Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sittard-Geleen

Beleidsregels inzake buitengewoon herstel van niet-monumentale kerkgebouwen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSittard-Geleen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels inzake buitengewoon herstel van niet-monumentale kerkgebouwen
CiteertitelBeleidsregels inzake buitengewoon herstel van niet-monumentale kerkgebouwen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpsubsidies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordenig Sittard-Geleen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-2001Onbekend

01-01-2001

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels inzake buitengewoon herstel van niet-monumentale kerkgebouwen

 

 

Doel van de beleidsregel

In deze beleidsregel wordt aangegeven op basis van welke criteria wordt beoordeeld of een gemeentelijk subsidie wordt verstrekt in het kader van buitengewoon herstel van een kerkgebouw, voor zover dit gebouw niet als rijks- dan wel als provinciaal monument staat geregistreerd.

Begripsomschrijving

  • A.

    Kerkgebouw: het in de gemeente Sittard-Geleen gelegen gebouw, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de uitoefening van de openbare godsdienstuitoefening, alsmede de bijbehorende toren;

  • B.

    Buitengewoon herstel: de naar het oordeel van het College van Burgemeester en Wethouders, noodzakelijke, onoverzienbare herstelwerkzaamheden, geen dagelijks onderhoud betreffende;

  • C.

    Dagelijks onderhoud: het in nominale staat houden van het eigendom of het gehuurde.

Algemene uitgangspunten

De algemene uitgangspunten zijn:

  • -

    Op deze beleidsregels zijn de algemene bepalingen van de Algemene Subsidieverordening (ASV) van toepassing, met uitzondering van artikel 5.2., aangezien het indienen van subsidieverzoeken in dit kader niet aan termijnen is gebonden;

  • -

    Voor deze beleidsregel geldt een subsidieplafond;

  • -

    In het “onderhoudsfonds niet-monumentale kerkgebouwen” wordt jaarlijks een bedrag gestort dat beschikbaar is voor de verstrekking van een subsidie krachtens deze beleidsregels. Dit bedrag wordt jaarlijks, bij de vaststelling van de gemeentebegroting bekend gemaakt.

  • -

    Het subsidie bedraagt maximaal 10% van de subsidiabele kosten tot een bedrag dat gelijk is aan de door de Provincie Limburg verleende bijdrage in de kosten van het buitengewoon herstel van het kerkgebouw;

  • -

    Subsidieverzoeken door onderhoudswerkzaamheden die minder kosten dan € 5.000,- worden niet in behandeling genomen.

  • -

    Het subsidiebedrag wordt definitief vastgesteld op basis van de door de aanvrager in te dienen rekening en verantwoording.

Doel van subsidiëring

Met deze beleidsregels “Buitengewoon herstel van niet-monumentale kerkgebouwen” wordt beoogd een tegemoetkoming te verschaffen voor de instandhouding van kerkgebouwen in die gevallen, waarin die instandhouding noopt tot buitengewone herstelwerkzaamheden.

Procedure

De aanvraag om een gemeentelijk subsidie dient bij het College van Burgemeester en Wethouders te worden ingediend door de beheerder dan wel eigenaar van het desbetreffende kerkgebouw, onder overlegging van een omschrijving van de uit te voeren herstelwerkzaamheden met een toelichting omtrent de oorzaak van de gebreken, alsmede de offertes van de werkzaamheden.

Uitbetaling van het gemeentelijk subsidie vindt plaats na indiening van de rekening en verantwoording door de aanvrager.

Subsidiebeoordeling

De beoordeling van de binnengekomen aanvragen zal plaatsvinden aan de hand van:

  • -

    de criteria voor subsidiëring;

  • -

    het advies dat eventueel wordt ingewonnen bij deskundigen, die door het College van Burgemeester en Wethouders worden aangewezen. De aanvrager is gehouden deze deskundigen alle informatie te verschaffen, welke nodig is voor de beoordeling van het project.

Criteria

Voor subsidie kunnen in aanmerking komen:

  • -

    De werkzaamheden die dienen ter opheffing van plotseling optredende mankementen, welke redelijkerwijs niet konden worden voorzien en die niet middels het dagelijkse onderhoud konden worden bestreden. Hierbij valt te denken aan reparaties ten gevolge van verzakkingen, constructiefouten, muurscheuringen, aantasting door houtworm of door chemische stoffen van buitenaf, alsmede van meer dan normale slijtage;

  • -

    Werkzaamheden die als buitengewoon onderhoud kunnen worden beschouwd:

    • 1.

      Daken:

      • A.

        vernieuwen van pannen of leien;

      • B.

        vernieuwen/repareren van zinkwerk;

      • C.

        herstel loden aan- en afwerkingen

    • 2.

      Schoorstenen: herstel

    • 3.

      Goten en afvoeren:

      • A.

        opheffen van verstoppingen

      • B.

        reparatie/geheel of gedeeltelijk vernieuwen

      • C.

        werkzaamheden, welke de waterhuishouding rondom het gebouw bevorderen (= aansluiting op riolering e.d.)

    • 4.

      Muurwerk: voeg- en metselwerk herstellen

    • 5.

      Beglazing: herstel (betreft bijzondere beglazing, zoals glas-in-lood)

    • 6.

      Buitenschilderwerk en conserveren staalwerk (uitwendig).

  • -

    Andere werkzaamheden, die ook als buitengewoon herstel kunnen worden aangemerkt, indien bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken.

Weigeringsgronden

Niet gesubsidieerd worden:

  • -

    Aanvragen die niet voldoen aan bovengenoemde criteria;

  • -

    Werkzaamheden die kunnen worden voorzien en waarvan de kosten binnen de normale exploitatie kunnen worden opgevangen, zoals periodieke onderhoudsbeurten, binnenschilderwerk en het schoonmaken van dak(goten), kozijnen, vloeren en plafonds. Van geval tot geval zal moeten worden bezien in hoeverre ingrijpende herstelwerkzaamheden middels gewone onderhoudsbeurten hadden kunnen worden voorkomen;

  • -

    Werkzaamheden welke een duidelijke verbetering/aanpassing ten opzichte van de oorspronkelijke toestand behelzen, al dan niet met het oog op veranderende liturgische gewoonten;

  • -

    Werkzaamheden aan gedeelten van het kerkgebouw, die niet uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt voor de uitoefening van de eredienst;

  • -

    Kerkelijke monumenten, aangezien voor de instandhouding daarvan uit andere hoofde subsidie kan worden aangevraagd.

Voorts kan een subsidie worden geweigerd, indien door verstrekking van het subsidie het beschikbare budget uit het ‘onderhoudsfonds niet-monumentale kerkgebouwen’ zou worden overschreden.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de bekendmaking. Met ingang van die dag vervallen de bestaande subsidieverordeningen en beleidsregels op het gebied van buitengewoon herstel van niet-monumentale kerkgebouwen.

Aldus vastgesteld in de vergadering van

Het College voornoemd,

De Burgemeester

drs. W.J.A.Dijkstra.

De secretaris

drs. M.J.M.Meijs.