Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Functiebeschrijven- en waarderen |
Citeertitel | Functiewaardering |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 3:1:1:2 AVRH
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-06-2013 | 01-01-2020 | Onbekend | 04-06-2013 Onbekend | AVRH |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
De plaats in de rangorde van alle in de gemeente Harderwijk voorkomende functies zal worden vastgesteld volgens de Methode Rangordenen Functies (M.R.F.).
Het bepaalde in het vorige lid geldt niet ten aanzien van functies, waarvoor een bezoldiging bij of krachtens wet is vastgesteld.
Van elke afdeling wordt door het afdelingshoofd met hulp van een medewerker van de afdeling Personeel en Organisatie een afdelingstypering opgesteld.
Van elke functie wordt door het afdelingshoofd, met hulp van een medewerker van de afdeling Personeel en Organisatie een functietypering opgesteld.
Het hoofd van de afdeling Personeel en Organisatie ondertekent de afdelingstyperingen functietypering voor akkoord.
De directie legt de afdelingstyperingen en functietyperingen voor advies voor aan de Ondernemingsraad.
De voorzitter van de OR ondertekent de afdelingstyperingen en functietyperingen, bij positief advies.
De directie stelt, na advies van de Ondernemingsraad, de afdelingstyperingen en functietyperingen vast, ondertekent de functietyperingen en stelt een exemplaar van de functietypering aan de functievervuller ter beschikking.
De functietypering van de functie van directeur wordt vastgesteld door de gemeentesecretaris. De leden 3, 4 en 5 zijn overeenkomstig van toepassing.
De functietypering van de functie van de gemeentesecretaris wordt vastgesteld door het college. De leden 3, 4 en 5 zijn overeenkomstig van toepassing.
De leidinggevenden gaan regelmatig na of het functieboek aansluit bij de doelstelling van de organisatie.
Het afdelingshoofd bespreekt jaarlijks met de functievervuller de werkafspraken ten behoeve van realisatie van de (afdelings)doelen.
Indien blijkt dat de werkafspraken structureel buiten de context van de functietypering vallen, gaat het afdelingshoofd na of plaatsing op de huidige functie nog van toepassing is. Is dit niet het geval kan het afdelingshoofd plaatsing op een zwaardere functie overwegen.
De functietypering wordt van een waarderingsadvies voorzien door de functiekundige van de afdeling Personeel en Organisatie;
Het waarderingsadvies wordt ter toetsing voorgelegd aan een externe toetsingscommissie;
Er is een toetsingscommissie, welke als volgt is samengesteld:
Indien een lid van de externe toetsingscommissie niet langer deel uit wil of kan maken van de commissie, wordt er binnen drie maanden voor een volledige vervanging gezorgd.
De toetsingscommissie stelt, met als uitgangspunt de in artikel 3, vijfde lid (zesde of zevende), genoemde functietypering, het aan hen voorgelegde waarderingsadvies, al dan niet gewijzigd vast.
Indien de commissie dit noodzakelijk oordeelt, kan zij informanten of deskundigen horen.
Ten hoogste twee weken nadat een waarderingsadvies door de commissie is behandeld en vastgesteld, wordt dat advies, voorzien van een methodische toelichting, naar het college toegezonden. Indien één lid van de commissieleden een afwijkend standpunt heeft ingenomen, wordt hiervan in het advies mededeling gedaan met de vermelding van het afwijkend standpunt en de motivering hiervan.
Het college maakt schriftelijk de inhoud van het waarderingsadvies aan de directie, het afdelingshoofd en de functievervuller bekend, onder mededeling hoe zij hebben besloten.
In de mededeling aan de functievervuller wordt melding gemaakt waar en binnen welke termijn bezwaar aangetekend kan worden.
Wanneer het eerste lid van dit artikel wordt toegepast, meldt het college dit vooraf aan de OR.
Binnen zes weken na ontvangst van een besluit, kan de functievervuller schriftelijk en gemotiveerd bezwaar aantekenen bij het college, conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.
Er is een bezwarencommissie personeelsaangelegenheden, welke als volgt is samengesteld:
De functiekundige van de afdeling Personeel & Organisatie kan door de bezwarencommissie worden opgeroepen als informant.
De vervanging van de leden van de bezwarencommissie, genoemd in het artikel 9, eerste lid wordt gelijktijdig geregeld.
De onder a t/m c genoemde leden mogen geen lid van de toetsingscommissie zijn.
De onder a t/m c genoemde leden hebben stemrecht.
Het onder tweede lid genoemde fuctionaris is niet aanwezig bij de beraadslagingen van de commissie.
Indien het bezwaar zich richt tegen de functiewaardering, stelt het college zo spoedig mogelijk de toetsingscommissie hiervan in kennis en wordt door de toetsingscommissie een schriftelijke toelichting gegeven op haar waarderingsadvies in relatie tot het ingediende bezwaar.
De behandeling van het ingediende bezwaar vindt plaats conform de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht.
Het college beslist in gevallen waarin deze regeling met de daarbij behorende bijlage niet voorziet.
Deze regeling, welke kan worden aangehaald als “Procedureregeling systematische functiewaardering”.
Procedureregeling opstellen competentieprofiel
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Van elke functie wordt door afdelingshoofd (griffier), met hulp van een medewerker van de afdeling Personeel en Organisatie, een competentieprofiel opgesteld.
Het hoofd van de afdeling Personeel en Organisatie ondertekent de competentieprofielen voor gezien.
De directie legt de competentieprofielen voor aan de Ondernemingsraad.
De voorzitter van de OR ondertekent de competentieprofielen, bij positief advies.
De directie stelt, na advies van de Ondernemingsraad, de competentieprofielen vast, ondertekent de competentieprofielen en stelt een exemplaar van het competentieprofiel ter beschikking aan de functievervuller ter beschikking.
Het competentieprofiel van de functie van directeur wordt vastgesteld door de gemeentesecretaris. De leden 3, 4 en 5 zijn overeenkomstig van toepassing.
Dit concept profiel wordt met de medewerker besproken en zonodig aangepast.
Het competentieprofiel van de functie van de griffier wordt vastgesteld door de gemeenteraad.
Het competentieprofiel van de functie van gemeentesecretaris wordt vastgesteld door het college. De leden 3, 4 en 5 zijn overeenkomstig van toepassing.
De leidinggevenden gaan regelmatig na of de competentieprofielen aansluiten bij de functietyperingen.
Het competentieprofiel is niet van toepassing bij de waardering van de functie. De waardering van de functie geschiedt op basis van de functietypering.