Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Leerlingenvervoer Barendrecht 2013 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer Barendrecht 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De Verordening Leerlingenvervoer gemeente Barendrecht 2011 wordt hierbij ingetrokken. Artikel 30 bevat een overgangsbepaling.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-05-2013 | 21-03-2018 | nieuwe regeling | 07-05-2013 Blik op Barendrecht, 23-05-2013 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Barendrecht;
gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra
en de Wet op het voortgezet onderwijs;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 april 2013;
gezien het advies van de commissie Samenleving van 16 april 2013
1. in te trekken de Verordening leerlingenvervoer Barendrecht 2011, d.d. 7 mei 2011,
2.vast te stellen de Verordening leerlingenvervoer Barendrecht 2013, inclusief de artikelsgewijze toelichting.
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele beperking van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;
commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel Ivan de Wet op de expertisecentra. De commissie van begeleiding bestaat uit deskundigen en is zodanig samengesteld dat zij adequaat vanuit hun vakgebied kan adviseren vanuit zowel onderwijskundig als pedagogisch, psychologisch en medisch oogpunt, rekening houdend met de beperking van de leerling.
ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel Ivan de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingendie zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs:
Artikel 3. Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 8 of 13 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzonderescholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4. Uitbetaling van de bekostiging
Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de periode van vergoeding, met dien verstande dat de tijdsduur, indien dit mogelijk is, voor meerdere jaren of de hele schoolperiode kan worden vastgesteld.
Artikel 6. Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het derde lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging van de vervoerskosten is verstrekt, vervalt de aanspraak per direct en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.
De vervoersvoorziening kan worden gewijzigd, opgeschort of ingetrokken indien de bij de aanvraag verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat er op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling van de aanvraag de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest.
De verantwoordelijkheid voor het gedrag van de leerling gedurende het verblijf van de leerling in het aangepast vervoer berust bij de ouders. In geval van ernstig wangedrag door de leerling gedurende het verblijf in het aangepast vervoer, kan het college besluiten de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten te wijzigen, op te schorten dan wel in te trekken.
TITEL 2: Bepalingen omtrent het vervoer van de (niet gehandicapte) leerlingenvan scholen voor primair onderwijs
Artikel 8. Algemene bepalingen omtrent het vervoer van de niet – gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt voor het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel opstapplaats en:
de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of b. een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee brengt dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.
Indien het college de gevraagde bekostiging niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt zij bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers)advies van de permanente commissie leerlingenzorg of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang kan zijn.
Artikel 9. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
In afwijking van het eerste lid, maar onverminderd het bepaalde in artikel 8 eerste lid verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets (op basis van de Reisregeling binnenland), indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
Artikel 10. Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 9, verstrekt het college tevens bekostiging van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Artikel 12. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste autoroute afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
TITEL 3: Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
Artikel 13. Algemene bepalingen
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet)speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging van de vervoerskosten, indien :
met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.
Indien het college de gevraagde bekostiging niet of slechts gedeeltelijk verstrekt, betrekt zij bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers)advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang kan zijn.
Artikel 14: Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
In afwijking van het eerste lid, maar onverminderd het bepaalde in artikel 13 eerste lid, verstrekt het college een bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets (op basis van de Reisregeling binnenland), indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets. Deze bekostiging is ten hoogste gelijk aan de kosten voor het openbaar vervoer.
Artikel 15. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van eenbegeleider
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 14, verstrekt het college tevens de daarin bedoelde vervoerskosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, vanwege zijn beperking, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt zij bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers) advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang kan zijn.
Artikel 16. Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt zij bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers) advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang kan zijn.
Artikel 17. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming als gevolg van het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste autoroute, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 18. Bekostiging vervoerskosten
Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 13, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt zij bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers)advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang kan zijn.
TITEL 4: Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer
Artikel 19. Bekostiging van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders
Het college verstrekt desgewenst bekostiging van- de kosten van het weekeinde en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze titel.
Artikel 20. Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer
Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van het weekeinde vervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college verstrekt bekostiging van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.
TITEL 5: Drempelbedrag en inkomensafhankelijke bijdrage
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het gezinsinkomen meer bedraagt dan € 24.300,-, wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaarvervoer over de in artikel 8 bepaalde afstand te boven gaan.
In geval het college het vervoer laat verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een drempelbedrag dat gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 8 bepaalde afstand, indien het inkomen meer bedraagt dan € 24.300,-.
Het bedrag genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van januari 2014 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzicht van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van €450.Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag.
Artikel 22. Inkomensafhankelijke bijdrage
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs 20 kilometer of meer bedraagt betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5.
