| Organisatie | Zandvoort |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Milieubeleidsplan Zandvoort 2009-2013 |
| Citeertitel | Milieubeleidsplan Zandvoort 2009-2013 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
| Eigen onderwerp | Wonen en leefomgeving |
Deze regeling is vervangen door het Milieubeleidsplan Gemeente Zandvoort 2014-2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 30-06-2009 | 06-05-2015 | Onbekend | 30-06-2009 | zaaknummer Z2009-003146, registratienummers 2009/05/229 en 2009/05/353 |
Voor u ligt het milieubeleidsplan van de gemeente Zandvoort. Dit milieubeleidsplan vormt het kader voor de uitvoering van de gemeentelijke milieutaken voor de periode 2009-2013 .
Het milieubeleidsplan geeft richting aan, en een overzicht van alle uit te voeren gemeentelijke milieutaken in de planperiode.
Het plan geeft de burger en het bedrijfsleven van Zandvoort inzicht in wat zij van de gemeente de komende jaren mogen verwachten op milieugebied. Daarnaast vormt het plan de basis voor de uitvoering door de Milieudienst IJmond die de milieutaken vanaf 2003 voor de gemeente Zandvoort uitvoert.
Het milieu is een onlosmakelijk onderdeel van het leven in Zandvoort. Enerzijds wordt de gemeente omgeven door natuurgebieden, zee en strand. Synoniemen voor rust en ruimte. Anderzijds wordt zij gekenmerkt door de dynamiek van een bruisende badplaats. Er wordt gewoond, gewerkt en vooral gerecreëerd.
Dit palet van functies heeft direct invloed op het milieu en de kwaliteit van de leefomgeving. Denk aan de effecten van mobiliteit op geluid en luchtkwaliteit.
Daarnaast vragen de gevolgen van de mondiale klimaatverandering ook op lokaal niveau om een heroriëntatie op het thema duurzame ontwikkeling.
Om inzicht te geven in de effecten van milieu op de leefomgeving én invulling te geven aan het thema duurzame ontwikkeling is het beleidsplan gesplitst in deze twee thema's.
Een belangrijke basis is de uitvoering van wet- en regelgeving. De wetgeving is een instrument voor de gemeente om een zekere basiskwaliteit te kunnen garanderen op het gebied van veiligheid, gezondheid en leefbaarheid (voorkomen van hinder). Het gaat hier om thema's als vergunningverlening en handhaving.
Naast de uitvoering van bovenstaande de milieutaken voert de gemeente een aantal milieutaken uit dat geïntegreerd is in andere taakvelden, maar ook een wettelijke basis heeft. Voorbeelden zijn Ruimtelijke Ordening (milieuparagraaf in het bestemmingsplan), Economische zaken (zonering bedrijfsvestiging) en Verkeer en vervoer (luchtkwaliteit, geluid).
In dit milieubeleidsplan worden ook op die thema's de doelen nader gespecificeerd.
Tevens geeft het plan een kader aan voor de uitvoering van een aantal actuele thema's, zoals duurzaam toerisme, schone lucht en klimaat, schone energie, duurzame mobiliteit en duurzaam bouwen voor zover de gemeente hier invloed op heeft. Het landelijk beleid is vooral gericht op stimulering, bijvoorbeeld door het verlenen van subsidies, en minder op het opleggen van normen (wetgeving). De gemeente Zandvoort wil de duurzame ontwikkeling van bedrijvigheid en wonen stimuleren.
Het milieubeleid bestaat voor het overgrote deel uit (het uitvoeren van) wettelijke taken. De beleidsvrijheid voor de gemeente is in zijn totaliteit dus beperkt. De ruimte voor het opstellen van lokaal beleid ligt met name bij het thema duurzame ontwikkeling. Met dit beleidsplan wordt hieraan invulling gegeven.
De uitvoering van het milieubeleid is een integrale taak van de gemeente. Alle betrokken afdelingen van de gemeente (inclusief Milieudienst IJmond) dragen binnen hun taakveld hun eigen verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid. Per thema is aangegeven welke afdeling verantwoordelijk is en hoe de taken worden begroot en verantwoord.
Voordat wordt ingegaan op de inhoud van het milieubeleid is het van belang inzicht te geven in de plaats van het plan in de overige beleidsvelden en —processen binnen de gemeente Zandvoort. Daarnaast gaat milieubeleid over grenzen heen. Voor er gefocust wordt op de gemeente Zandvoort, is het van belang een beeld te schetsen van de mondiale, Europese en Nederlandse ontwikkelingen op het gebied van milieubeleid.
Structuurvisie 2025 -2040 en Milieubeleidplan 2009 -2013
In het kader van de nieuwe wet op de Ruimtelijke ordening is de gemeente verplicht een structuurvisie op te stellen. Hiertoe is in 2007 een zogenaamde koersnotitie structuurvisie 2025 — 2040 opgesteld. De structuurvisie gaat in op de lange termijn. Ook het milieubeleidsplan gaat over de lange termijn als het om duurzame ontwikkeling gaat. In deze zin is er een directe verbinding tussen deze twee beleidskaders.
