Organisatie | Hoogeveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2013 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg |
Dit besluit treedt in werking met terugwerkende kracht tot en met 1 mei 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-05-2013 | 01-05-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 23-04-2013 K.v.H. 28-05-2013 | BBV00783 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;
Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen;
dat de raad in de hiervoor genoemde verordening heeft bepaald dat het college ter uitwerking van die verordening nadere regels dient te stellen in een gemeentelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning;
vast te stellen het navolgende
Besluit maatschappelijke onder steuning gemeente Hoogeveen 201 3
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
G emeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de belanghebbende en ruimten die onder het gehuurde vallen en/of waarvan de belanghebbende gebruik moet kunnen maken vanaf de toegang van het woongebouw te bereiken;
B elanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem en/of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen;
Artikel 4 Bedragen PGB voor voorzieningen
De bedragen voor een PGB voor voorzieningen anders dan hulp bij het huishouden worden bepaald als tegenwaarde van de voorziening die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de voorziening in natura zou zijn verstrekt. Was dat een niet nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Was de naturaverstrekking een nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
Artikel 5 Bedragen woonvoorzieningen
100% van de maximale vergoeding als huidige stoffering niet ouder is dan één jaar;
75% van de maximale vergoeding als huidige stoffering tussen één en drie jaar oud is;
50% van de maximale vergoeding als huidige stoffering tussen drie en vijf jaar oud is;
25% van de maximale vergoeding als huidige stoffering tussen vijf en zeven jaar oud is.
Geen vergoeding als huidige stoffering ouder is dan zeven jaar.
Artikel 7 Verantwoording PGB voor hulp bij het huishouden
Bij een PGB voor hulp bij het huishouden vindt jaarlijks controle plaats of het PGB daadwerkelijk is besteed aan hulp bij het huishouden. Iedere budgethouder dient bij de controle de volgende stukken te overleggen:
overzicht van de salarisadministratie, bij contante betalingen aan de zorgverlener dienen door de budgethouder en zorgverlener ondertekende kwitanties overgelegd te worden, bij betalingen via de bank dienen kopieën van bankafschriften overgelegd te worden waaruit de betalingen aan de zorgverlener blijken;
Artikel 7a Verantwoording PGB voor voorzieningen anders dan hulp bij het huishouden
Bij een financiële tegemoetkoming kan gevraagd worden om verantwoording af te leggen, tenzij het om een forfaitair bedrag gaat: een forfaitair bedrag voor een verhuizing kan vrij worden besteed, mits er daadwerkelijk verhuisd wordt.
Bij verantwoording dienen de volgende stukken overlegd te worden:
Hoofdstuk 4 Inwerkingtreding, overgangsbepalingen en citeertitel
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2013 onder gelijktijdige intrekking van het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2011.
Artikel 9 Overgangsbepalingen PGB voor hulp bij het huishouden
Aanvragen voor Hulp bij het huishouden in de vorm van een PGB die gedaan zijn voor 1 mei 2013 worden afgehandeld volgens het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2011, met dien verstande dat vanaf 1 augustus 2013 de tarieven gelden zoals die genoemd zijn in het eerste en tweede lid van artikel 3 van dit besluit.
Bijlage I Kostprijs voorzieningen
De hoogte van de eigen bijdrage en het eigen aandeel voor Wmo voorzieningen is afhankelijk van
De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In de beleidsregels wordt deze systematiek toegelicht
De vast te stellen eigen bijdrage en het vast te stellen eigen aandeel mag nooit meer zijn dan de kostprijs van de voorziening. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen kosten voor de voorziening zelf en, indien van toepassing, de bijbehorende onderhoudskosten.
In deze bijlage de uitwerking van de kostprijs voor de verschillende voorzieningen.
** De kosten bij Zorg in natura volgen de prijsafspraken die vastgelegd zijn in de raamovereenkomsten met de zorgaanbieders. Deze prijzen kunnen op basis van deze overeenkomsten jaarlijks geïndexeerd worden en worden gepubliceerd in Het Torentje.
Voorzieningen anders dan hulp bij het huishouden
De kostprijs van de voorzieningen anders dan hulp bij het huishouden wordt bepaald aan de hand van de bijbehorende offerte of vastgelegde prijsafspraken. De kostprijs wordt gesplitst in een deel voor de voorziening zelf en een deel voor het onderhoud van de voorziening. Ook wordt er onderscheid gemaakt naar voorzieningen die nieuw geleverd worden en voorzieningen die uit depot geleverd worden (herverstrekking).
Berekening kostprijs voorziening zelf
Voorzieningen in natura of PGB
Bij de berekening van de kostprijs wordt rekening gehouden met de economische afschrijvingstermijn; de kosten van de voorziening wordt verdeeld over deze termijn. Gedurende deze termijn wordt een eigen bijdrage gevraagd. De minimum kostprijs per periode is € 5,00, het aantal perioden wordt, indien van toepassing, hierop aangepast. De eigen bijdrage wordt gevraagd per periode van 4 weken.
In de meeste gevallen gaat het hierbij om woningaanpassingen (inclusief bijvoorbeeld plafondliften). Voor woningaanpassingen (bij huur- en koopwoningen) wordt gedurende maximaal 39 perioden van 4 weken een eigen bijdrage gevraagd. De eigen bijdrage wordt gevraagd per periode van 4 weken.
Berekening kostprijs onderhoud
De kostprijs van het onderhoud wordt bepaald aan de hand van de bij de voorziening behorende offerte of vastgelegde prijsafspraken. Een eigen bijdrage voor onderhoud wordt gevraagd zolang de voorziening in gebruik is.
Enkele voorbeelden (deze lijst is dus niet limitatief):
** Periodeprijs (per 4 weken) = offertebedrag : 7 (jaar) : 13 (periodes per jaar)
*** Periodeprijs (per 4 weken) = offertebedrag : 13 (periodes per jaar)
Bijlage II Verantwoordingsformulier
VERANTWOORDINGSFORMULIER PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Budgethouder (of gemachtigde van budgethouder)
Naam zorgverlener Eventuele 2e zorgverlener
Let op: vult u ook de achterzijde in!
Is een zorgverlener in deze periode ziek geweest?…………………………………………..
Zo ja, voor welke duur? ……………………………………………………………………..
Zo ja, heeft u de zorgverlener ziek gemeld bij Servicecentrum PGB?………………………
Zo ja, welk bedrag heeft u of moet u nog ontvangen van het Servicecentrum PGB in verband met de ziekmelding van uw zorgverlener in deze periode?………………………...
Heeft u een bedrag uitgekeerd aan de zorgverlener in het kader van feestdagen?..................
Zo ja, welk bedrag (met een maximum van € 271,00 bruto per kalenderjaar)?......................
Ik heb dit formulier naar waarheid ingevuld.
Ondertekening budgethouder (of gemachtigde van budgethouder)
De gemeente voert controle uit op de besteding van het PGB. Hierbij wordt nagegaan of het PGB daadwerkelijk wordt besteed aan hulp bij het huishouden.
De gemeente verwacht van u dat u de volgende stukken kunt overleggen:
Als uit de controle blijkt, dat u het PGB niet correct heeft besteed, of verantwoord dan kan dit leiden tot gedeeltelijke of gehele terugvordering van het budget of de voorziening.
Tip: Denk ook aan het verantwoording afleggen aan de belastingdienst, wanneer u eigen zorgverleners in dienst heeft.
U moet, op grond van belastingwetgeving en de gemeentelijke regelgeving Wmo, uw PGB-administratie zeven jaar bewaren.