TITEL 6: Bepalingen betreffendehet vervoer van gehandicapte leerlingen vanscholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs
Artikel 23. Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
Het college verstrekt op aanvraag bekostiging in de vervoerskosten op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college tevens artikel 8, lid 2 in acht.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
Artikel 24. Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien
de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 8, lid 2 in acht. Of:
Artikel 25. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostiging op basis van een kilometervergoeding voor de kortste autoroute, afgeleid van de Reisregeling binnenland, tot een maximum van het aangepast vervoer behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging in de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 26. Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 28. Afwijkingen van bepalingen
In bijzondere gevallen, kan het college aangaande het vervoer voor onderwijs, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening. Hierbij kan advies worden gevraagd aan de commissie voor de begeleiding en/of andere deskundigen.
Voor leerlingen die in het schooljaar 2012-2013 gebruik maken van het leerlingenvervoer en waarvoor de vervoersvoorziening, op basis van deze verordening, in het nieuwe schooljaar 2013-2014 ongunstiger uitpakt, geldt een overgangsregeling tot 22 februari 2014, hetgeen inhoudt dat de bepalingen van de Verordening leerlingenvervoer 2011 tijdelijk nog van toepassing zijn.
Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Barendrecht
van 7 mei 2013
De griffier De voorzitter
Mevrouw mr. G.E. Figge drs. J. van Belzen
Ieder kind heeft recht op passend onderwijs. In sommige gevallen kunnen kinderen niet zelfstandig naar
school, of kunnen ze niet door hun ouders gehaald en gebracht worden. Als aan bepaalde criteria is voldaan,
kunnen ouders een beroep doen op de verordening leerlingenvervoer. De verordening leerlingenvervoer gaat
over de bekostiging van een vervoersvoorziening. Het expliciete doel van de regeling is het verstrekken van een voorziening. Het is aan de gemeente om te beslissen in welke vorm de voorziening wordt verstrekt. Het
impliciete doel is het effectueren van het recht op onderwijs en de vrijheid van onderwijs.
Voor de toekenning van de vergoeding wordt uitgegaan van de kosten van het vervoer naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor een leerling met een beperking. De ouders kunnen de gemeente ook vragen het vervoer van hun kind(eren) naar de dichtstbijzijnde school van de gewenste levensbeschouwelijke richting te verzorgen. Voor vervoer naar het primair onderwijs voor de niet gehandicapte leerling wordt een eigen bijdrage opgelegd. Dit is niet voor iedere leerling van toepassing. ( zie nadere uitwerking)
Artikel 4, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), artikel 4, eerste lid, van de Wet op het
voortgezet onderwijs (WVO) en artikel 4, eerste lid van de Wet op de expertisecentra (WEC), verplichten de
gemeenteraad een regeling vast te stellen voor het leerlingenvervoer. De verordening geeft uitvoering aan de
taakstelling van de gemeentebesturen inzake de bekostiging van het vervoer van leerlingen van en naar
scholen voor basisonderwijs, speciale scholen voor basisonderwijs, of (voortgezet) speciaal onderwijs. Tevens
worden nadere regels gegeven voor de bekostiging van het weekeinde- en vakantievervoer.
Er is geen zorgplicht in het kader van leerlingenvervoer voor leerlingen die het reguliere voortgezet onderwijs
bezoeken, dus ook niet voor praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs. Een uitzondering geldt
voor leerlingen die vanwege een handicap niet of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kunnen
maken, zij hebben recht op leerlingenvervoer op basis van Titel 6 van de verordening. Dit moet per leerling
Naast procedurevoorschriften over de wijze waarop de aanvragen voor bekostiging door de ouders kunnen
worden ingediend, bevat deze verordening criteria aan de hand waarvan ouders aanspraak kunnen maken op bekostiging van de vervoerkosten. Centraal uitgangspunt is daarbij dat de verantwoordelijkheid voor het
schoolbezoek van de leerling bij de ouders blijft liggen (artikel 2 van de verordening).
Met het begrip ‘bekostiging’ wordt bedoeld dat de betaling aan de ouders niet het karakter heeft van een
‘kostendekkende betaling’. Dit neemt echter niet weg dat de bekostiging in een aantal gevallen kostendekkend kan zijn.
Het college bepaalt welke wijze van vervoer wordt bekostigd aan de ouders. Uitgangspunt van de regeling is
voor de leerling het meest passende vervoer.
De verordening onderscheidt een drietal wijzen van vervoer:
3. eigen vervoer, (brom) fiets of auto .
Soort vervoersvoorziening Titel 2 Titel 3 Titel 6
Fiets Artikel 9 Artikel 14 N.v.t.
Openbaar Vervoer Artikel 9 Artikel 14 Artikel 23
Begeleiding OV of fiets Artikel 10 Artikel 15 Artikel 23
Aangepast Vervoer Artikel 11 Artikel 16 Artikel 24
Eigen vervoer Artikel 12 Artikel 17 Artikel 25
Uitzondering in verband met handicap Titel 6 Artikel 18 N.v.t.