De effecten van besluiten in het kader van de ruimtelijke ordening in het heden hebben effecten op de kwaliteit van de leefomgeving en duurzaamheid voor vele tientallen jaren. Een voorbeeld is de keuze van energievoorziening bij nieuwbouw- of herstructureringsprojecten.
Van belang is dat bij het opstellen van de structuurvisie duurzame ontwikkeling integraal en zorgvuldig als afwegingskader wordt meegenomen.
De grondslagen van milieubeleid genoemd in hoofdstuk 3 vormen hiervoor het kader. Dit kader is in de koersnotitie opgenomen.
De uiteindelijke keuzes en besluitvorming hierover vinden plaats in het proces van het opstellen en vaststellen van de structuurvisie zelf.
2.1.1. Uitvoering milieubeleidsplan
Het milieubeleidsplan is in samenwerking met de gemeente Zandvoort door de Milieudienst IJmond voorbereid (zie kader totstandkoming). De uitvoering van het milieubeleidsplan is gelegen bij meerdere afdelingen: Ontwikkeling en Beheer, Vergunningverlening en Handhaving, Reiniging en Groen en Milieudienst IJmond. Per thema is aangegeven welke afdeling verantwoordelijk is voor de uitvoering. De afdelingen zullen het milieubeleid vertalen in hun jaarlijkse afdelingsplannen. De Milieudienst zal haar taken opnemen in het jaarlijks op te stellen milieuwerkprogramma1 .
Door middel van een milieujaarverslag wordt jaarlijks verslag gedaan van de uitgevoerde milieutaken. Elke afdeling zal hieraan een bijdrage leveren. De coordinatie van het tot stand komen van het milieujaarverslag is bij de Milieudienst neergelegd.
De financiën voor de uitvoering worden zoveel mogelijk gedekt met de reguliere begroting en subsidies. De financiële verantwoording vindt plaats in de jaarrekening.
1 . Dit is een verplichting in het kader van de Wet Milieubeheer (Art . 4 .20 en Art .4 .21) . Het milieuwerkprogramma wordt vastgesteld door het college van B&W en ter goedkeuring opgestuurd naar de inspectie VROM.
Met ingang van 2003 worden de milieutaken uitgevoerd door de Milieudienst IJmond. Hiervoor is een dienstverleningsovereenkomst aangegaan waarin thans een structurele capaciteit van 2400 uur op jaarbasis is opgenomen.
Het opstellen van het milieubeleidsplan vindt plaats op basis van paragraaf 4 .6 van de Wet Milieubeheer.
Voor het opstellen van het plan is een ambtelijke werkgroep geformeerd waarin verschillende beleidsvelden waren vertegenwoordigd. Het plan is opgesteld onder regie van de Milieudienst IJmond.
Bij het opstellen van het plan gelden de Raadsopdracht Gemeente Zandvoort 2006-2010, het collegeprogramma 2006-2010, en vigerende Zandvoortse beleidsdocumenten als uitgangspunten Daarnaast vormen de vigerende milieuwetgeving en beleidsdocumenten als het NMP4 en de Toekomstagenda Milieu (Ministerie van VROM, 2006) een basis. Tenslotte vormt het klimaatakkoord 2007-2011 tussen VNG en Rijk een uitgangspunt voor het invullen van de duurzaamheidparagraaf in dit plan.
De wereldvoorraden zijn niet onuitputtelijk. Dat hoeft geen probleem te zijn, zolang we zorgvuldig consumeren en nadenken over (innovatieve) alternatieven. Hoe Nederland zich qua consumptie verhoudt tot andere landen in de wereld, is goed af te lezen aan de mondiale voetafdruk (zie informatiekader).
Internationaal is er het besef dat de mens het klimaat beïnvloedt door de uitstoot van broeikasgassen met opwarming van de aarde en zeespiegelstijging als mogelijke gevolgen. Wereldwijd zijn er internationale milieuakkoorden nodig zijn. De internationale verdragen (bijvoorbeeld het Kyoto-protocol en het Bali-akkoord) winnen aan belang. De afdwingbaarheid van deze internationale regelgeving is tot op heden nog beperkt, maar toch bakent ze steeds meer de grenzen af van de milieubeleidsruimte in Nederland.
De Europese Unie heeft rechtstreeks invloed op het Nederlandse milieubeleid. De Europese Unie is voor Nederland het forum voor de formulering van wet- en regelgeving. Normen op het gebied van water, lucht en geluid worden steeds vaker in Europese richtlijnen opgenomen. Van de lidstaten wordt verwacht dat ze deze richtlijnen omzetten in eigen wetgeving. De lidstaten streven steeds naar een gezamenlijk standpunt om in te brengen op internationale milieuconferenties.
Het Nederlandse beleid wordt beïnvloed door de geschetste internationale ontwikkelingen. De Nederlandse klimaatdoelstellingen zijn vertaald in het nationale coalitieakkoord van februari 2007.
