Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Sociaal Statuut |
Citeertitel | Sociaal Statuut 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 8:3 AVRH
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2020 | art. 2.3, 6.2, 6.3 | 01-01-2014 Onbekend | AVRH | |
04-06-2013 | 01-01-2014 | Onbekend | 04-06-2013 Onbekend | AVRH |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In de regeling wordt verstaan onder:
organisatiewijziging: een belangrijke inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een belangrijke wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt;
salarisperspectief: de opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste bedrag van de functieschaal van de ambtenaar en, op voorwaarde van voldoende functioneren (in zijn nieuwe functie), tot en met het hoogste bedrag van de uitloopschaal van de ambtenaar, voor zover van toepassing, en eventueel schriftelijk vastgelegde extra individuele salarisafspraken; het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen, niet zijnde onkostenvergoedingen;
passende functie: een functie die de ambtenaar redelijkerwijs kan worden opgedragen gelet op het werk- en denkniveau van die functie en gezien de persoonlijke en bijzondere omstandigheden van de ambtenaar. Onder persoonlijke en bijzondere omstandigheden kunnen in ieder geval worden verstaan: interesse, capaciteiten, ervaring, leeftijd, gezondheidstoestand, gezinsomstandigheden en scholing. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de functie die de ambtenaar voor de organisatiewijziging vervulde, maar kan ook van een hoger niveau of maximaal één niveau lager zijn;
Dit sociaal statuut is van toepassing op alle organisatiewijzigingen in de gemeentelijke organisatie, niet zijnde een organisatiewijziging als gevolg van een gemeentelijke herindeling.
Hoofdstuk 2 Procedurele bepalingen
Artikel 2:1 Overleg over de personele gevolgen en maatregelen
Als het georganiseerd overleg van mening is dat de bepalingen uit hoofdstuk 10d van de CAR/UWO onvoldoende zijn, worden er of individueel aanvullende afspraken (maatwerk) gemaakt met een medewerker of collectief een sociaal plan opgesteld. Voor wat betreft de termijnen voor re-ïntegratie, trajecten Van Werk Naar Werk (VWNW), scholing, outplacement etc. wordt aangesloten bij de bepalingen en termijnen zoals genoemd in hoofdstuk 10d van de CAR.
Over een sociaal plan moet in het georganiseerd overleg overeenstemming worden bereikt.
De leden van het georganiseerd overleg kunnen tussentijds bijeen worden geroepen dan wel schriftelijk worden geraadpleegd, wanneer de omstandigheden een versnelde procedure vereisen.
Hoofdstuk 3 Passende of geschikte functie
Artikel 3:1 Geen passende of geschikte functie
Indien binnen de organisatie voor de ambtenaar met een dienstverband van meer dan twee jaar bij de gemeente Harderwijk zijn eigen, ongewijzigde functie of een passende of geschikte functie niet meer voorhanden is, volgt zo spoedig mogelijk een Van Werk Naar Werk-onderzoek zoals bedoeld in artikel 10d:5 CAR. Daarop aansluitend volgt het college de bepalingen van paragraaf 5 van hoofdstuk 10d van de CAR.
Artikel 3:2 Verplichting ambtenaar
De ambtenaar is verplicht, onverminderd het recht op bezwaar en beroep, een passende functie die hem met inachtneming van de herplaatsingsprocedure is toegewezen, te aanvaarden.
De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar passende of geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op het salaris en het salarisperspectief, zoals die voor hem golden in de oude functie.
Artikel 3:4 Functiegebonden toelagen
Voor de ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een passende of geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie vervallen de functiegebonden toelagen.
Aan de ambtenaar, wiens bezoldiging als gevolg van het vervallen van de functiegebonden toelagen een blijvende verlaging ondergaat, wordt een aflopende compensatie toegekend indien:
Deze compensatie kent het volgende verloop:
Indien de ambtenaar in zijn nieuwe functie geen aanspraak meer kan maken op bepaalde vaste (onkosten)-vergoedingen wordt hem een aflopende vergoeding toegekend, die in de eerste drie maanden na aanvang van de nieuwe werkzaamheden 100% bedraagt van de laatstelijk verleende vaste vergoedingen) en vervolgens 75, 50 en 25% gedurende de daaropvolgende perioden van telkens drie maanden. Nadien vervalt de aflopende vergoeding.
