Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Losser

Beleidsregels toegang schuldhulpverlening 2013 gemeente Losser

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLosser
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels toegang schuldhulpverlening 2013 gemeente Losser
CiteertitelBeleidsregels toegang schuldhulpverlening 2013 gemeente Losser
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpWerk en inkomen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De beleidsregels schuldhulpverlening 2012 gemeente Losser wordt ingetrokken per 01-01-2013. Artikel 12 bevat een hardheidsclausule. Deze regeling werkt terug tot 01-01-2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, art. 3
  2. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, art. 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-02-201301-01-2013nieuwe regeling

05-02-2013

Nieuwe Dinkellander 12-02-2013

05-02-2013, 7  

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels toegang schuldhulpverlening 2013 gemeente Losser

Burgemeester en wethouders van de gemeente Losser; gelet op de artikelen 3 en 4 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening; overwegende dat het om redenen van rechtszekerheid en doelmatigheid wenselijk is om overeenkomstig titel 4:3 Awb (artikel 4:81 ev.) beleidsregels vast te stellen inzake het toegang verlenen tot de schuldhulpverlening,

besluiten vast te stellen de Beleidsregels toegang schuldhulpverlening 2013 gemeente Losser

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser;

b.  inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie  persoonsgegevens bij de gemeente Losser is ingeschreven;

c.  schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht  op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke  persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de  toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

d.  verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening.

e.  wet: wet gemeentelijke schuldhulpverlening

f.  budgetbeheer (BBR): instrument dat ingezet wordt als schuldhulpverlening om de  schuldenpositie te stabiliseren en de betaling van primaire lasten te borgen.  

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Losser van 18 jaar en ouder, met uitzondering van zelfstandig ondernemers, kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3 Wachttijd en aanbod bij reguliere schuld

Indien een persoon zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening vindt binnen vier weken het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

Artikel 4 Wachttijd en aanbod bij een bedreigende schuld van de primaire lasten

Indien er sprake is van een bedreigende situatie vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Onder bedreigende situatie wordt verstaan gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektra of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering.

Artikel 5 Aanbod schuldhulpverlening

1. Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college  schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht  door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.

2. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren  afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

a. zwaarte, aard en/of omvang van de schulden;

b. psychosociale situatie (vaardigheden);

c. houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

d. fraude;

e. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

 

Artikel 6 Verplichtingen

1. Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling  van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij  van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de  looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

2. Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is  gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject.

De medewerking bestaat onder andere uit:

a. het nakomen van afspraken;

b. geen nieuwe schulden aangaan;

c. het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst.

 

Artikel 7 Weigeren toegang tot schuldhulpverlening of intrekken eerder besluit tot toegang schuldhulpverlening

Het college kan de toegang tot de schuldhulpverlening weigeren of een eerder besluit tot toegang intrekken, indien:

a. de verzoeker geen of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in  artikel 6, leden 1 en 2;

b. een persoon fraude heeft gepleegd met financiële benadeling van een bestuursorgaan tot  gevolg en die persoon in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of  een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd.

 

Artikel 8 Beëindiging schuldhulpverlening

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

a. het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

b. de schuldenaar zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de   aflossing van schulden;

c. op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan  betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was  geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

d. belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die  voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

e. de schuldenaar in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de  schulden zelfstandig te beheren;

f. de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de  schuldenaar, niet (langer) passend is, en

g. indien de schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk wordt geacht.

 

Artikel 9 Weigeren aanvraag schuldhulpverlening of budgetbeheer in verband met recidive – hernieuwde aanvraag schuldhulpverlening

1. Een aanvraag schuldhulpverlening of budgetbeheer kan worden geweigerd:

a. indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend,  door verzoeker een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk en/of  wettelijk);

b.  indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend

een traject schuldregeling tussentijds door toedoen van de verzoeker is beëindigd op  grond van artikel 8 sub b, c of d of ingevolge artikel 7 een traject schuldhulpverlening is  geweigerd of ingetrokken;

c. indien minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend

schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 8 sub e, f of g;

2. Het eerste lid geldt niet voor het geven van informatie, advies en/of doorverwijzing.

 

Artikel 10 Weigeren nieuwe aanvraag vanwege terugkomtermijn

Indien minder dan 6 maanden voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend een eerdere aanvraag schuldhulpverlening door toedoen van de verzoeker is afgewezen of buiten behandeling is gelaten, wordt géén nieuwe aanvraag in behandeling genomen, tenzij er sprake is van gewijzigde en/of onvoorziene omstandigheden.

