Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Noordwijk

Financiële verordening 2013 gemeente Noordwijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Noordwijk
Officiële naam regelingFinanciële verordening 2013 gemeente Noordwijk
CiteertitelFinanciële verordening 2013 gemeente Noordwijk
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 212 gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2017nieuwe regeling

24-04-2013

Het Witte Weekblad

Onbekend.
01-01-200801-01-200801-01-2013nieuwe regeling

30-10-2008

Zeekant, 19-11-2008

Onbekend.

Tekst van de regeling

De raad der gemeente Noordwijk,

gelezen de voordracht van het college van burgemeester en wethouders dd. 5 maart 2013, inzake vaststelling verordening ex art. 212 GW

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Noordwijk (Financiële verordening 2013 gemeente Noordwijk)

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling

    iedere eenheid binnen de organisatie van de gemeente Noordwijk die als zodanig in het Organisatiebesluit van de gemeente is aangewezen.

  • b.

    administratie

    het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Noordwijk en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    autorisatieniveau

    het niveau waarop de gemeenteraad het college van burgemeester en wethouders machtigt om voor een bepaald jaar verplichtingen aan te gaan en uitgaven te doen voor een bepaald doel.

  • d.

    financieel beheer

    het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente

  • e.

    rechtmatigheid

    het in overeenstemming zijn met de begroting en van toepassing zijnde wettelijke regelingen

  • f.

    doelmatigheid

    het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen

  • g.

    doeltreffendheid

    de mate waarin de beoogde doelstellingen van het beleid daadwerkelijk worden behaald.

    Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

    Artikel 2. Planning- & controlcyclus

    Voor de aanvang van een begrotingsjaar biedt het college van burgemeester en wethouders de raad ter kennisname een planning aan met daarin de data voor de aanbieding/ vaststelling van de begroting met investeringsplan en meerjarenbegroting, de tussentijdse rapportages en de jaarstukken.

    Artikel 3. Kaders begroting

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders biedt de gemeenteraad –in de Voorjaarsnota– een voorstel aan over de beleidskaders voor de volgende meerjarenbegrotingsperiode. De gemeenteraad stelt de beleidskaders vast.

  • 2.

    Waar meerjarige onderhoudsplannen door de raad zijn vastgesteld, worden die als basis gehanteerd voor de ramingen van onderzoeksbudgetten in de ontwerpbegroting.

    Artikel 4. Programma-indeling

  • 1.

    De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode de programma-indeling van de begroting en de jaarstukken vast.

  • 2.

    De raad stelt –op voorstel van het college van burgemeester en wethouders– per programma relevante indicatoren vast voor het meten van de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid, en voor het afleggen van verantwoording daarover.

    Artikel 5. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de begroting worden onder elk van de programma’s de geraamde lasten en baten weergegeven. Bij de jaarstukken worden onder elk van de programma’s de gerealiseerde lasten en baten weergegeven.

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt een overzicht van nieuw voorgenomen investeringen voor een periode van vier jaren weergegeven: het Investeringsplan.

  • 3.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde kredieten weergegeven.

    Artikel 6. Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de lasten en de baten van de programma’s.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling biedt het college van burgemeester en wethouders de raad tevens het investeringsplan voor de komende vier begrotingsjaren aan, met het voorstel om met dit plan in te stemmen. Voor elk voornemen wordt op een later tijdstip een afzonderlijk voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet aan de raad aangeboden.

  • 3.

    Voor de in het investeringsplan opgenomen investeringsvoornemens van het eerstvolgende begrotingsjaar, kleiner dan € 100.000 wordt bij de vaststelling van de begroting een voorstel gedaan om deze investeringskredieten tegelijk met de vaststelling van de begroting beschikbaar te stellen.

  • 4.

    Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad doet het college van burgemeester en wethouders voorstellen voor wijziging van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten en zo nodig voor bijstelling van het beleid.

  • 5.

    Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen legt het college van burgemeester en wethouders vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor.

