaal één kalenderjaar krijgen van de verplichting een hemelwateropvangvoorziening aan te leggen. Gedurende die tijd kan de ondernemer bedoeld onderzoek laten uitvoeren. Ondernemers die meedoen aan de pilot krijgen in ieder geval vrijstelling gedurende het verloop van de pilot.

Met bovengenoemde criteria sluit de gemeente Westland aan bij de werkwijze die werd toegepast als handhavingsbeleid sinds de inwerkingtreding van artikel 2.5.1 van bijlage 2 van het Besluit glastuinbouw (conform besluit van het college van burgemeester en wethouders van 6 april 2010).

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 mei 2013.

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Westland,

de secretaris, de burgemeester,

M. van Beek J. van der Tak.

Bijlage beleidsregel maatwerk hemelwaterbassins gemeente Westland

Wijziging activiteitenbesluit

Met het Wijzigingsbesluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (agrarische activiteiten in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) (Staatsblad 2012, 441) worden sinds 1 januari 2013 agrarische activiteiten geregeld in het Activiteitenbesluit en is het Besluit glastuinbouw ingetrokken. Het Activiteitenbesluit bevat, onder meer, een uitwerking van het hemelwaterbeleid.

Wanneer is het mogelijk om maatwerkvoorschriften t.a.v. de opslagvoorziening van giet- en regenwater op te leggen?

Substraatteelt

Artikel 3.66 en verder van het Activiteitenbesluit stelt regels ten aanzien van giet- en hemelwater bij substraatteelt. Volgens deze regels dient als gietwatervoorziening een hemelwater­opvang­voorziening van ten minste 500 m3 per hectare teeltoppervlak aanwezig en in gebruik te zijn, of water te worden gebruikt met een natriumgehalte, dat gelijkwaardig is aan dat van hemelwater. Voor het recirculeren van drainwater dient verder een recirculatiesysteem aanwezig en in gebruik te zijn. Genoemde verplichtingen zijn niet van toepassing indien bij het lozen van drainwater als de hoeveelheid stikstof totaal niet meer bedraagt dan 25 kilogram.

 

Grondteelt

Artikel 3.70 en verder van het Activiteitenbesluit stelt regels ten aanzien van giet- en hemelwater bij (volle) grondteelt. Onder meer dient voor de gietwatervoorziening een hemelwater­opvang­voorziening van ten minste 500 m3 per hectare teeltoppervlak aanwezig en in gebruik te zijn, of water te worden gebruikt met een natriumgehalte, dat gelijkwaardig is aan dat van hemel­water. Voor het recirculeren van drainagewater dient verder, indien er drain geloosd wordt, een recirculatiesysteem aanwezig en in gebruik te zijn. Het te lozen drainagewater dient daarbij op een doelmatige wijze te worden bemonsterd.

Genoemde verplichtingen zijn niet van toepassing indien het totale teeltoppervlak binnen de inrichting waarop telen of kweken van gewassen in een kas plaatsvindt, kleiner is dan 2.500 m2. In dat geval geldt een zorgplicht.

Als blijkt dat recircu­leren niet doelmatig is kan het bevoegd gezag door middel van een maatwerkvoorschrift besluiten dat recirculatie niet verplicht is.

Waar moet een maatwerkvoorschrift aan voldoen?

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) verplicht de gemeente om bij het opstellen van een beschikking een goede belangenafweging te maken. Wat de criteria zijn voor een dergelijke belangenafweging kan van geval tot geval verschillen en het is daarom niet mogelijk om deze hier uitputtend op te sommen. Belangrijk is bijvoorbeeld dat redelijkheid en billijkheid wordt betracht, dat de belangen van alle betrokken partijen worden afgewogen en dat goed gemotiveerd wordt waarom bepaalde belangen zwaarder wegen dan andere.

De Wet milieubeheer (Wm) stelt ook eisen aan maatwerk. Het maatwerkvoorschrift moet een milieuvoorschrift zijn, en mag dus niet gericht zijn op belangen die buiten het kader van de Wm vallen (art 8.42, eerste lid). Het maatwerkvoorschrift mag alleen afwijken van voorschriften in het Activiteitenbesluit, indien dat in het artikel van het besluit waarop het maatwerkvoorschrift is gebaseerd, is bepaald.

Concreet betekent dit dat bij iedere beslissing tot het vaststellen van een maatwerkvoorschrift wordt betrokken:

-de bestaande toestand van het milieu, voor zover de inrichting daarvoor gevolgen kan veroorzaken;

-de gevolgen voor het milieu, die de inrichting kan veroorzaken, mede in hun onderlinge samenhang bezien;

-de met betrekking tot de inrichting en zijn omgeving redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu;

-de mogelijkheden tot bescherming van het milieu, door de nadelige gevolgen voor het milieu, die de inrichtingen kan veroorzaken, te voorkomen, dan wel zoveel mogelijk te beperken, voor zover zij niet kunnen worden voorkomen;

-de voor onderdelen van het milieu, waarvoor de inrichting gevolgen kan hebben, geldende milieukwaliteitseisen, vastgesteld krachtens of overeenkomstig artikel 5.1 of bij bijlage 2 van de Wm;

-de redelijkerwijs te verwachten financiële en economische gevolgen van het maatwerkvoorschrift.