Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Landerd

Verordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLanderd
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2009
CiteertitelVerordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpWelzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2004

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Wet werk en bijstand, Wet investeren in jongeren

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-11-200901-10-200923-02-2012wijziging

08-10-2009

Koerier, 04-11-2009

-1.844.51

Tekst van de regeling

Intitulé

De raad van de gemeente Landerd;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 augustus 2009;

Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van een vergoeding declaratiefonds aan uitkeringsgerechtigden en jongeren van 21 jaar of ouder bij verordening te regelen;

B E S L U I T:

vast te stellen de:

Verordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2009

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      rechthebbende: - de inwoner van Landerd van 27 jaar en ouder, niet zijnde een

student, die een uitkering ontvangt op grond van de WWB (v/h Abw), Ioaw en Ioaz;

  • -

    Een inwoner van Landerd van 27 jaar en ouder, niet zijnde een student, die een inkomen heeft dat gelijk is aan of minder dan 120 % van de voor hem geldende bijstandsnorm;

  • -

    Kinderen tot 18 jaar, voor wie kinderbijslag wordt ontvangen, van ouders/ verzorgers met een inkomen op grond van de WWB (v/h Abw), Ioaw en Ioaz en/of dat gelijk is aan of minder dan 120 % van de voor hem geldende bijstandsnorm;

  • -

    de jongere als bedoeld in artikel 2 van de WIJ van 21 tot 27 jaar.

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders.

    • c.

      Schoolgaande kinderen: kinderen van 12 tot 18 jaar die voltijd dagonderwijs volgen (voortgezet onderwijs);

    • d.

      Subsidiejaar: tijdvak van een jaar lopend van 1 januari tot 1 januari van het jaar daarop volgend;

    • e.

      Student: studerende van 21 jaar en ouder die recht heeft op studiefinanciering op grond van de WSF 2000;

    • f.

      Bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet

    • g.

      WIJ norm: de op grond van hoofdstuk 4 van de wet op de jongere van 21 tot 27 jaar van toepassing zijnde norm, vermeerderd of verminderd met de op grond van dat hoofdstuk door het college vastgestelde verhoging of verlaging.

Artikel 2 Doel

Het doel van het declaratiefonds is om inwoners van Landerd met een minimum inkomen of net daarboven in staat te stellen deel te (blijven) nemen aan sportieve en culturele activiteiten.

Artikel 3 Voorwaarden

De in artikel 1 genoemde rechthebbenden komen slechts voor een vergoeding in aanmerking indien:

  • 1.

    Het netto inkomen vanaf datum aanvraag, lager dan of gelijk is dan de voor hen geldende bijstandsnorm respectievelijk WIJ norm;

  • 2.

    Het vermogen niet meer bedraagt dan het vrij te laten vermogen zoals vermeld in artikel 34 lid 3 van de WWB.

  • 3.

    Niet op een andere wijze subsidies voor de gedeclareerde activiteiten worden ontvangen of verstrekt.

Artikel 4 De voorzieningen

De volgende kosten komen voor vergoeding in aanmerking:

  • a.

    Sportieve en culturele activiteiten ;

  • b.

    Studiekosten voor schoolgaande kinderen;

  • c.

    Abonnementen en seizoenkaarten

  • d.

    Voorstellingen schouwburg en bioscoop;

  • e.

    Cursusgelden;

  • f.

    Eenmalige activiteiten.

Artikel 5 De vergoedingen

De bijdrage uit het declaratiefonds bedraagt per jaar maximaal

  • a.

    Voor de onderdelen a,c, d.e en f € 175,-- per persoon

  • b.

    Voor het onderdeel b voor alle tot het gezin behorende € 250,-- per schoolgaand kind

Artikel 6 Vergoeding kosten 65+-ers

Alleen personen ouder dan 65 jaar komen, naast de in artikel 4 genoemde kosten, ook voor volgende kosten in aanmerking:

  • 1.

    Abonnement voor de telefoon;

  • 2.

    Abonnement voor krant of tijdschrift;

Artikel 7 Aanvraag

Het aanvragen van een vergoeding geschiedt bij het bureau Sociale Zaken met behulp van een daartoe bestemd aanvraag- en inlichtingenformulier.

Artikel 8 Voorlichting

Bureau Sociale Zaken geeft schriftelijk voorlichting over de mogelijkheden van het declaratiefonds, de wijze van behandeling van een aanvraag, de besluitvorming en de mogelijkheden die aanvrager ten dienste staan ter verwezenlijking van zijn aanspraak.

Artikel 9 Beslistermijn

Op de aanvraag wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken beslist.

Artikel 10 Nadere regels

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Het collge kan nadere regels stellen voor:

  • 1.

    Het aanvragen van een vergoeding;

  • 2.

    De beoordeling van de aanvragen;

  • 3.

    Het nemen van beslissingen naar aanleiding van de aanvragen;

  • 4.

    De betaling;

  • 5.

    Wat verder door de toepassing van deze verordening moet worden geregeld.

Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12 Verantwoording

Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt jaarlijks geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast. Het college zendt hiertoe jaarlijks na de inwerkingtreding van de verordening aan de raad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2009.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 oktober 2009.

