Organisatie | Haarlemmermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 |
Citeertitel | Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 149 Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 25-04-2013 InforMeer 15-5-2013 | 2013.0013016 |
De raad van de gemeente Haarlemmermeer,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning,
gelezen het voorstel van het college van Haarlemmermeer van 12 maart 2013,
gezien het advies van de Wmo-raad van 4 december 2012,
besluit vast te stellen de Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013.
Hoofdstuk 1. Algemene Begripsbepalingen
In deze Verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Naar geldende maatschappelijke normen tot het gangbare gebruiks- dan wel bestedingspatroon van een persoon als de belanghebbende behorend.
Algemeen gebruikelijke voorziening
Een product of dienst die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten of diensten
Een voorziening die wordt geleverd op basis van directe beschikbaarheid, een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt.
Het geheel van algemene, voorliggende, collectieve of individuele voorzieningen en oplossingen in het eigen netwerk die gezamenlijk voorzien in de compensatie van de beperkingen die iemand ondervindt in de maatschappelijke participatie.
Het geldende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Haarlemmermeer.
Het Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmermeer bevat de regels rond eigen bijdragen, financiële tegemoetkomingen en persoonsgebonden budgetten op het terrein van de individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning.
Een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanvraag doet of laat doen.
Een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, bijvoorbeeld het collectief vraagafhankelijk vervoer en groepsgewijze dagbesteding.
College van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer.
De plicht van het college aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.
Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten
Een in het Besluit vast te stellen bijdrage, die bij respectievelijk de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage), of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit van toepassing zijn.
Een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.
De zorg die huisgenoten worden geacht elkaar te bieden, omdat zij als leefeenheid een gemeenschappelijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden.
De woning waar een belanghebbende zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft en waar hij in de Gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven, dan wel behoort te staan ingeschreven, dan wel het feitelijke woonadres.
Een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 van de Wet wordt verstrekt.
Deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning, het zich in en om de woning verplaatsen, het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen, het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven.
Het compenseren van de beperkingen die iemand ondervindt in de maatschappelijke participatie op een zodanige wijze dat rekening wordt gehouden met de behoeften, persoonskenmerken, mogelijkheden, omstandigheden en financiële situatie van de belanghebbende.
Een persoon die langdurige zorg biedt aan een hulpbehoevende, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt (artikel 1 lid 1 onder b van de Wet).
Een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, in plaats van een voorziening in natura.
Een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.
Een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of in de vorm van persoonlijke dienstverlening.
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Wettelijk voorliggende voorziening
Een voorziening als bedoeld in artikel 2 van de Wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden, zoals voorzieningen via de Zorgverzekeringswet, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de Wet op de kinderopvang of verschillende arbeidsongeschiktheidswetten.
Het lichamelijke, verstandelijke, geestelijke, sociale of financiële vermogen om zelf voorzieningen te treffen om deelname aan het normale maatschappelijke verkeer mogelijk maken en de dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren.
Hoofdstuk 4. Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 4. Het maken van een afweging
Bij het beoordelen van de vraag welke ondersteuning nodig is, gaat het college uit van de behoeften, persoonskenmerken, mogelijkheden, omstandigheden en financiële situatie van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten
Artikel 5. Normaal gebruik kunnen maken van de woning
Het eerste te bereiken resultaat rond het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waarover men beschikt, waarin men opgroeit of welke men als kind of partner periodiek bezoekt. Dit geldt voor de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, tuin en/of balkon.
3. Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning, welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat, zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden om het in dit artikel bedoelde resultaat te bereiken. Deze beoordeling vindt alleen plaats indien de kosten van aanpassing van de woning het in het Besluit genoemde bedrag te boven gaan.
Indien de in het vorige lid genoemde mogelijkheid om naar een geschikte of gemakkelijker geschikt te maken woning te verhuizen binnen een termijn van 12 maanden beschikbaar is, wordt geen individuele voorziening voor een woningaanpassing toegekend, maar kan een tegemoetkoming in verhuis- en herinrichtingskosten worden verstrekt.