De Rijksoverheid streeft naar:
De uitvoering van het hierboven geschetste milieubeleid ligt voor een groot gedeelte bij de lokale overheid, de gemeente. De beleidsvrijheid voor de gemeente is beperkt. Zeker als het om wettelijke taken gaat. Op het gebied van klimaatverandering en duurzame ontwikkeling is meer ruimte voor lokaal beleid. De gemeente Zandvoort wil graag met dit milieubeleidsplan invulling geven aan deze beleidsvrijheid. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten op de karakteristieken van de gemeente Zandvoort en de behoeften van haar inwoners. Met de uitvoering van dit milieubeleid levert de gemeente Zandvoort op haar eigen wijze een bijdrage aan de internationale en landelijke milieudoelstellingen.
De hiervoor geschetste beleidsrichtlijnen en wet- en regelgeving, zijn van invloed op de beleidsruimte die gemeenten hebben op het gebied van ruimtelijke en economische planvorming. Om te voorkomen dat ontwikkelprojecten stageneren, is een gemeentelijke visie nodig die ruimtelijke en economische ontwikkelingen koppelt aan milieukwaliteit. Concreet betekent dit, dat het verslechteren van de milieukwaliteit als gevolg van ruimtelijke en economische ontwikkelingen, gecompenseerd wordt door een pakket van maatregelen ter verbetering. Dit milieubeleidsplan heeft mede tot doel om deze koppeling te vormen tussen milieu en overige beleidsterreinen. Om dit adequaat te kunnen doen moet een aantal uitgangspunten voor het milieubeleid worden gekozen. Die uitgangspunten van de gemeente Zandvoort worden in dit hoofdstuk behandeld.
De belangrijkste grondslagen van het milieubeleid van de gemeente zijn de volgende:
1.Waarborgen van de leefbaarheid
Het garanderen van een gezonde en veilige leefomgeving in Zandvoort. De kwaliteit van de leefomgeving rondom de woning is daarbij van bijzondere betekenis. Juist op de plek waar het dagelijkse leven zich afspeelt, kinderen opgroeien en inwoners tot rust komen, waar burgers en toeristen recreëren, dient men geen bovenmatige gezondheids- of andere risico's te lopen. Ook dienen overlast en hinder tot een minimum beperkt te zijn.
2.Optimaal gebruik van regelgeving
Er wordt optimaal gebruik gemaakt van wet- en regelgeving om milieubelasting te voorkomen. Uitgangspunt is dat bedrijven de best beschikbare technieken toepassen. Een strikte toepassing van dit principe stimuleert innovatie.
De gemeentelijke organisatie vervult de komende jaren een voorbeeldfunctie en voortrekkersrol Het consequent invullen van de voorbeeldfunctie en hierover communiceren, kan de gewenste omslag in gang brengen naar een duurzame gemeente.
4.Bevorderen duurzame ontwikkeling
De huidige generatie mag geen roofbouw plegen op het milieu. Economische groei mag niet ten koste gaan van mensen en het milieu inclusief het klimaat. Waar mogelijk stimuleert de gemeente initiatieven op het gebied van toepassing van alternatieve motorbrandstoffen, groene grondstoffen, energiebesparing en duurzame elektriciteit. Daarnaast wordt ingezet op bijna nul emissies van schadelijke gassen en geluid, het beschermen van bodem en water, verbeteren van bereikbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, veiligheid en het realiseren van een uitstekende leefomgeving.
De wijze waarop het milieubeleid wordt uitgevoerd is bepalend voor het resultaat. De gemeente kan het niet alleen. Uitgangspunten voor strategische keuzes en de uitvoering zijn: het creëren van maatschappelijk draagvlak en milieubewust gedrag, een gezamenlijke verantwoordelijkheid van degemeente, bewoners en bedrijven. Goede samenwerking is essentieel. Hierbij wordt uitgegaan van twee sporen:
Enerzijds zal bij de uitvoering van het beleid voortdurend bekeken worden hoe communicatie het meest effectief ingezet kan worden bij de uitvoering van projecten op het gebied vanduurzame ontwikkeling. Anderzijds zal bij de uitvoering zo veel als mogelijk worden geprobeerd doelgroepen te laten participeren in projecten.
De bovenstaande grondslagen werken door in de onderwerpen die in de volgende hoofdstukken worden behandeld. De onderwerpen zijn ondergebracht in twee centrale thema's:
4 Het bevorderen van duurzame ontwikkeling
Het begrip duurzame ontwikkeling wordt gedefinieerd als "een ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien". Met andere woorden: zorg ervoor dat het milieu niet overbelast wordt. Gebruik niet meer grondstoffen en energie dan noodzakelijk en ga verstandig om met afval.
De gemeente verwacht van burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties dat zij een bijdrage leveren aan duurzaamheid. De gemeentelijke organisatie dient daarvoor zelf in de komende jaren een voorbeeldfunctie en voortrekkersrol te vervullen. Het consequent invullen van die voorbeeldfunctie en communiceren hierover kan een belangrijke bijdrage leveren in de transitie naar een duurzame gemeente.