Artikel 3:5 Persoonsgebonden toelagen
De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een passende of geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op zijn persoonsgebonden toelagen.
Artikel 3:6 Studiefaciliteiten
De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een passende of geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt de rechten die hem op grond van de studiefaciliteitenregeling zijn toegekend, indien hij de studie voortzet.
De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie en die in overleg met zijn nieuwe leidinggevende besluit te stoppen met zijn studie, wordt ontheven van terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit de studiefaciliteitenregeling.
Artikel 3:7 Aanvullende scholing
De werkgever onderzoekt of het nodig is de ambtenaar, die is overgeplaatst naar een passende of geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie, bij of om te scholen voor het vervullen van zijn nieuwe functie. De ambtenaar kan daartoe worden verplicht. De kosten van de scholing zijn voor rekening van de gemeente.
Artikel 3:8 Functie buiten de gemeentelijke organisatie
Indien de ambtenaar, waarvoor in de herplaatsingsprocedure geen passende of geschikte functie is gevonden, een functie accepteert buiten de gemeentelijke organisatie, wordt hem eervol ontslag verleend.
De ambtenaar die overeenkomstig het eerste lid ontslag wordt verleend, wordt ontheven van eventuele terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit de studiefaciliteitenregeling, de verhuiskostenregeling en de regeling betaald ouderschapsverlof of andere regelingen.
Indien de ambtenaar als bedoeld in het eerste lid een functie van ten minste een gelijke betrekkingsomvang accepteert buiten de gemeentelijke organisatie, vult de werkgever het brutosalaris gedurende twee jaar aan tot aan het niveau van het brutosalaris dat de ambtenaar genoot direct voorafgaand aan het ontslag.De ambtenaar die een functie accepteert met een kleinere betrekkingsomvang ontvangt gedurende twee jaar een aanvulling van zijn brutosalaris naar rato.
Hoofdstuk 4 Herplaatsingsprocedure
Artikel 4:1 Herplaatsingsprocedure
Het college van burgemeester en wethouders stelt een herplaatsingscommissie in, die als taak heeft om de benodigde gegevens te verzamelen en om het college van burgemeesters en wethouders te adviseren over de te nemen herplaatsingsbesluiten.
De herplaatsingcommissie is als volgt samengesteld:
Artikel 4:2 Advies over herplaatsing
De herplaatsingscommissie verzamelt alle volgens haar benodigde gegevens en adviseert op basis van deze gegevens het college van burgemeester en wethouders over de herplaatsing van de betrokken ambtenaren.
Het college van burgemeester en wethouders informeert de ambtenaar schriftelijk over het advies van de herplaatsingscommissie over zijn herplaatsing, respectievelijk over het advies van de commissie om hem vooralsnog geen passende of geschikte functie aan te bieden.
De ambtenaar dient op zijn verzoek te worden gehoord door de herplaatsingscommissie.
Artikel 4:3 Bedenkingen tegen voorstel
Indien de ambtenaar bedenkingen heeft tegen het advies van de commissie over zijn herplaatsing, respectievelijk tegen het advies van de commissie om hem vooralsnog geen passende of geschikte functie aan te bieden, kan hij deze binnen vier weken schriftelijk indienen bij het college van burgemeester en wethouders.
De ambtenaar kan verzoeken om mondeling te worden gehoord door (een vertegenwoordiging van) of namens het college van burgemeester en wethouders. De ambtenaar die hiertoe een verzoek indient, zal binnen vier weken worden gehoord. Van de hoorzitting wordt schriftelijk verslag opgemaakt.
Artikel 4:4 Herplaatsingsbesluiten
Het college van burgemeester en wethouders neemt het besluit tot herplaatsing van de betrokken ambtenaar. De ambtenaar wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld van dit besluit. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op eventuele bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.
De ambtenaar voor wie in de herplaatsingsprocedure geen passende of geschikte functie is gevonden, wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk van dit besluit in kennis gesteld. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op eventuele bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.
Hoofdstuk 5 Privatisering en taakoverheveling
Artikel 5:1 Werkingssfeer hoofdstuk
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.
