Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Velsen 2013 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Velsen 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Intrekken algemene subsidieverordening Velsen 2008 met ingang van 5 april 2013
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2015 | 09-06-2017 | toevoeging artikel 1.9 Afwijkinsbevoegdheid | 17-12-2015 Elektronisch gemeenteblad 24 december 2015 | R15.077 | |
05-04-2013 | nieuwe regeling | 28-03-2013 De Jutter / De Hofgeest, 4 april 2013 | R13.022 |
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.4 Bevoegdheden van het college
Het college is bevoegd tot het nemen van alle besluiten ter uitvoering van deze verordening.
De subsidieverlening kan, naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen, geweigerd worden, indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:
De aanvraag kan worden geweigerd indien subsidieverlening naar het oordeel van het college zou kunnen leiden tot staatssteunrisico’s.
Artikel 1.9 Afwijkingsbevoegheid
Indien het college subsidie verstrekt voor activiteiten, die mede door andere bestuursorganen worden gesubsidieerd, kan het college afwijken van de bij of krachtens deze verordening aan de subsidie te verbinden verplichtingen, voor zover dit wenselijk is met het oog op een goede afstemming met de door die andere bestuursorganen opgelegde of op te leggen verplichtingen, en daardoor het belang met het oog waarop die verplichtingen zouden moeten worden opgelegd, niet onevenredig wordt geschaad.
HOOFDSTUK 2 Aanvraag en verlening subsidie
Een aanvrager die in aanmerking wenst te komen voor een structurele (budget)subsidie, dient hiertoe een schriftelijk verzoek in bij het college vóór 1 juli van het jaar voorafgaande aan dat, waarvoor het subsidie wordt aangevraagd. De subsidieaanvraag dient in ieder geval te voldoen aan de eisen van artikel 4:2 Awb;
HOOFDSTUK 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 3.1 Uitvoeringsovereenkomst
Aan de subsidieverlening kan de voorwaarde worden verbonden dat de subsidieontvanger verplicht is om mee te werken aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening.
Artikel 3.2 Uitvoering van de activiteiten
De subsidieontvanger kan worden verplicht de activiteiten uit te voeren die in de subsidiebeschikking en de uitvoeringsovereenkomst vermeld staan.
Artikel 3.3 Behalen van projectresultaten
De subsidieontvanger kan worden verplicht de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen projectresultaten te behalen.
Artikel 3.4 Informatieverstrekking en meldplicht
De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:
Artikel 3.5 Administratieve organisatie
Het college kan nadere eisen stellen aan de inrichting van de administratieve organisatie van de subsidieontvanger.
Indien door of namens de rijks- of provinciale overheid, na overleg met het college, onderzoeken worden ingesteld, verleent de subsidieontvanger daaraan de nodige medewerking.
Artikel 3.8 Meldplicht bij subsidies > 50.000 euro
Bij subsidies van meer dan € 50.000,-- is de subsidieontvanger verplicht om in de jaarrekening beloningen van medewerkers, inclusief directie en externe inhuur, op te nemen indien deze hoger zijn dan de geldende wettelijke normen voor topinkomens in de (semi) publieke sector.
HOOFDSTUK 4 De subsidievaststelling
Het college is bevoegd controle uit te oefenen op de getrouwheid van de in artikel 4.2, 4.3 of 4.4 bedoelde gegevens en kan bepalen aanvullend onderzoek te (laten) verrichten om een oordeel te krijgen over de effectiviteit en efficiency van de subsidieontvanger en de rechtmatigheid van besteding van de toegekende subsidie;
De subsidieontvanger is verplicht medewerking te verlenen aan de controle respectievelijk een onderzoek zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel en verschaft daartoe de toezichthouders als bedoeld in het derde lid van dit artikel toegang tot de betreffende accommodatie en verleent hen inzage in de boekhouding;
HOOFDSTUK 5 Financiële bepalingen
Het subsidiebedrag wordt binnen 6 weken na de subsidievaststelling betaald. Bij verrekening vindt betaling dan wel terugvordering binnen 6 weken plaats.
Het college kan op grond van en met inachtneming van het bepaalde in artikel 4:57 Awb onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten terugvorderen.