Duurzame ontwikkeling is een breed begrip, heeft raakvlakken met alle beleidsvelden, omvat een bijna oneindig aantal mogelijkheden, van Millenniumgemeente* tot CO2-reductie maatregelen, en heeft vooral effect wanneer belanghebbenden met elkaar samenwerken. Duurzame ontwikkeling is geen wettelijke taak. Er is dan ook beleidsvrijheid voor de gemeente aanwezig. De gemeente vult deze beleidsvrijheid in met de volgende thema's die passend zijn voor Zandvoort.
Thema 1 Voorbeeldfunctie gemeentelijke organisatie
Thema 2 Stimuleringsbeleid duurzame ontwikkeling
Thema 1 Voorbeeldfunctie gemeentelijke organisatie
Doelstelling(en): De gemeente streeft duurzaamheid en een forse CO2-reductiebinnen haar gemeentelijke organisatie na .
De gemeente Zandvoort geeft uitvoering aan het klimaatakkoord 2007-2011 dat door VNG en Rijk is ondertekend. Dit houdt in dat de gemeente streeft naar 75% duurzaam inkopen in 2010 en 100% in 2015 .
Toelichting: Op het gebied van duurzaamheid moet de gemeente het goedevoorbeeld geven aan andere partijen (burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties). Het consequent invullen hiervan en het hierover communiceren, kan de gewenste omslag in gang brengen naar een duurzame gemeente. De invulling van de voorbeeldfunctie betreft een inspanningsverplichting.
Uitvoering: Onder de noemer van gemeentelijke interne milieuzorg voert degemeente onderzoek en maatregelen uit op het gebied van materiaal- en energiebesparing, toepassing van duurzame energie, brandstoffen en producten binnen haar gemeentelijke organisatie. Hiertoe behoren ook duurzaam inkopen en afvalreductie.
Verantwoordelijkorganisatieonderdeel: Afdelingen Facilitaire zaken, Ontwikkeling en Beheer en hetregionaal inkoopbureau, Milieudienst Ijmond
Verantwoording: Reguliere begroting, dienstverleningscontract Milieudienst Ijmonden rijkssubsidie/jaarrekening en milieujaarverslag
Thema 2 Stimuleringbeleid duurzame ontwikkeling
Doelstelling(en): De gemeente Zandvoort draagt het belang van duurzame ontwikkeling uit en ondersteunt waar mogelijk externe partijen hierbij.
De gemeente Zandvoort geeft uitvoering aan het klimaatakkoord 2007-2011 dat door VNG en Rijk is ondertekend en de klimaatafspraak 2008-2012 die de gemeente met de provincie Noord-Holland heeft ondertekend. De gemeente draagt hiermee bij aan het realiseren van de landelijke (en de provinciale) doelstelling t .a .v . CO2-reductie (zie § 2 .2 .3) .
Toelichting: De Rijksoverheid stelt duurzame ontwikkeling centraal in haar beleid zoals vastgelegd is in de Nota "Schoon en Zuinig" van het ministerie van VROM. Zij heeft de ambitie vastgelegd in Nederland binnen 25 jaar een duurzame samenleving te realiseren. Economische groei mag niet ten koste gaan van mens en milieu. Dit betekent dat er een transitie (overgang) moet plaatsvinden op het gebied van bijvoorbeeld energievoorziening, mobiliteit en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Van gemeenten wordt verwacht dat zij bij deze transitie een stimulerende rol vervullen. Hiertoe heeft het Rijk met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten afspraken gemaakt die vastgelegd zijn in het Klimaatakkoord 2007-2011 .
Ook de provincie Noord-Holland wil graag met de Noord-Hollandse gemeenten samenwerken om de landelijke en provinciale doelstellingen op het punt van energiebesparing, Duurzame Energie en CO2-reductie te kunnen halen. De samenwerking met de gemeenten is bestendigd in de klimaatafspraak 2008-2012 .
De bijdrage van de gemeente Zandvoort aan de landelijke klimaatdoelstellingen bestaat uit een inspanningsverplichting. De bijdrage is geleverd als uitvoering gegeven is aan het klimaatakkoord en de klimaatafspraak.
Uitvoering: De concretisering van de bovengenoemde doelstelling vraagt om een programmatische aanpak met een duidelijke strategie. Niet alles kan en moet in één keer in een korte tijd worden veranderd. Ook hebben projecten van dit thema relaties met de andere thema's op het gebied van duurzame ontwikkeling in dit beleidplan. Gelet op de vele mogelijkheden zullen ten aanzien van de uitvoering keuzes moeten worden gemaakt die passen bij de ambitie en de uitvoeringsmogelijkheden binnen de gemeente.
Om de doelstellingen te bereiken is een integrale aanpak en samenwerking van alle betrokken gemeentelijke afdelingen noodzakelijk. Naast de taken en projecten die al in uitvoering zijn, zal vanaf 2009 bij het opstellen van het milieuwerkprogramma en de afdelingsplannen aandacht zijn voor deze programmering en de integraliteit.
