Organisatie | Nijkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening geurhinder en veehouderij 2012 |
Citeertitel | Verordening geurhinder en veehouderij 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Kaart behorende bij Verordening geurhinder en veehouderij 2012 |
De Verordening geurhinder en veehouderij 2009 wordt hierbij ingetrokken.
Wet geurhinder en veehouderij, art. 6
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-04-2012 | nieuwe regeling | 16-02-2012 De Stad Nijkerk, 04-04-2012 | rvs. 2012-007 |
De raad van de gemeente Nijkerk;
gelezen het collegevoorstel van 20 december 2011;
gelet op de gebiedsvisie als bedoeld in artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij waarmee de raad op 18 december 2008 heeft ingestemd, te weten het rapport “Gebiedsvisie Nijkerk, onderbouwing verordening op basis van Wet geurhinder en veehouderij” d.d. 30 oktober 2008;
gelet op de aanvullende onderzoeksresultaten die zijn opgenomen in het collegevoorstel van 20 december 2011;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Odour units (ouE/m³; P98): geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m³), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 “Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie”. In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Dit betekent dat de – met een verspreidingsmodel – berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden.
Als gebieden, bedoeld in artikel 6 van de Wet, worden de volgende gebieden aangewezen zoals deze voor wat betreft de nummers 1 tot en met 9 nader zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart:
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Nijkerk d.d.
16 februari 2012,
de griffier, de voorzitter,
de heer O. VAN KOLCK de heer mr. drs. G.D. RENKEMA
Ter onderbouwing van de Verordening geurhinder en veehouderij 2009 heeft de raad op 18 december 2008 ingestemd met het rapport “Gebiedsvisie Nijkerk, onderbouwing verordening op basis van Wet geurhinder en veehouderij”. Deze gebiedsvisie blijft van toepassing op de Verordening geurhinder en veehouderij 2012. In aanvulling op de gebiedsvisie is voor het gebied van toekomstig plan De Flier een aanvullend onderzoek verricht. De resultaten daarvan zijn neergelegd in het “Rapport geur, onderbouwing wijziging verordening ogv Wet geurhinder en veehouderij, bedrijventerrein De Flier” d.d. juli 2011.
In de hierna aangegeven gebieden moet op de korte of middellange termijn gebouwd gaan worden. Zodra deze gebouwen (geurgevoelige objecten) opgeleverd worden, mogen er geen geurcontouren van veehouderijen meer overheen lopen. Daarnaast moet voorkomen worden dat in de tussenliggende periode, tussen het opstellen van de betreffende bestemmingsplannen en het daadwerkelijk opleveren van de gebouwen, veehouderijen in de directe omgeving van deze locaties nog gaan uitbreiden (mits deze al niet ‘op slot’ zitten). Hierdoor zouden de geurcontouren van deze bedrijven nog groter worden.
Met het vastleggen van een aangepaste norm voor de gebieden in de geurverordening worden de geconstateerde knelpunten grotendeels verholpen en beschikt de gemeente over een toekomstgericht beleidskader. Vanwege de verhoogde geurnormen en beperkte afstanden in de aangewezen gebieden is er ten opzichte van de standaard wettelijke geurnorm sprake van verruiming van de uitbreidingsmogelijkheden van de betreffende veehouderijen.
De geurnorm voor de geurgevoelige objecten in het gebied De Terrassen is bepaald op 4 odour units per kubieke meter lucht.
Bij deze waarde kan de geplande woningbouw worden gerealiseerd en zijn er geen belemmeringen voor de groeimogelijkheden van de veehouderijen. Alle omliggende veehouderijen worden eerder beperkt door de huidige bebouwde kom van Nijkerk of door woningen in het buitengebied, voordat hun individuele geurcontour van 4 ouE/m³ het plangebied bereikt.
2. Gebied De Flier, milieustraat e.d.
De geurnorm voor de geurgevoelige objecten in het gebied De Flier, milieustraat e.d. is bepaald op 14 odour units per kubieke meter lucht.
Bij deze waarde kan de geplande bedrijfsbebouwing worden gerealiseerd en zijn er geen belemmeringen voor de groeimogelijkheden van de veehouderijen. Alle omliggende veehouderijen worden eerder beperkt door de huidige bebouwde kom van Nijkerk of door woningen in het buitengebied, voordat hun individuele geurcontour van 14 ouE/m³ het plangebied bereikt.
De geurnorm voor de geurgevoelige objecten in het plangebied De Driehoek is vastgesteld op 10 odour units per kubieke meter lucht.
Bij deze waarde kan de geplande bedrijfsbebouwing worden gerealiseerd en zijn er geen belemmeringen voor de groeimogelijkheden van de veehouderijen. Alle omliggende veehouderijen worden eerder beperkt door de huidige bebouwde kom van Nijkerk of door woningen in het buitengebied, voordat hun individuele geurcontour van 10,0 ouE/m³ het plangebied bereikt.
De geurnorm voor de geurgevoelige objecten in het plangebied De Flier is vastgesteld op 14 odour units per kubieke meter lucht. Daarnaast wordt de minimale afstand van veehouderijen tot geurgevoelige objecten in het plangebied vastgesteld op 50 meter (zowel bebouwde kom als geen bebouwde kom). Hierdoor kan meer ruimte worden gereserveerd voor de bouw van geurgevoelige objecten in het plangebied. De geurnorm van 14,0 ouE/m³ is het maximaal toelaatbare voor geurgevoelige objecten in een bebouwde kom. Het is hetzelfde niveau van bescherming als het wettelijke niveau van bescherming voor geurgevoelige objecten in het buitengebied.
