Organisatie | Oudewater |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2013 gemeente Oudewater |
Citeertitel | Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2013 gemeente Oudewater |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2013 | 01-01-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeloing | 18-04-2013 | D5-142 |
De raad van de gemeente Oudewater;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;
gelet op artikel 8, lid 1, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand,
artikel 35, eerste lid, onderdeel b en artikel 20, tweede lid IOAW, en
artikel 35, eerste lid, onderdeel b en artikel 20, tweede lid IOAZ, van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2013 gemeente Oudewater
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven in deze verordening en de toelichting, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Het college: het college van burgemeester en wethouders van Oudewater
b. Uitkering: de algemene en bijzondere bijstand op grond van de WWB alsmede een uitkering op grond van de Ioaw en Ioaz.
c. Uitkeringsnorm: de toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, onderdeel c WWB of de uitkeringsgrondslag als bedoeld in de artikel 5 IOAW/IOAZ.
d. Maatregel: het verlagen van de uitkering alsmede het blijvend of tijdelijk (gedeeltelijk) weigeren van een uitkering op basis van artikel 18 WWB of artikel 20 IOAW/IOAZ.
e. Benadelingsbedrag: De uitkering waarop over een langere periode of tot een hoger bedrag een beroep is gedaan ten gevolge van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan
Artikel 2 Het besluit tot opleggen van een maatregel
In het besluit tot opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: de reden van de maatregel, de datum van aanvang van de maatregel, de duur van de maatregel, het percentage waarmee de uitkering wordt verlaagd of geweigerd, het bedrag waarmee de uitkering wordt verlaagd of geweigerd en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel.
Artikel 5 Berekeningsgrondslag
In afwijking van het eerste lid wordt, indien van toepassing, de verlaging toegepast op
6a. de uitkeringsnorm vermeerderd met de op grond van artikel 12 WWB verleende bijzondere bijstand; of
b. de verleende bijzondere bijstand indien de verwijtbare gedraging van belanghebbende, in relatie met zijn recht op bijzondere bijstand daartoe aanleiding geeft.
Hoofdstuk 2 Niet nakomen van de verplichtingen met betrekking tot arbeidsinschakeling
Artikel 7 Indeling in categorieën
De gedragingen van belanghebbenden, waardoor de verplichtingen op grond van de artikelen 9, 9a of 55 van de WWB, artikelen 37 of 38 van de IOAW/IOAZ, de verplichtingen op grond van artikel 30c, tweede en derde lid wet SUWI, de verplichtingen tot medewerking op grond van artikel 25, 23 en 31 van de Wet inburgering (Wi) niet of onvoldoende zijn nagekomen of blijk is gegeven van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan als bedoeld in artikel 18, lid 2 WWB, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
Het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het UWV WERKbedrijf of het niet tijdig verlengen van deze registratie.
a. Het niet of in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling.
b. Het niet of in onvoldoende mate meewerken aan het opstellen en evalueren van een plan van aanpak zoals bedoeld in artikel 44a WWB.
a. het niet naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen;
b. het door houding of gedrag belemmeren van de arbeidsinschakeling;
c. het niet of in onvoldoende mate meewerken aan het uitvoeren van een plan van aanpak zoals bedoeld in artikel 44a WWB.
d. het niet of in onvoldoende mate gebruikmaken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling, re-integratie, inburgering of participatie, voor zover dit niet heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot het voortijdig beëindigen van die voorziening.
e. het door houding en gedrag ondubbelzinnig laten blijken de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 9 lid 1 onder b WWB, respectievelijk artikel 37 lid 1 onder e IOAW/IOAZ niet te willen nakomen, wat heeft geleid tot het intrekken van de ontheffing van de arbeidsplicht voor een alleenstaande ouder zoals bedoeld in artikel 9a lid 1 WWB, respectievelijk artikel 38 lid 1 IOAW/IOAZ.
a. het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid;
b. het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid;
c. het niet of in onvoldoende mate gebruikmaken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling, re-integratie, inburgering of participatie, voor zover dit heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot het voortijdig beëindigen van die voorziening;
Artikel 8 De hoogte en duur van de maatregel
De verlaging wordt onverminderd artikel 2 van deze verordening vastgesteld op:
a. vijf procent van de uitkeringsnorm gedurende een maand bij gedragingen van de eerste categorie;
b. twintig procent van de uitkeringsnorm gedurende een maand bij gedragingen van de tweede categorie;
c. veertig procent van de uitkeringsnorm gedurende een maand bij gedragingen van de derde categorie;
d. honderd procent van de uitkeringsnorm gedurende een maand bij gedragingen van de vierde categorie.
Hoofdstuk 3 Overige maatregelen
Artikel 9 Nadere verplichtingen
Indien een belanghebbende een verplichting als bedoeld in artikel 55 van de WWB niet of in voldoende mate nakomt, wordt een verlaging toegepast van 20% van de uitkeringsnorm gedurende een maand.
Artikel 10 Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
Indien een belanghebbende geen beroep meer kan doen op een passende en toereikende voorliggende voorziening omdat deze volledig wordt verrekend met een bestuurlijke boete wegens het bij herhaling schenden van de inlichtingenverplichting, wordt een maatregel opgelegd van 100% gedurende de eerste drie maanden gerekend vanaf de start van de verrekening.
Artikel 11 Zeer ernstige misdragingen
Van het opleggen van de maatregel bedoeld in het eerste lid kan, indien sprake is van verbaal geweld, worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het verbale geweld plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder een schriftelijke waarschuwing in verband met ernstige gedragingen is gegeven.