    Artikel 7. Tussentijdse rapportages

  • 1.

    Op de tijdstippen als bedoeld in de planning in artikel 2 informeert het college van burgemeester en wethouders de raad door middel van tussentijdse rapportages (genoemd de Voorjaarsnota en de Najaarsnota) over de realisatie van de begroting in de voorliggende maanden van het lopende boekjaar.

  • 2.

    De tussentijdse rapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en (zo nodig) de bijstelling van het beleid en (zo nodig) een overzicht met de bijgestelde ramingen van:

    • a.

      de baten en lasten per programma

    • b.

      de algemene dekkingsmiddelen

    • c.

      het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a. en b.

    • d.

      de (voorgenomen) toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves per programma

    • e.

      het resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen c. en d.

    • f.

      alsmede de realisatie en de raming van de uitputting van de investeringskredieten.

  • 3.

    In de tussentijdse rapportages worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten van elk programma en van investeringskredieten toegelicht. Daarbij zijn de bepalingen in de budgethoudersregeling van toepassing.

  • 4.

    In de Voorjaarsnota worden –ter vaststelling door de gemeenteraad– de uitgangspunten voor het opstellen van de ontwerp(meerjaren-)begroting voor de volgende jaren beschreven.

  • 5.

    Indien nodig biedt het college van burgemeester en wethouders in december van elk kalenderjaar de raad een nota aan (genoemd de Decembernota), waarin wordt voorgesteld om voor de afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van baten en lasten een begrotingswijziging vast te stellen.

    Artikel 8. Informatieplicht

    Het college van burgemeester en wethouders informeert de raad vooraf over een voornemen om nieuwe meerjarige verplichtingen aan te gaan waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 25.000

    Artikel 9. Jaarstukken

  • 1.

    Het college legt jaarlijks aan de raad verantwoording af door middel van het jaarverslag en de jaarrekening. In de jaarstukken worden in elk geval verschillen toegelicht die groter zijn dan € 25.000 ten opzichte van de raming.

  • 2.

    De raad stelt in het controleprotocol voor het accountantsonderzoek de kaders vast voor de uitvoering van de accountantscontrole.

  • 3.

    Het college actualiseert jaarlijks het normenkader en stelt een overzicht vast van de in het controlejaar geldende wet- en regelgeving. Het normenkader wordt ter informatie aan de raad aangeboden.

    Hoofdstuk 3. Financieel beleid

    Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1.

    De raad stelt in de nota Waardering en afschrijving vaste activa de kaders vast.

  • 2.

    Investeringen worden afgeschreven volgens de in de afschrijvingstabel aangegeven termijnen. Aan het college wordt de bevoegdheid toegekend om aanpassingen in de tabel aan te brengen, waarbij de afschrijvingstermijnen dienen te zijn gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. Afschrijvingstermijnen van investeringen die niet in de tabel voorkomen worden door de raad vastgesteld via de autorisatie van de betreffende investeringskredieten.

    Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen

  • 1.

    Voor openstaande vorderingen betreffende belastingen, rechten en heffingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd ter grootte van het historisch percentage van oninbaarheid, rekening houdend met eventuele noodzakelijke correcties op grond van inschattingen ten aanzien van de inbaarheid.

  • 2.

    Voor de overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op oninbaarheid van de openstaande vorderingen, ouder dan 3 maanden.

    Artikel 12. Reserves en voorzieningen

  • 1.

    Jaarlijks, gelijktijdig met de in artikel 7 genoemde Voorjaarsnota, biedt het college van burgemeester en wethouders de raad een (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan. Met het vaststellen van de nota bepaalt de raad de kaders voor de vorming van reserves en voorzieningen. De nota behandelt:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves

    • b.

      de vorming en besteding van voorzieningen

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en voorzieningen

  • 2.

    Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:

    • a.

      het specifieke doel van de reserve

    • b.

      de voeding van de reserve

    • c.

      de maximale hoogte van de reserve

    • d.

      de maximale looptijd van de investering / de reserve

  • 3.