5. Individuele woonvoorzieningen worden niet verstrekt:
indien de noodzaak tot het treffen van de woonvoorziening het gevolg is van een verhuizing waartoe op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning ten gevolge van beperkingen, psychosociale problemen of chronische psychische problemen geen aanleiding bestond en er geen andere dringende reden voor de verhuizing aanwezig was;
Een tegemoetkoming in verhuis- en herinrichtingskosten wordt niet verstrekt indien:
de belanghebbende de noodzaak niet kan aantonen.
7. De belanghebbende, die als eigenaar-bewoner krachtens deze Verordening dan wel de daaraan voorafgaande Verordening een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget voor de kosten van een woningaanpassing heeft ontvangen, welke aanpassing heeft geleid tot waardestijging van de woning, en die binnen een periode van tien jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden om binnen een week na het passeren van de overdrachtsakte het college hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen.
8. Het college kan besluiten dat de in het vorige lid bedoelde eigenaar bij verkoop van de woning binnen 10 jaar na de aanpassing, de kosten van de woonvoorziening minus de afschrijvingskosten en eigen bijdrage dan wel eigen aandeel in de kosten, moet terugbetalen, indien de aanpassing heeft geleid tot waardevermeerdering van de woning.
10. De bepalingen van dit artikel zijn gericht op zelfstandige woonruimten en zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur en specifiek op mensen met een beperking en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.
11.Een woonvoorziening wordt slechts verleend indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen.
In afwijking van het gestelde hierboven kan een woonvoorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van één of meer woonruimtes indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling.
De aanvraag voor het bezoekbaar maken wordt ingediend in de gemeente waar de aan te passen woning staat.
Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan het door middel van een woonvoorziening bewerkstelligen dat de belanghebbende de woonkamer, een toiletvoorziening en in bijzondere gevallen de slaapkamer kan bereiken en gebruiken.
De woningaanpassing vindt plaats voor een in het Besluit vast te leggen maximumbedrag.
Artikel 6. Beschikken over een schoongehouden woning
Indien de belanghebbende één of meer huisgenoten of leden in het sociaal netwerk heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, rekening houdend met de belastbaarheid van de huisgenoten en/of mantelzorgers, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld als mogelijkheid om het in dit artikel bedoelde resultaat te bereiken. Ook de mogelijkheden en de bereidheid van mensen uit het sociaal netwerk worden beoordeeld
4 Er wordt geen individuele voorziening voor het lichte en/of zware huishoudelijke werk, dan wel de regie op het huishouden toegekend,
Artikel 7. Noodzakelijke boodschappen voor de primaire levensbehoefte in huis kunnen krijgen en voor maaltijden kunnen zorgen.
Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de benodigde producten voor de dagelijkse maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals andere artikelen voor de dagelijkse levensbehoeften en het huishouden. Ook de noodzakelijke verzorging of bereiding van maaltijden valt hier onder.
Met het oog op het in huis krijgen van goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, evenals andere artikelen voor de dagelijkse levensbehoeften en het huishouden, alsmede het bereiden dan wel klaarzetten van maaltijden.
Indien de belanghebbende één of meer huisgenoten heeft of mensen uit zijn sociale netwerk die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat, worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Artikel 8. Beschikken over een schone was
Indien de belanghebbende één of meer huisgenoten heeft of mensen uit zijn sociale netwerk die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare was- en strijkservice die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat, worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Artikel 9. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening voor maximaal 40 uur per week worden getroffen ten aanzien van het tijdelijk vervangen van de ouder(s), voor zover die geen gebruikelijke zorg kan of kunnen leveren. Het gaat om een periode van maximaal 3 maanden, ter overbrugging van het nemen van meer definitieve maatregelen.