Verantwoordelijk organisatieonderdeel: Afdeling Ontwikkeling en Beheer, Vergunningverlening en handhaving
Verantwoording: reguliere begroting/jaarrekening, milieujaarverslag, KIMO jaarverslag
Doelstelling(en): Het stimuleren van duurzaam recreëeren en toerisme.
Het stimuleren van ondernemers het "Green Key" keurmerk voor duurzaam toerisme te behalen.
Het bevorderen van een schone en veilige Noordzee en een aantrekkelijk Noordzeestrand.
Toelichting: Als onderdeel van duurzame ontwikkeling kent ook het thema
duurzaam toerisme vele facetten. Duurzaam toerisme is een streefbeeld. Er blijven altijd ongewenste effecten en kansen die vragen om benut te worden. Daarom is het beter te spreken van duurzame toeristische ontwikkeling. Hierbij wordt gestreefd naar integratie en balans van economie, milieu, veiligheid, sociale cultuur en natuur bij alle facetten van het toerisme in Zandvoort.
De gemeente Zandvoort is lid van het algemeen bestuur van KIMO Nederland en België. KIMO is een Europese milieuorganisatie voor lokale overheden rond de noordelijke zeeën en zet zich in voor een schone en veilige Noordzee en een aantrekkelijk Noordzeestrand.
Uitvoering: Om de doelstellingen te bereiken is een integrale aanpak en
samenwerking van alle betrokken gemeentelijke afdelingen noodzakelijk.
De grondslagen van milieubeleid genoemd in hoofdstuk 3 vormen hiervoor het kader. De uiteindelijke ambities, keuzes en besluitvorming hierover vinden plaats in het proces van het opstellen en vaststellen van de toeristische visie zelf.
Via KIMO zal invloed uitgeoefend worden op het beleid van hogere overheden ten aanzien van de Noordzee.
Verantwoordelijkorganisatieonderdeel: Afdeling Ontwikkeling en Beheer, Vergunningverlening enhandhaving
Verantwoording: reguliere begroting/jaarrekening, milieujaarverslag, KIMOjaarverslag
Doelstelling(en): Duurzame ontwikkeling vormt een integraal onderdeel van hetbeheer van de openbare ruimte.
Voor alle nieuwbouwplannen zijn ambities opgesteld op basis van het instrument GPR-gebouw. Het ambitieniveau hiervoor bedraagt minimaal gemiddeld een 8 . Dit geldt voor woningen, scholen en kantoren.
Toelichting: Duurzaam bouwen is in veel gemeenten in Nederland een regulieronderdeel van de gemeentelijke praktijk. Wanneer duurzaam bouwen door alle partijen vanaf het begin van het planproces wordt meegenomen is er, bij een realistisch ambitieniveau, sprake van geen tot beperkte meerkosten terwijl er aanzienlijk milieuwinst op bijvoorbeeld energie- en materiaalgebruik geboekt kan worden. Voor de nieuwbouw van woningen, scholen en utiliteitsgebouwen zal worden voorgesteld gebruik te maken van het instrument GPRgebouw*. GPR-gebouw (versie 4 .0) is een praktisch en gebruiksvriendelijk softwarepakket waarmee een score op verschillende duurzaamheidaspecten wordt weergegeven (energie, afval, gezondheid, materiaal, water). De prestaties worden uitgedrukt in rapportcijfers (een 6 voldoet aan het Bouwbesluit en is dus wettelijk voorgeschreven, een 10 is maximaal, bv . energieneutraal).
Daarnaast kan op stedenbouwkundig niveau (wijk, industrieterrein) beleid worden geformuleerd tot het opstellen van een energievisie, waarin verschillende scenario's op het gebied van (duurzame) energie worden gepresenteerd en doorgerekend op haalbaarheid. Investeringen op energiegebied met een terugverdientijd van minder dan 5 jaar kunnen wettelijk aan ondernemingen worden opgelegd. Ook kunnen aspecten als de verhouding bebouwd/onbebouwd oppervlak of oppervlakte groenvoorziening per wooneenheid als uitgangpunten gebruikt worden om verdere verstedelijking te beperken.
Uitvoering: In alle nieuwe bestemmingsplannen, bestemmingsplanwijzigingenen stedenbouwkundige visies wordt een paragraaf duurzaam bouwen opgenomen. Daarnaast wordt in een vroeg stadium van elke substantiële ruimtelijke ontwikkeling een advies op het gebied van duurzaam bouwen gegeven (zie ook de wettelijke thema's).
Verantwoordelijkorganisatieonderdeel: afdeling Ontwikkeling en Beheer, Milieudienst IJmond
Verantwoording: Reguliere begroting, dienstverleningscontract Milieudienst
IJmond/jaarrekening en milieujaarverslag
Betrokken externen: Bedrijfsleven (architecten, ontwikkelaars)
Thema 5 Natuur- en milieueducatie
Doelstelling(en): Het stimuleren van natuur- en milieueducatie bij basisscholen eninwoners om op die manier een attitudeverandering (milieuvriendelijker gedrag) te bewerkstelligen.