    Indien een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, doet het college van burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad om de bestemmingsreserve vrij te laten vallen en aan de algemene reserve toe te voegen.

    Artikel 13. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van werken, leveringen en diensten en bij de bepaling van tarieven voor rechten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3.

    De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa wordt bepaald op het bij de begroting vastgestelde rentepercentage.

    Artikel 14. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, rechten, heffingen en leges.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders biedt de raad eens in de 4 jaar ter vaststelling een nota aan met betrekking tot de kaders voor de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende goederen en voor de prijzen van overige gemeentelijke diensten, leveringen en werken.

  • 3.

    De besluiten voor het vaststellen van nieuwe prijzen c.q. het wijzigen van bestaande prijzen worden ter kennisname aan de raad aangeboden.

    Artikel 15. Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting te kunnen uitvoeren

    • b.

      het beheersen van de aan de financieringsfunctie verbonden rente-, koers- en kredietrisico’s

    • c.

      het zoveel mogelijk beperken van de kosten van geldleningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt regels op ter uitvoering van de financieringsfunctie en legt deze regels vast in een treasurystatuut. Het college van burgemeester en wethouders zendt het treasurystatuut ter kennisgeving aan de raad.

    Artikel 16. Risicomanagement en weerstandsvermogen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt in de nota risicomanagement en weerstandsvermogen de kaders vast. Binnen deze kaders volgt het college de aanpak om de risico’s in beeld te brengen, de mogelijke consequenties te beoordelen en te bepalen hoe de risico’s worden beheerst. Het weerstandsvermogen vormt het vangnet om de financiële gevolgen van risico’s op te kunnen vangen voor zover deze op basis van risicomanagement niet zijn afgedekt.

  • 2.

    Overeenkomstig de kaders rapporteert het college over de stand van het weerstandsvermogen ten opzichte van de vastgestelde norm. Het college doet zo nodig voorstellen tot bijstelling van het weerstandsvermogen.

    Artikel 17. Grondbeleid

    Het college van burgemeester en wethouders biedt ten minste een maal in de vier jaar een nota grondbeleid aan ter vaststelling door de gemeenteraad, waarin onder andere aandacht wordt besteed aan de strategische visie van het grondbeleid voor de komende jaren.

    Hoofdstuk 4. Financieel beheer en Interne controle

    Artikel 18. Administratie

    De administratie is zodanig van opzet en werking dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en beheersen van activiteiten en processen in de gemeentelijke organisatie als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten, e.d.;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • e.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

    Artikel 19. Interne controle

    Het college van burgemeester en wethouders zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college van burgemeester en wethouders maatregelen tot herstel.

    Artikel 20. Misbruik en oneigenlijk gebruik

    Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, en legt deze regels vast.

    Hoofdstuk 5. Financiële organisatie

    Artikel 21. Financiële organisatie

    Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een zo adequaat mogelijke scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan productenramingen en –realisaties.

    Artikel 22. Inkoop en aanbesteding

    Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor interne regels voor de inkoop en voor de aanbesteding van werken, leveringen en diensten, en legt deze regels vast.

    Artikel 23. Subsidieverstrekking en steunverlening

    Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor interne regels voor de toekenning van subsidies en de steunverlening aan ondernemingen en instellingen, en legt deze regels vast.

    Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

    Artikel 24. Intrekken oude verordening

    De “Financiële verordening 2008 gemeente Noordwijk”, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 oktober 2008, wordt ingetrokken.

    Artikel 25. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2013.

  • 2.

    De stukken voor dit begrotingsjaar en latere jaren, voor zover ze zijn opgemaakt en vastgesteld vóór de inwerkingtreding van deze verordening, worden geacht te voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

    Artikel 26. Citeertitel

    Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening 2013 gemeente Noordwijk”.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 april 2013.

    , voorzitter.

    , griffier.