De werkgever zal zich tot het uiterste inspannen om ervoor te zorgen dat de werkgelegenheid van de bij de privatisering of overheveling van taken betrokken ambtenaren behouden blijft.
De werkgever treedt met de betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie in overleg over de overname van de ambtenaren van het desbetreffende organisatieonderdeel. Gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd.
Voordat de werkgever een besluit neemt over de overgang van een ambtenaar naar de betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie, biedt hij de betrokkene de gelegenheid om zijn belangstelling kenbaar te maken voor passende functies die op dat moment vacant zijn of op korte termijn vacant worden in de gemeentelijke organisatie. De ambtenaar zal als interne kandidaat in de selectieprocedure worden betrokken.
Artikel 5:3 Geen passende of geschikte functie
Indien de werkgever er niet in slaagt om de ambtenaar onder te brengen bij de nieuwe werkgever dan wel direct een passende of geschikte functie aan te bieden binnen de gemeentelijke organisatie, zal zo spoedig mogelijk een Van Werk Naar Werk-onderzoek worden gestart zoals bedoeld in artikel 10d:5 CAR.
Daarop aansluitend volgt het college de bepalingen van paragraaf 5 van hoofdstuk 10d van de CAR.
Als het georganiseerd overleg van mening is dat de privatisering of taakoverheveling zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Dit plan regelt de overplaatsingsprocedure (inclusief de ontslag- en aanstellingsprocedure van het over te plaatsen personeel) en bevat rechtspositionele bepalingen. Over dit sociaal plan moet in het georganiseerd overleg overeenstemming worden bereikt.
Er worden geen definitieve besluiten genomen ten aanzien van ambtenaren voordat er overeenstemming is over het sociaal plan.
Artikel 5:5 Rechtspositievergelijking
Indien de betrokken ambtenaren overgaan naar een privaatrechtelijke of een andere publiekrechtelijke werkgever waarvoor een afwijkende rechtspositieregeling of CAO geldt, maakt de werkgever een vergelijking tussen de arbeidsvoorwaardenpakketten die van toepassing zijn op de gemeentelijke werkgever en de nieuwe werkgever.
Indien uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden (bestaande uit in ieder geval salaris, uitkeringen en toelagen, (pre)pensioen, vakantie, ziektekostenregeling en werkloosheidsuitkering) bij de nieuwe werkgever minder is dan het totaalpakket bij de gemeentelijke werkgever, worden in het sociaal plan nadere afspraken gemaakt over afbouw, behoud of compensatie van aanspraken.
In gevallen waarin toepassing van het sociaal statuut zou leiden tot een onbillijke situatie voor een ambtenaar, kan het college van burgemeester en wethouders van het statuut afwijken in een voor de ambtenaar gunstige zin.
In gevallen waarin het sociaal statuut niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.
- Artikel 8:3 AVRH (ontslag wegens reorganisatie)
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:3 Bevoegdheid tot het nemen van het besluit tot organisatiewijziging
Artikel 1:4 Bevoegdheid tot het nemen van besluiten betreffende individuele ambtenaren
Hoofdstuk 2 Procedurele bepalingen
Artikel 2:1 Overleg over de personele gevolgen en maatregelen
Artikel 2:2 Taakverdeling tussen ondernemingsraad en georganiseerd overleg
Artikel 2:3 Aanvullende afspraken
Hoofdstuk 3 Passende of geschikte functie
Artikel 3:1 Geen passende of geschikte functie
Artikel 3:2 Verplichting ambtenaar
Artikel 3:4 Functiegebonden toelagen
Artikel 3:5 Persoonsgebonden toelagen
Artikel 3:6 Studiefaciliteiten
Artikel 3:7 Aanvullende scholing
Artikel 3:8 Functie buiten de gemeentelijke organisatie
Hoofdstuk 4 Herplaatsingsprocedure
Artikel 4:1 Herplaatsingsprocedure
Artikel 4:2 Advies over herplaatsing
Artikel 4:3 Bedenkingen tegen voorstel
Artikel 4:4 Herplaatsingsbesluiten
Hoofdstuk 5 Privatisering en taakoverheveling
Artikel 5:1 Werkingssfeer hoofdstuk
Artikel 5:3 Geen passende of geschikte functie