Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nijkerk

Verordening geurhinder en veehouderij

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nijkerk
Officiële naam regelingVerordening geurhinder en veehouderij
CiteertitelVerordening geurhinder en veehouderij
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet geurhinder en veehouderij, art. 6, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-200825-12-2008nieuwe regeling

24-04-2008

De Stad Nijkerk, 29-04-2008

Rvs. 2008-010

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het collegevoorstel van 11 maart 2008;

gezien de onderzoeksresultaten die zijn opgenomen in het rapport “Gebiedsvisie ten behoeve van de verordening geurhinder en veehouderij voor de Gemeente Nijkerk” d.d. februari 2008;

gelet op artikel 6, eerste lid, van de Wet geurhinder en veehouderij;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende Verordening geurhinder en veehouderij

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Veehouderij:

    inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

  • b.

    Wet:

    de Wet geurhinder en veehouderij;

  • c.

    Bebouwde kom:

    gebied dat een zodanige bebouwings- en mensdichtheid heeft dat het voor de toepassing van de Wet geurhinder en veehouderij moet worden aangemerkt als bebouwde kom;

  • d.

    Kaart:

    de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, met aanduidingen voor de geldende bebouwde komgrenzen en de grenzen van de gebieden waaroor met toepassing van artikel 6, eerste lid, van de Wet, afwijkende normen voor de geurbelasting zijn vastgesteld;

  • e.

    Geurbelasting:

    de waarde ter plaatse van de gevel van het geurgevoelig object, uitgedrukt in Europese odour units per tijdseenheid, berekend met het verspreidingsmodel V-Stacks gebied;

  • f.

    Geurgevoelig object (ggo):

    zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij;

  • g.

    Odour units (ouE/m3; P98):

geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m3), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 “Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie”. In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Dit betekent dat de – met een verspreidingsmodel – berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden.

Artikel 2 Geurbelasting in toekomstige woongebieden

Voor geurgevoelige objecten, gelegen in de gebieden die met de aanduiding ‘zoekzones woongebieden’ op de kaart zijn aangeduid, wordt bij de toepassing van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Wet, een waarde aangehouden van ten hoogste 3,0 odour units per kubieke meter lucht.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Artikel 4 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening geurhinder en veehouderij.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Nijkerk

d.d. 24 april 2008

de griffiermr. F.Contant
de voorzittermr. drs. G.D.Renkema

TOELICHTING

ALGEMENE TOELICHTING

Op 1 januari 2007 trad in werking de “Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven”, verder aangeduid als Wet geurhinder en veehouderij. De wet bevat een nieuwe normering voor de geurhinder afkomstig van veehouderijen e.d. Voortaan kunnen veehouderijen, afgezien van alle andere voorschriften, alleen nog een milieuvergunning krijgen indien de geurbelasting die dat bedrijf veroorzaakt onder bepaalde waarden blijft die in de wet zijn vastgesteld. Overigens wijst de wet ook een aantal specifieke gevallen aan, bijvoorbeeld bedrijfswoningen, waarvoor een afstandseis moet worden gehanteerd in plaats van de wettelijk norm voor de geurbelasting.

De geurbelasting vanwege een veehouderij e.d. moet worden berekend ten opzichte van nabijgelegen ‘geurgevoelige objecten’ in de zin van de wet zoals woningen. Binnen Nijkerk zijn de volgende wettelijke normen van toepassing:

a. binnen de bebouwde komten hoogste:3,0 ouE/m3
b.buiten de bebouwde komten hoogste:14,0 ouE/m3

ouE/m3 = odour units per kubieke meter lucht

De wet biedt gemeenten de mogelijkheid om, met inachtneming van een aantal richtlijnen, in een verordening gebieden aan te wijzen waar hogere of lagere normen van toepassing zijn. Op basis van de ruimtelijke en technische onderbouwing in de Gebiedsvisie is in Nijkerk één categorie geselecteerd waar een aangepaste normstelling gaat gelden. Dat zijn de toekomstige woongebieden die als zoeklocatie tot 2015 in de Integrale Ontwikkelingsvisie voorkomen. Zie ook de toelichting bij artikel 2.