De gekozen norm levert geen belemmeringen op voor de groeimogelijkheden van de veehouderijen. Alle omliggende veehouderijen worden eerder beperkt door de huidige bebouwde kom van Nijkerk of door woningen in het buitengebied, voordat hun individuele geurcontour van 14,0 ouE/m³ de eerste geurgevoelige objecten binnen het plangebied De Flier bereikt.
Voor het uitbreidingsgebied Nijkerkerveen wordt een geurnorm vastgesteld van 6,5 odour units per kubieke meter lucht. Daarnaast wordt de minimale afstand van veehouderijen tot geurgevoelige objecten in het plangebied vastgesteld op 50 meter (bebouwde kom) en 25 meter (geen bebouwde kom).
De norm van 6,5 ouE/m³ komt overeen met een ‘redelijk goed’ leefklimaat. Enkele delen van het plangebied kunnen niet worden benut, omdat de geurcontouren van 6,5 ouE/m3 over dit gebied liggen. Als in deze gebieden geen geurgevoelige objecten worden gebouwd, worden de omliggende veehouderijen niet in hun belangen geschaad.
Wat betreft de aanpassing van de minimale afstand naar 50 meter is er maximale ruimte voor het nieuwbouwplan. Slechts een klein deel kan niet benut worden. De betreffende veehouderijen hebben slechts een beperkt aantal dieren (zonder geuremissiefactor), welke hobbymatig worden gehouden. Daarom is hier geen hinder te verwachten. Ook levert de wijziging van de afstand geen belemmeringen op voor de groeimogelijkheden van de omliggende veehouderijen.
Voor het toekomstige woongebied Doornsteeg wordt uitgegaan van een geurnorm van 4 odour units per kubieke meter lucht. Daarnaast wordt de minimale afstand van veehouderijen tot geurgevoelige objecten in het plangebied vastgesteld op 50 meter (zowel bebouwde kom als geen bebouwde kom).
De norm van 4 ouE/m3 komt overeen met een ‘redelijk goed’ leefklimaat en levert geen belemmeringen op voor de omliggende veehouderijen. Vrijwel het volledige plangebied kan met deze geurnorm benut worden voor de bouw van geurgevoelige objecten.
Wat betreft de aanpassing van de minimale afstand: bij een afstand van 50 meter is er maximale ruimte voor de nieuwbouw. Echter kan dan nog steeds niet het volledige plan benut worden. De afstand die moet worden aangehouden tussen geurgevoelige objecten buiten de bebouwde kom en een dierenverblijf waarin dieren worden gehouden waarvoor geen emissiefactor geldt blijft onveranderd.
De betreffende veehouderijen hebben slechts een beperkt aantal dieren (zonder geuremissiefactor), welke hobbymatig worden gehouden. Daarom is hier geen hinder te verwachten. Ook levert de wijziging van de afstand geen belemmeringen op voor de groeimogelijkheden van de omliggende veehouderijen.
Voor het gebied Het Spaanse Leger is een geurnorm vastgesteld van 6,5 odour units per kubieke meter lucht. Daarnaast wordt de minimale afstand van veehouderijen tot geurgevoelige objecten in het plangebied vastgesteld op 50 meter (zowel bebouwde kom als geen bebouwde kom).
Voor de onderbouwing geldt hertzelfde als bij Nijkerkerveen.
Voor het gebied Spoorkamp is geen afwijking nodig van de wettelijke standaard geurnorm van 3 odour units per kubieke meter lucht. Wel wordt de minimale afstand van veehouderijen tot geurgevoelige objecten in het plangebied vastgesteld op 50 meter (zowel bebouwde kom als geen bebouwde kom).
Bij deze afstand vormt de aanwezige veehouderij (paardenhouderij) geen belemmering meer voor de bouw van kantoren en vergelijkbare bedrijfsbestemmingen. Een afstand van 50 meter is verantwoord omdat de betreffende veehouderij beperkt van omvang is. Het bedrijf is niet vergunningplichtig wegens zijn omvang maar op grond van de afstand tot een naastgelegen burgerwoning.
Voor het gebied Smidspol is geen afwijking nodig van de wettelijke standaard geurnorm van 3 odour units per kubieke meter lucht. Wel wordt de minimale afstand van veehouderijen tot geurgevoelige objecten in het plangebied vastgesteld op 50 meter (zowel bebouwde kom als geen bebouwde kom).
Bij deze afstand vormt het de aanwezige veehouderij (melkveehouderij) geen belemmering meer voor de bouw van kantoren en vergelijkbare bedrijfsbestemmingen. Een afstand van 50 meter is hier verantwoord. De betreffende veehouderij is gezien de omvang van de veebezetting niet vergunningplichtig en behoudt ook bij een afstand van 50 meter dezelfde uitbreidingsmogelijkheden.
10. Verblijfsrecreatiegebieden
Voor verblijfsrecreatiegebieden geldt een geurnorm van 14 odour units per kubieke meter lucht. Deze geldt zowel voor concentraties van verblijfsrecreatie in het buitengebied als voor de meer verspreid voorkomende verblijfsrecreatie. Ook is de minimale afstand van veehouderijen tot geurgevoelige objecten nabij verblijfsrecreatie vastgesteld op 50 meter (zowel bebouwde kom als geen bebouwde kom).
Met het vaststellen van deze norm en afstand worden veehouderijen in de nabijheid van concentraties van verblijfsrecreatie niet onnodig in hun mogelijkheden beperkt. De geurnorm van 14,0 ouE/m³ is, als standaardwaarde voor buitengebiedsituaties, verantwoord voor het leefklimaat op complexen van verblijfsrecreatie in het buitengebied.