Artikel 11 Budgetbeheer

1. Bij noodzakelijkheid van een budgetbeheerrekening, neemt de gemeente voor een  periode van maximaal 3 jaar de maandelijkse uitvoeringskosten voor een basis  budgetbeheerrekening (BBR Basis) van de klant voor haar rekening. Deze periode van 3  jaar kan na beoordeling van de noodzakelijkheid steeds met een jaar verlengd  worden.

2. Eventuele meerkosten van uitvoering van een uitgebreidere budgetbeheerrekening  (BBR  Totaal) komen voor rekening van de klant zelf.

3. Wanneer het maandinkomen van klant (en eventuele partner) meer is dan 130% van  het van toepassing zijnde wettelijk minimum en de budgetbeheerrekening is niet  gebonden aan een minnelijke en/of wettelijke schuldregeling, betaalt de klant zelf de  volledige maandelijkse uitvoeringskosten van de budgetbeheerrekening, dus ook de  kosten van de BBR Basis uit het eerste lid.

 

Artikel 12 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

a. Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze  beleidsregels, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot  onredelijkheid of onbillijkheid van overwegende aard.

b. In gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het college.

 

Artikel 13 Slotbepalingen

a. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en hebben  terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2013.

b. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels toegang schuldhulpverlening  2013 gemeente Losser.

c. Intrekken beleidsregels schuldhulpverlening 2012 gemeente Losser.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 februari 2013 van het college van burgemeester en wethouders van Losser.  

de secretaris, de burgemeester,   drs. J. van Dam Mr. drs. M. Sijbom

 

Nota-toelichting  

Toelichting algemeen

Deze beleidsregels betreffen regels m.b.t. toelating, inlichtingenplicht, recidive en de  beëindiging van de schuldhulpverlening in Losser. De achterliggende gedachte is de behoefte aan heldere spelregels: de burger weet wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden en de gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen. Door de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening valt de schuldhulpverlening vanaf 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarom is het dus van belang om regels met betrekking tot toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in beleidsregels vast te leggen. De bestaande Losserse beleidsregels schuldhulpverlening 2012 zijn in deze nieuwe beleidsregels toegang schuldhulpverlening 2013 opgenomen, tezamen met de overige eisen uit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. De Stadsbank Oost Nederland is gemandateerd om de beschikkingen namens ons college af te geven. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

De schuldhulpverlening staat in beginsel open voor alle inwoners van de gemeente Losser van 18 jaar en ouder. De dienstverlening aan zelfstandigen verloopt via het Regionaal Orgaan Zelfstandigen. Een specifiek doelgroepenbeleid wordt niet gevoerd door de gemeente Losser. Met uitzondering van de situatie dat er een wachtlijst mocht ontstaan, dan hebben gezinnen met kinderen voorrang.   Artikel 3. Wachttijd en aanbod bij reguliere schuld  

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting aangezien het is ontleend aan de wet. Artikel 4. Wachttijd en aanbod bij een bedreigende schuld van de primaire lasten

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.aangezien het is ontleend aan de wet. Artikel 5. Aanbod schuldhulpverlening

In dit artikel is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid en de mate van financiële zelfredzaamheid van de burger. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven.

In het tweede lid van dit artikel staat aangegeven welke factoren van invloed zijn op de uiteindelijke vorm van schuldhulpverlening.

Sinds 1 januari 2013 mag het college op basis van artikel 60 c Wet werk en bijstand geen medewerking verlenen aan een (buitengerechtelijke) schuldregeling indien een vordering is ontstaan door het niet of niet behoorlijke nakomen door de belanghebbende van de verplichting, bedoeld in artikel 17, eerste lid, of de verplichtingen, bedoeld in artikel 30c, tweede en derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, en hiervoor een bestuurlijke boete is opgelegd, dan wel met betrekking tot het niet of niet behoorlijk nakomen van die verplichtingen aangifte is gedaan op grond van het Wetboek van Strafrecht.