Na vaststelling van de verordening zullen binnen Nijkerk de volgende wettelijke en gemeentelijke normen van toepassing zijn:

a. binnen de bebouwde komten hoogste:3,0 ouE/m3
b.buiten de bebouwde kom    
-b1.-binnen zoeklocaties woningbouwten hoogste:3,0 ouE/m3
-b2.-binnen verblijfsrecreatiegebiedenten hoogste:14,0 ouE/m3
-b3.-overige gebiedenten hoogste:14,0 ouE/m3

ouE/m3 = odour units per kubieke meter lucht

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Veehouderij: Deze definitie sluit aan bij de termen in de Wet milieubeheer.

  • b.

    Wet: Deze bepaling spreekt voor zich.

  • c.

    Bebouwde kom: De grenzen van de bebouwde kom in de zin van de Wegenverkeerswet 1994 kan niet zonder meer als uitgangspunt worden genomen voor het onderscheid tussen binnen/buiten de bebouwde kom dat in de Wet geurhinder en veehouderij aan de orde is. Het doel van de regelingen verschilt daarvoor te veel. Op de kaart die bij deze verordening hoort zijn bebouwde kommen ingetekend conform de plangrenzen van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Nijkerk 2007.

  • d.

    Kaart: De kaart is gewaarmerkt en maakt deel uit van het raadsbesluit tot vaststelling van deze verordening. De kaart bevat als juridisch bindende elementen de grenzen van de gebieden waarvoor een afwijkende geurbelasting gaat gelden. Daarnaast bevat de kaart aanduidingen en verklaringen met informatieve waarde.

  • e.

    Geurbelasting: Voor het berekenen van de geurbelasting wordt gebruik gemaakt van het verspreidingsmodel V-Stacks gebied. V-Stacks gebied is een geavanceerd computerprogramma voor het berekenen van de verspreiding van geur rond meerdere veehouderijen in een gebied. Het programma is gemaakt door Kema in opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). In de ministeriele regeling behorende bij de Wet geurhinder en veehouderij is het gebruik van V-Stacks gebied niet verplicht gesteld. Niettemin wordt sterk aangeraden wel van dit model gebruik te maken.

  • f.

    Geurgevoelig object: De Wet geurhinder en veehouderij geeft een beknopte omschrijving wat onder geurgevoelige objecten moet worden verstaan. In grote lijnen gaat het om woningen en andere gebouwen waar geruime tijd mensen verblijven zoals verzorgingstehuizen en gebouwen voor verblijfsrecreatie.

Artikel 2 Geurbelasting in toekomstige woongebieden

In artikel 2 worden gebieden aangewezen die voor de toepassing van de Wet geurhinder en veehouderij gelijk worden gesteld met de bestaande bebouwde kommen. Hiermee wordt bereikt dat de geursituatie voor de huidige en toekomstige bewoners van deze gebieden op het gewenste kwaliteitsniveau blijft of komt te liggen.

De gebieden zijn op de kaart aangegeven conform drie van de zoeklocaties die omschreven staan in de Integrale Ontwikkelingsvisie Nijkerk 2015-2030 (IOV) die op 15 december 2005 door de gemeenteraad is vastgesteld. Deze aanwijzing is in overeenstemming met de uitwerking van het streekplan Gelderland 2005 ‘Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking’ welke op 12 december 2006 is vastgesteld door GS van Gelderland.

De aangewezen gebieden zijn plaatselijk bekend als Doornsteeg, kern Nijkerkerveen en Hoevelaken-Oost.

De normering van ten hoogste 3,0 odour units per kubieke meter lucht die in de zoeklocaties gaat gelden is gelijk aan de waarde die geldt in bestaande woongebieden binnen de bebouwde kom.

Artikel 4 Inwerkingtreding

De verordening treedt zo spoedig mogelijk na de vaststelling in werking. Bij de inwerkingtreding vervalt het aanhoudingsbesluit dat de raad op 27 september 2007 (gewijzigd) heeft vastgesteld.