Artikel 5.4 Vermogensvorming subsidieontvanger
Indien de subsidieontvanger structureel subsidie ontvangt, mogen eventuele exploitatieoverschotten in enig jaar, zulks ter beoordeling van het college, worden gedoteerd aan een egalisatiereserve. Aan deze egalisatiereserve is een maximum verbonden van 10% van de laatst ontvangen periodieke subsidie;
De hoogte van de in het vorige lid bedoelde vergoeding wordt bepaald door het college, maar ingeval van ontbinding van de rechtspersoon die subsidie ontvangt vervalt het batig saldo van de liquidatierekening - gelimiteerd tot het bedrag dat opgebouwd is met (behulp van) gemeentelijke subsidie - aan de gemeente en zal de raad het batig saldo een bestemming geven die gericht is op het belang/welzijn van de inwoners van de gemeente Velsen.
HOOFDSTUK 6 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6.1 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of onduidelijk is, beslist het college.
Het college kan, in bijzondere gevallen, artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing van deze artikelen, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Toelichting bij de Algemene Subsidieverordening Velsen
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft een wettelijk kader voor alle subsidies die het Rijk en de lagere overheden verlenen. De eis dat een subsidie in beginsel steeds een wettelijke grondslag heeft, staat hierbij centraal. Voor de gemeente betekent dit dat verlening van subsidies gebaseerd moet zijn op een verordening. Naast deze Algemene Subsidieverordening, verder te noemen: ASV, zal de uitwerking van het subsidiebeleid op bepaalde beleidsterreinen in beleidsregels kunnen worden vastgelegd.
Deze subsidieverordening geldt voor alle door de gemeente te verlenen subsidies. Deze verordening bepaalt niet de verdeling van beschikbare subsidiebedragen. In principe is de begroting het beleidsinstrument voor bepaling van subsidies in samenhang met eventuele deelverordeningen en beleidsnota’s. Per beleidsveld kan een andere wijze van verdeling van het beschikbare subsidiebudget worden aangegeven.
Wat betreft de budgetsubsidies wordt de relatie gelegd tussen het gemeentelijk beleid en de te leveren prestaties/activiteiten van de subsidieontvanger (organisatie). De ASV geeft een aantal uitgangspunten en regels. Het beleid wordt op een andere wijze vastgelegd, dit kan zijn in afzonderlijke beleidsnotities, gemeentebegroting of deel-subsidieverordeningen. Daarnaast zullen afspraken per subsidieontvanger organisatie gemaakt worden, die worden vastgelegd in een subsidiebeschikking en eventueel een uitvoeringsovereenkomst.
De Awb onderscheidt drie fasen in het subsidieproces:
Het subsidieproces begint met een aanvraag om subsidie. Op deze subsidieaanvraag neemt de gemeente een besluit. Dit besluit wordt de beschikking tot subsidieverlening genoemd. In de beschikking tot subsidieverlening moet óf een maximum bedrag worden opgenomen óf de wijze waarop de subsidie wordt berekend met daarbij een maximumbedrag.
De beschikking geeft de aanvrager aanspraak op uitbetaling van subsidie, op voorwaarde dat de aanvrager de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt en de daaraan verbonden verplichtingen ook daadwerkelijk uitvoert.
Zo nodig kunnen aan de aanvrager voorschotten worden verstrekt voor de uitvoering van deze activiteiten.
Wanneer de activiteiten zijn afgerond, dient de subsidieontvanger een verzoek tot vaststelling van subsidie in. In dit verzoek legt de aanvrager tevens rekening en verantwoording af.
De subsidieverstrekker stelt vervolgens de definitieve subsidie vast. Dit besluit wordt de beschikking tot subsidievaststelling genoemd. Het bedrag van de subsidievaststelling kan lager zijn dan het bedrag genoemd in de beschikking tot subsidieverlening, indien de subsidieontvanger bijvoorbeeld niet alle overeengekomen activiteiten heeft geleverd. De Awb biedt de mogelijkheid om de subsidieverlening en subsidievaststelling samen te laten vallen, bijvoorbeeld bij het toekennen van kleinere subsidies (in de verordening wordt de grens van € 10.000 gehanteerd).
De beschikking tot subsidievaststelling verplicht de subsidieverstrekker tot uitbetaling. Een uitbetaling is een handeling naar burgerlijk recht en dus geen beschikking in de zin van de Awb. Op uitbetalingen is dan ook het privaatrecht van toepassing. Bij de uitbetaling vindt een verrekening met eventuele voorschotten plaats. In deze fase van het subsidieproces vindt ook een eventuele terugvordering van voorschotten en onverschuldigd betaalde subsidies plaats.