Dit betekent dat de fraudevordering inclusief bestuurlijke boete in zijn geheel moet worden terugbetaald en niet betrokken mag worden bij een buitengerechtelijke (minnelijke) schuldregeling. Bij een minnelijke schuldregeling kan het voorkomen dat een fraudevordering en boete slechts gedeeltelijk wordt terugbetaald. In verband met de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving die sinds 1 januari 2013 geldt en het uitgangspunt dat fraude nooit mag lonen heeft de wetgever dit artikel in de Wet werk en bijstand op laten nemen.   Artikel 6. Verplichtingen

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van de schulddienstverlening. Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming, dit komt tot uitdrukking door de toevoeging “ onder andere”. Artikel 7. Weigeren toegang tot schuldhulpverlening of intrekken eerder besluit tot toegang schuldhulpverlening

Indien de verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren.

Het college heeft de bevoegdheid tot weigering; het is géén verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Ten aanzien van lid 2: Wij sluiten personen die fraude hebben gepleegd niet bij voorbaat uit van schuldhulpverlening, maar het feit kan wel van invloed zijn op het uiteindelijke aanbod.

Omdat in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening expliciet is opgenomen dat een persoon die fraude heeft gepleegd met overheidsgeld uitgesloten kan worden van schuldhulpverlening, is deze mogelijkheid in lid 2 opgenomen.

Dit artikel 7 heeft betrekking op fraude in relatie tot de toegang tot alle vormen van schuldhulpverlening. De toelichting bij artikel 5 heeft betrekking op één specifiek soort aanbod schuldhulpverlening, namelijk een buitengerechtelijke schuldregeling. Sinds 1 januari 2013 mag het college in het geval van fraude hieraan géén medewerking meer verlenen. Artikel 8. Beëindiging schuldhulpverlening

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Artikel 9. Weigeren aanvraag schuldhulpverlening of budgetbeheer in verband met recidive – hernieuwde aanvraag schuldhulpverlening

In de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening staat dat het college schuldhulpverlening kan weigeren als iemand al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening. In dit artikel zijn hiervoor regels en termijnen opgenomen waarbinnen iemands aanvraag kan worden geweigerd. De termijnen zijn verschillend (1 en 2 jaar) waarbij een verband is gelegd met de eerder ontvangen schuldhulpverlening en de mate van verwijtbaarheid van de klant. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom iemand binnen de termijnen toch een hernieuwde aanvraag schuldhulpverlening doet zoals bijv. echtscheiding of ontstane werkloosheid. Doet iemand binnen de termijn een hernieuwde aanvraag schuldhulpverlening dan wordt een beoordeling gemaakt van de situatie van de klant. Hierbij speelt de eerder verleende schuldhulpverlening en/of de contacten daaromtrent mee.  Is de recidive verwijtbaar dan kan verzoeker binnen de termijn niet in aanmerking komen voor schuldhulpverlening, met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke

recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar

waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde

van artikel 9 indien nodig. Indien de burger als een niet-kunner moet worden beschouwd en (nog) niet financieel zelfredzaam is, dan zal coulant worden omgegaan met deze termijnen. Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in dit artikel.  Artikel 10. Weigeren nieuwe aanvraag vanwege terugkomtermijn

Deze terugkomtermijn geldt wanneer een aanvraag schuldhulpverlening of budgetbeheer is afgewezen of buiten verdere behandeling is gelaten omdat betrokkene tijdens het proces van aanvraag geen nadere informatie verstrekt. Een nieuwe aanvraag wordt dan binnen 6 maanden niet in behandeling genomen, tenzij er sprake is van gewijzigde, onvoorziene omstandigheden. Het stijgen van de schulden en/of toegenomen incassoactiviteiten van schuldeisers worden niet gezien als gewijzigde, onvoorziene omstandigheden omdat dit een te verwachten gevolg is van het niet betalen van schulden. Artikel 11. Budgetbeheer

Met ingang van 1 januari 2012 worden met betrekking tot budgetbeheer Beleidsregels schuldhulpverlening 2012 gemeente Losser gehanteerd in de uitvoeringspraktijk. Die regels zijn toen opgesteld om de klant vanwege zijn eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van zijn schulden (gedeeltelijk) mee te laten mee betalen aan een oplossing voor zijn schuldenproblematiek. Deze beleidsregels worden nu opgenomen in de Beleidsregels toegang schuldhulpverlening 2013 gemeente Losser.   Artikel 12. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel spreekt voor zich. Artikel 13. Slotbepalingen

De beleidsregels treden in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. Hiermee worden de bestaande beleidsregels schuldhulpverlening 2012 gemeente Losser ingetrokken.