  • 2.

    De Verordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2004 wordt met ingang van 1 oktober 2009 ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Landerd

van 8 oktober 2009

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

J.A.G. Huijs W.C. Doorn-Van der Houwen

TOELICHTING

Toelichting op de verordening sportieve en culturele activiteiten 2009

Algemeen

Deze verordening regelt diverse voorzieningen welke de gemeente Landerd voor minima kent. De verordening vervangt de eerder vastgestelde verordening. In de verordening wordt het begrip ‘belanghebbende’ gebruikt. Dit begrip wordt in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht omschreven als ‘degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken’.

Wet investeren in jongeren (WIJ)

Op 1 oktober 2009 treedt de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking. Doelstelling van deze wet is om jongeren te laten werken of leren, of een combinatie van beide. Hiermee wordt een duurzame en substantiële arbeidsparticipatie van jongeren bevorderd en verhoogd.

Met de inwerkingtreding van de WIJ is de WWB voor wat betreft de algemene bijstand in beginsel afgesloten voor jongeren tot 27. Daartoe is de WWB op een aantal onderdelen aangepast.

In onder andere de bestaande verordening declaratiefonds wordt verwezen naar de ‘bijstandsnormen’. Deze moeten voor de doelgroep jongeren worden aangevuld met de WIJ-normen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1, 2, 3. Begripsbepalingen, doel en voorwaarden

Minima met een inkomen tot en met 120 % van de voor hen geldende bijstandsnorm kunnen in aanmerking komen voor een voorziening. Studenten vallen niet onder het begrip belanghebbende. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat de voorziening niet van toepassing op bewoners van campings en recreatieverblijven in de gemeente.

Artikel 4,5 en 6 De voorzieningen, de vergoedingen

Sportieve en culturele activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor sportieve en culturele activiteiten. Deze activiteiten moeten in georganiseerd verband plaats vinden. De belanghebbende of zijn ten laste komende kinderen dienen lid of contribuant te zijn van een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of stichting. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden.

Studiekosten voor schoolgaande kinderen

Kinderen die voortgezet onderwijs volgen kosten de ouders veel geld. Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage voor een tegemoetkoming in de studiekosten verstrekken. Het gaat om kinderen in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar die ) voortgezet onderwijs volgen. Wat de studiekosten betreft moet gedacht worden aan de kosten van excursies, verplichte sportkleding, ouderbijdrage, lesgeld, een fiets, schoolfonds en boekengeld. De belanghebbende moet de kosten daadwerkelijk maken. Als de belanghebbende of onderwijsinstelling heeft aangetoond dat de kosten zijn gemaakt verstrekken burgemeester en wethouders een vergoeding. Burgemeester en wethouders verstrekken de vergoeding ter hoogte van de gemaakte kosten met een maximum van € 250,00 per schoolgaand kind per subsidiejaar. Geen tegemoetkoming wordt verstrekt als op andere wijze in de kosten kan worden voorzien.

Abonnementen en seizoenkaarten

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor

Abonnementen en seizoenkaarten voor deelname aan uiteenlopende activiteiten

( bijvoorbeeld bibliotheek, voetbal en deelname aan een verenging). De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden.

Voorstellingen schouwburg en bioscoop

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor

bezoek aan schouwburg en/of bioscoop. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden.

Cursusgelden

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor

deelname aan een cursus met een uiteenlopende doel. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze cursus. Deze bijdrage kan voor meerdere cursussen verstrekt worden.

Eenmalige activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor

deelname aan een eenmalige sportieve of culturele activiteit. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7 Aanvraag

Dit alles met de beperking dat dit in het belang moet zijn van de aanvraag. Burgemeester en wethouders mogen dus geen gegevens (doen) opvragen waarin zij uit andere hoofde geïnteresseerd zijn.

Artikel 8 Voorlichting

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 9 Beslistermijn

In afwijking van de Algemene wet bestuursrecht is, omdat de rechthebbende de kosten zelf voor moet schieten, gekozen voor een zo kort mogelijke beslistermijn.

Artikel 10 Nadere regels

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden

Deze restclausule biedt burgemeester en wethouders de mogelijkheid in alle niet-voorziene situaties te handelen naar bevind van zaken. Omdat ook deze beslissingen onderworpen zijn aan de voorgeschreven bezwaar- en beroepsprocedures, dient ook in deze gevallen de beslissing gemotiveerd genomen te worden

Artikel 12 Verantwoording

Burgemeester en wethouders brengen in ieder geval jaarlijks verslag uit aan de gemeenteraad. De gemeenteraad kan jaarlijks de onderwerpen bepalen waarover gerapporteerd moet worden.In ieder geval rapporteert het college aan de gemeenteraad over:

  • -

    Het aantal binnengekomen en afgehandelde aanvragen

  • -

    Een overzicht van de uitgaven in relatie tot begroting

Op grond van dit artikel kan het gemeentelijk beleid geëvalueerd worden. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft, bijvoorbeeld omdat het voorzieningenniveau te hoog of te laag blijkt te zijn, dient de evaluatie te leiden tot aanpassing van de verordening.

Artikel 13 en 14

Dit artikelen behoeven geen nadere toelichting.