Toelichting: Natuur- en milieueducatie is een integraal onderdeel van het
milieubeleid. Op de basisscholen in onze gemeente is aandacht voor natuur en milieu. Er worden diverse activiteiten op dit front uitgevoerd. Er kan echter meer gedaan worden aan natuur- en milieueducatie. Als mensen op jonge leeftijd op een positieve manier met natuur en milieu in aanraking zijn gekomen, werkt dit hun hele leven lang door.
Uitvoering: Essentieel is de visie van de basisscholen zelf. De uitvoering moetaansluiten bij hun wensen en mogelijkheden. Elk jaar kunnen aansprekende projecten worden georganiseerd die zijn gericht op participatie van de doelgroepen (scholen en burgers).
Verantwoordelijkorganisatieonderdeel: afdeling Ontwikkeling en Beheer
Verantwoording: reguliere begroting/jaarrekening en milieujaarverslag
Betrokken externen: Steunpunt NME Zuid-Kennemerland, basisscholen, inwoners
Het adequaat uitvoeren van wettelijke milieutaken borgt mede de kwaliteit van de leefomgeving in Zandvoort. De thema's die hieronder vallen zijn:
Thema 7 Natuur en biodiversiteit
Thema 12 Milieuvergunningen en handhaving
Thema 13 Riolering en afvalinzameling
De vrije beleidsruimte binnen deze wettelijke taken zijn beperkt behoudens het thema Groen, waar de gemeente grotendeels zelf invulling kan geven in het kader van de ruimtelijke ordening van de gemeente.
Doelstelling(en): Het beschermen en bewaken van groen.
Toelichting: De aanwezigheid van groen levert een kwaliteitsbijdrage aan deleefomgeving binnen de gemeente. Daarnaast heeft groen veelal een verbindingsfunctie tussen natuurgebieden. Om groen te beschermen en te
bewaken is goed beheer van het groen noodzakelijk.
Beheersaspecten die aan de orde komen zijn:
Uitvoering Het is essentieel dat bewoners worden betrokken bij de inrichting van deopenbare ruimte met groenvoorzieningen. Het is immers hun leefomgeving
VerantwoordelijkOrganisatieonderdeel: afdelingen Ontwikkeling en Beheer en Reiniging en Groen
Verantwoording: Reguliere begroting/ jaarrekening en milieujaarverslag
Doelstelling(en): De waardevolle natuur in de duinen van Zandvoort
Toelichting: De gemeente Zandvoort heeft veel waardevolle natuur binnen haargrenzen. Een voorbeeld zijn de Amsterdamse Waterleiding Duinen en het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Deze gebieden zijn zo waardevol dat zij de Europese status van Natura 2000-gebied hebben. Dit is de hoogste beschermingstatus van een natuurgebied in de Europese Unie. Daarom geldt voor speciaal daar aangewezen soorten en habitattypen een zwaarder beschermingsregime dan onder de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Andere natuurgebieden binnen de Zandvoortse gemeentegrenzen maken onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) . Dit is een andere status dan Natura 2000, maar beschermt de betreffende gebieden ook.
Naast het feit dat in de gemeente beschermde natuurgebieden aanwezig zijn, zijn er ook beschermde plant- en diersoorten. Deze soorten zijn beschermd door de Flora- en faunawet. Deze soorten mogen niet zomaar worden geschaad en de populaties hiervan moeten duurzaam in stand blijven.
De hoofdambitie is om de natuur van Zandvoort zo goed mogelijk te beschermen. Hierbij zijn de wettelijk kaders leidend.
Kader: Natuurbeschermingswet, Flora- en faunawet
Uitvoering: Inzet is het optimaal met elkaar verbinden van de natuurgebiedenAmsterdamse Waterleidingduinen en het Nationaal Park ZuidKennemerland, binnen de planologische mogelijkheden van de gemeente. Hiervoor zal door de natuurbeheerders (o .a . de provincie Noord-Holland) een ecoduct worden gerealiseerd. De realisatie (planning) is afhankelijk van financiële aspecten.
Verantwoordelijkorganisatieonderdeel: Afdeling Ontwikkeling en Beheer
Verantwoording: Reguliere begroting/jaarrekening en milieujaarverslag
Doelstelling(en): De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden
blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen, op het gebied van vervoer van gevaarlijke stoffen en gebruik van deze stoffen, worden tot een minimum beperkt.
Toelichting: Er is transparantie in de aard en grootte van externe veiligheids
risicocontouren. De grootste externe veiligheidscontouren van 2006 zijn geminimaliseerd.
Externe veiligheid is een integraal onderdeel van de afwegingen in ruimtelijke planprocessen.
Alle informatie over externe veiligheidscontouren is beschikbaar via internet. Er is een adequaat beeld van de externe veiligheidssituatie.
Kader: Wet milieubeheer, Wet vervoer milieugevaarlijke stoffen, Registratiebesluit Risico's Gevaarlijke Stoffen (RRGS), Besluit Externe Veiligheid voor Inrichtingen (BEVI)
Uitvoering: Beheer RRGS, Aanwijzing route gevaarlijke stoffen (ad hoc),
Het op voldoende niveau up-to-date houden van externe veiligheidskaarten.