Artikel 4.4 lid 2 is gericht op het aanleveren van een accountantsverklaring bij de verantwoording van een subsidie vanaf € 50.000. Uit dit artikel is de zinsnede: "De controle richt zich op de getrouwheid en rechtmatigheid van de verantwoordingsinformatie" geschrapt. In de praktijk is gebleken dat de controle van de rechtmatigheid van de subsidie moet plaatsvinden door de subsidieverstrekker omdat dit voor de accountant van de gesubsidieerde instelling heel lastig is om vast te stellen. Artikel 4.4 lid 4 biedt de ruimte om hiervoor gegevens bij de subsidieontvanger op te vragen.
Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de ASV Velsen 2008
De tekst van de verordening is artikelsgewijs doorgenomen en daaruit volgend is de ASV op enkele belangrijke punten gewijzigd. Daarom is ervoor gekozen om de oude verordening in te trekken en een nieuwe verordening vast te stellen.
Er zijn twee redenen voor de betreffende wijzigingen:
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten de bestaande subsidieverordening aan te passen door middel van het opnemen van een mogelijkheid om in de ASV aan te sluiten bij de normering van de Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Dit werd ook met motie 9 van 2011 inzake toepassing van wettelijke normering op topinkomens, door de Raad verzocht. In dit kader is er zowel een reden tot weigering van de subsidie als een meldingsplicht toegevoegd.
Daarnaast is er een relatie gelegd tussen de ASV en het op te stellen toetsingskader voor garanties en borgstellingen door de afdeling financiën door middel van het opnemen van een verwijzing.
De wijzigingen hebben als zodanig geen invloed op de hoogte van subsidies en de verdeling van de subsidiegelden.
De belangrijkste wijzigingen in de verordening betreffen de volgende aspecten:
Weigeringsgrond voor subsidieverlening
In de huidige ASV kan de subsidieaanvraag worden geweigerd op grond van een aantal redenen zoals vermeld in de leden van artikel 1.6. Onder lid 8 is als mogelijke weigeringsgrond toegevoegd het niet voldoen aan de wettelijke normen voor topinkomens in de publieke en semi-publieke sector.
Weigeringsgrond subsidieverlening: Staatssteun
Opname van genoemde weigeringsgrond in de verordening is gebaseerd op Artikel 87 lid 1 EG-verdrag. Deze verbiedt bepaalde steunmaatregelen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap ten gunste van ondernemingen. Er is in principe sprake van staatssteun in de vorm van subsidie indien er voldaan is aan de volgende criteria:
Door opname van artikel 1.7 wordt naleving van bovengenoemde Europese wetgeving mogelijk gemaakt. Als een subsidie wordt aangemerkt als onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt loopt de gemeente bepaalde juridische en financiële risico's. Opname van deze bepaling biedt de mogelijkheid om aanvragen te weigeren zodat dergelijke risico's worden voorkomen.
Opname 13 weken termijn bij incidentele subsidie aanvragen.
In artikel 2.3 lid 1, is de beslissingstermijn voor incidentele subsidies opgenomen, te weten 13 weken conform de standaardisering van termijnen in het rijkssubsidiekader. Het staat de gemeente vrij om deze termijn te hanteren voor (incidentele) subsidies.
Meldplicht bij subsidies > 50.000 euro
Door opname van artikel 3.8 ontstaat een meldplicht bij subsidies van meer dan € 50.000,-- om in de jaarrekening beloningen te vermelden indien deze hoger zijn dan de geldende wettelijke normen voor topinkomens in de (semi) publieke sector. Op deze wijze is controle op het voldoen aan de normen zoals gesteld in de WNT mogelijk zonder dat overbodige administratieve druk ontstaat.
Uitzondering op vermogensvorming
In artikel 5.4 lid 2 is toegevoegd dat het college is toegestaan om een uitzondering te maken op de in lid 1 van hetzelfde artikel genoemde percentage als het gaat om vermogensvorming van de ontvanger van structurele subsidie. In de praktijk is gebleken dat er uitzonderlijke situaties denkbaar zijn waarbij er in het belang van de gesubsidieerde activiteiten toch sprake kan zijn van noodzakelijkheid om hogere reserves op te bouwen. Opname van lid 2 in de verordening biedt de mogelijkheid aan het college om in dergelijke gevallen van lid 1 af te wijken.