Organisatie | Molenwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning Molenwaard 2013 |
Citeertitel | Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning Molenwaard 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artikel 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-05-2013 | 04-11-2014 | Nieuwe regeling | 14-05-2013 | Mozard48313 |
Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand
b.inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;
c.bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.
2.De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a. of b., wordt door de griffier of op verzoek van de griffier door een ambtenaar gegeven.
3.Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a. of b., stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.
1.Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:
a.het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad of voor de raad;
b.dit het belang van de gemeente kan schaden.
2.De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.
3.Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd, deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.
Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.
1.Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij via de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.
2.Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.
1.De fracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.
2.Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 500,00 voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 100,00 per raadszetel.
1.Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.
2.De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:
a.uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;
b.betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;
d.uitgaven die dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen.
1.De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.
2.In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na installatie van de nieuw gekozen raad wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.
3.Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 5, tweede lid.
1.De fractie mag een reserve opbouwen uit het niet gebruikte gedeelte van de bijdrage. Deze reserve mag aan het einde van het jaar maximaal 200% zijn van de jaarlijkse bijdrage.
2.Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 9 over dat jaar.
3.De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.
1.Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.
2.Controle van het verslag vindt plaats door de afdeling financiën.
3.De raad, via het presidium, stelt na ontvangst van het advies de bedragen vast van:
a.de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;
b.de wijziging van de reserve;
d.de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.