Verantwoordelijkorganisatieonderdeel: Milieudienst IJmond
Verantwoording: Dienstverleningscontract Milieudienst IJmond/jaarrekening enmilieujaarverslag
Betrokken externen: Provincie Noord-Holland, Regionale Brandweer
Doelstelling(en): Bodem en asbest vormen in 2015 geen ernstige
milieuproblemen in de gemeente Zandvoort. De uitvoering van het bodembeleid is goeddeels in de beheerfase aangeland, wat in 2030 helemaal het geval zal zijn. Er is gebiedgericht bodembeleid op basis van adequate bodemkaarten.
Toelichting: Bodemkwaliteit kan niet meer los worden gezien van ruimtelijke
ordening en ruimtelijke ontwikkeling. In het vierde nationaal milieubeleidsplan (NMP 4) is opgenomen dat de werkvoorraad van de bodemsaneringoperatie in Nederland in kaart moet worden gebracht (landsdekkend beeld). In dat kader is een inventarisatie van voor bodemverontreiniging (historisch) verdachte locaties verricht. In 2008-2009 wordt de bodemkwaliteit van alle relevante locaties uit de inventarisatie onderzocht in het kader van het project Oriënterende Onderzoeken Nieuwe Stijl.
In 2030 moet voor bodem de stabiele eindsituatie zijn bereikt. Dit betekent dat alle bodemverontreiniging beheersbaar moet zijn. VROM stelt tot 2030 budget beschikbaar om bodemverontreiniging aan te pakken. Na 2030 moet de gemeente of de markt alles zelf betalen. Het bodembudget is opgenomen in het Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV) . Het doel van het ISV-bodembudget is in eerste instantie om knelpunten door bodemverontreiniging op te lossen. Alle in Zandvoort aanwezige bodemonderzoekdossiers zijn in een geautomatiseerd bodeminformatiesysteem ingevoerd.
Op basis van deze ingevoerde onderzoeken is voor Zandvoort een bodemkwaliteitskaart gemaakt en is een bodembeheerplan opgesteld waarin de regels zijn opgenomen voor grondverzet op basis van de bodemkwaliteitskaart.
Kader: Wet bodembescherming, Besluit Bodemkwaliteit, Wet milieubeheer
Uitvoering: Bodem, asbest en bouwstoffen zijn een integraal onderdeel van deafwegingen in ruimtelijke planprocessen.
Alle informatie over bodemkwaliteit en de aanwezigheid van asbest is beschikbaar via internet. Er is een adequaat beeld van de situatie over bodemkwaliteit en het voorkomen van asbest.
Het op voldoende niveau up-to-date houden van bodemkwaliteitskaarten.
Verantwoordelijkorganisatieonderdeel: Milieudienst IJmond
Verantwoording: Dienstverleningscontract Milieudienst IJmond/jaarrekening enmilieujaarverslag
Doelstelling(en): In de hele gemeente wordt voldaan aan de gestelde wettelijkenormen voor luchtkwaliteit.
Toelichting: Op 15 november 2007 is de 'Wet luchtkwaliteit' in werking
getreden. De 'Wet luchtkwaliteit' vervangt het Besluitluchtkwaliteit 2005 . De aanleiding daartoe is de maatschappelijke discussie die ontstond als gevolg van de directe koppeling tussen ruimtelijke ordeningsprojecten en luchtkwaliteit. De directe koppeling had tot gevolg dat veel geplande (en als noodzakelijk of gewenst ervaren) projecten geen doorgang konden vinden. Met de nieuwe 'Wet luchtkwaliteit' en bijbehorende bepalingen en hulpmiddelen, wil de overheid zowel de verbetering van de luchtkwaliteit bewerkstelligen als ook de gewenste ontwikkelingen in ruimtelijke ordening doorgang laten vinden. Op Rijksniveau worden sinds 2006 maatregelen genomen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Het is van groot belang om maatregelen op het juiste niveau te nemen. De invloed van de gemeente is beperkt, maar op kleine schaal kunnen lokale maatregelen invloed hebben op de luchtkwaliteit. In Zandvoort zijn er op het gebied vanluchtkwaliteit geen knelpunten. De oorzaak van de goede luchtkwaliteit is dat in Zandvoort sprake is van relatief lage achtergrondconcentraties van verontreinigende stoffen (als fijn stof en stikstofdioxide) en relatief rustige verkeerswegen. Dit ondanks de grote aantallen toeristen. In de gemeente Zandvoort bevinden zich geen rijkswegen of grote industrieterreinen. Er bestaat daarom geen verplichting tot het maken van een actieplan.
Uitvoering: Luchtkwaliteit is een integraal onderdeel van de afwegingen in
ruimtelijke planprocessen. Hierover wordt door de Milieudienst IJmond geadviseerd.
Alle informatie over luchtkwaliteit is beschikbaar via internet. Er is een
adequaat beeld van de luchtkwaliteitsituatie.
Het op voldoende niveau up-to-date houden van luchtkwaliteitskaarten (verkeersmilieukaart VMK) en daarover rapporteren.
Verantwoordelijkorganisatieonderdeel: Milieudienst IJmond
Verantwoording: Dienstverleningscontract Milieudienst IJmond/jaarrekeningmilieujaarverslag
Doelstelling(en): Het voorkomen of beperken van geluidhinder ter bescherming vanhet milieu en de volksgezondheid.
Toelichting: De Wet geluidhinder vormt het juridisch kader voor het Nederlandsegeluidbeleid. De Wet bevat een uitgebreid stelsel van bepalingen ter voorkoming en bestrijding van geluidhinder door onder meer industrie, wegverkeer en spoorwegverkeer. Horeca valt hier niet onder; dit valt onder het thema Milieuvergunningen en Handhaving (wet Milieubeheer).
De Wet geluidhinder richt zich vooral op de bescherming van de burger in zijn woonomgeving en bevat normen voor de maximale geluidbelasting op woningen en gevoelige objecten.
Op basis van Europese regelgeving zijn in 2007 geluidbelastingkaarten voor Zandvoort opgesteld. De geluidbelastingkaarten geven de geluidbelasting als gevolg van bedrijfsactiviteiten, wegverkeer en railverkeer weer en het aantal woningen dat aan die geluidbelasting wordt blootgesteld. Op basis van de geluidbelastingkaarten is in 2008- begin 2009 een actieplan opgesteld.
Kader: Wet geluidhinder, Wet milieubeheer, EU Richtlijn omgevingslawaai
Uitvoering: Geluid is een integraal onderdeel van de afwegingen in ruimtelijkeplanprocessen. Alle informatie over de geluidssituatie is beschikbaar via internet. Er is een adequaat beeld van de geluidssituatie. Op basis van de geluidkaarten is in 2008-begin 2009 een actieplan opgesteld. Waar mogelijk worden de acties uit het actieplan uitgevoerd.
Verantwoordelijkorganisatieonderdeel: Milieudienst Ijmond, afdeling Ontwikkeling en Beheer
Verantwoording: Reguliere begroting, dienstverleningscontract Milieudienst Ijmond,rijkssubsidie/jaarrekening en milieujaarverslag
Doelstelling(en): Het adequaat houden van milieuvergunningen en de
handhaving daarvan. Daarbij dient er naast de controle en handhaving meer aandacht te zijn voor advisering, voorlichting en samenwerking.
In het kader van het wettelijk adviseurschap van Zandvoort wordt er op toegezien dat afspraken zoals vastgelegd in de milieuvergunningen van provinciale inrichtingen worden nagekomen.
Toelichting: Op basis van de Wet milieubeheer dient de gemeente de
milieuvergunningen van bedrijven en instellingen te actualiseren. Dit houdt onder meer in dat zowel nieuwe regelgeving als de laatste stand der techniek in de milieuvergunning wordt opgenomen. Daarnaast dient de gemeente periodiek toe te zien op een correcte naleving van de milieuwetgeving.
Per 1 januari 2010 wordt de nieuwe omgevingsvergunning (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht WABO) van kracht. De Milieudienst IJmond participeert in het implementatietraject.
Voor inrichtingen als het circuit is Gedeputeerde Staten van NoordHollland het bevoegde gezag in het kader van de Wet milieubeheervergunningen. De gemeente Zandvoort heeft een status als wettelijk adviseur.
Kader: Wet milieubeheer, Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer
Uitvoering: De analyse en prioriteitstelling die zijn opgenomen in het
gemeentelijke handhavingsprogramma (2007-2009) vormen het kader voor de uitvoering.
Verantwoordelijkorganisatieonderdeel: Milieudienst IJmond
Verantwoording: Dienstverleningscontract Milieudienst IJmond/jaarrekening enmilieujaarverslag
Doelstelling(en): Het uitvoeren van taken die voortkomen uit de Wet milieubeheer,met als doel het voorkomen of beperken van overlast ter bescherming van het milieu en de volksgezondheid.
Toelichting: Zowel op het gebied van riolering als afvalinzameling zijn de
wettelijke kaders leidend. Voor de riolering is het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) van toepassing. Afvalinzameling is een gemeentelijke plicht. Daarnaast biedt de Wet Milieubeheer mogelijkheden regulerend op te treden ten aanzien van inrichtingsgebonden afval.
Kader: Gemeentelijk rioleringsplan (GRP), Wet milieubeheer
Uitvoering: Bij afwegingen en besluitvorming rondom gemeentelijke riolerings-en afvalplannen vormt milieu een integraal onderdeel. Het is wenselijk om in 2009 het gemeentelijk rioleringsplan aan te passen
Aandachtspunten riolering: verbeteren afvoer riolering waar nodig, afkoppelen van het verharde oppervlak, dimensionering riolering.
Aandachtspunten afval: in- en uitpandige opslag van afval, verzamelcontainers, capaciteit en frequentie van lediging openbare vuilnisbakken.
Verantwoordelijkorganisatieonderdeel:
Afdelingen Ontwikkeling en Beheer en Groen en Reiniging
Verantwoording: Reguliere begroting/jaarrekening en milieujaarverslag