Voor zover de belanghebbende een beroep kan doen op leden uit het sociale netwerk rond het gezin, gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Artikel 10. Het kunnen uitvoeren van de dagelijks noodzakelijke activiteiten
Met het oog op het uitvoeren van de dagelijks noodzakelijke activiteiten kan aan een belanghebbende een individuele voorziening worden toegekend van maximaal 6 dagdelen voor het aanleren van, het oefenen met, het ondersteunen bij of het overnemen van de dagelijks noodzakelijke activiteiten, het aanbrengen van structuur in die dagelijkse activiteiten en het voeren van regie over de dagelijkse activiteiten.
Indien de belanghebbende voor de in lid 2 genoemde activiteiten een beroep kan doen op hulp van huisgenoten, mensen in het sociaal netwerk of op hulp van algemene of collectieve voorzieningen waaronder maatschappelijk werk, vrijwilligersorganisaties en schuldhulpverlening, wordt eerst beoordeeld of deze mogelijkheden tot het beoogde resultaat kunnen leiden.
Artikel 11. Zich verplaatsen in en om de woning
1.Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, de keuken, de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin en/of het balkon te kunnen bereiken, zodat normaal gebruik van de woning kan worden gemaakt.
2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks gebruik.
Artikel 12. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur, van een algemene voorziening zoals een buurt-, of ouderenbus, of van een aanwezige en bruikbare scootmobielpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat, worden deze voorzieningen eerst beoordeeld.
4 Indien een vervoersvoorziening wordt verstrekt, wordt voor wat betreft de vervoersbehoefte ten behoeve van maatschappelijke participatie uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de belanghebbende zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de belanghebbende noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Artikel 13. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten
Het eerste resultaat ten aanzien van het aangaan van sociale verbanden is de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te kunnen nemen aan maatschappelijke activiteiten, bestaande uit het zo mogelijk kunnen afleggen van bezoeken en het deelnemen aan activiteiten in de eigen woon- of leefomgeving.
Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten in de eigen woon- of leefomgeving kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer, indien het in het eerste lid genoemde resultaat niet kan worden bereikt met de voorzieningen, bedoeld in artikel 12 van deze Verordening,
4 Met het oog op het in lid 1 genoemde resultaat kan een belanghebbende voor
een tegemoetkoming in de kosten van andere voorzieningen in aanmerking komen,
indien diens beperkingen het deelnemen aan culturele of andere maatschappelijke activiteiten zonder de betreffende voorziening onmogelijk maken.
Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare pool met sportvoorzieningen, een (wettelijke) voorliggende voorziening, of een andere mogelijkheid die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het bereiken van het in dit artikel bedoelde resultaat, worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.
Artikel 14. Een ingevulde dag hebben
Met het oog op het hebben van een dagvulling kan aan een belanghebbende een individuele voorziening worden toegekend bestaande uit maximaal 6 dagdelen groepsbegeleiding gericht op behoud van niveau- of ontwikkelingsgerichte arbeidsmatige, recreatieve of andere activiteiten of een combinatie daarvan.
3. Indien belanghebbende gebruik kan maken van algemene voorzieningen, van onderwijs, al dan niet begeleide arbeid of projecten al dan niet in het kader van vrijwilligerswerk zal eerst worden beoordeeld of dit in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat.
4.Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn om het in dit artikel bedoelde resultaat voor de belanghebbende te bereiken, wordt voor het betreffende onderdeel geen individuele voorziening verstrekt.
Artikel 15. Mantelzorg vol kunnen houden
Met het oog op het kunnen volhouden van de te verlenen mantelzorg kan een individuele voorziening worden toegekend die de mantelzorg ontlast van een deel van de huishoudelijke taken die anders in het kader van gebruikelijke zorg verricht moeten worden, of die de mantelzorger ontlast van vervoerstaken.
Hoofdstuk 5. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming, Eigen bijdragen en eigen aandeel
Artikel 16. Mogelijke verstrekkingswijzen
De te treffen voorzieningen kunnen naar keuze van de belanghebbende als voorziening in natura of als persoonsgebonden budget worden verstrekt. Enkele voorzieningen worden alleen als financiële tegemoetkoming verstrekt, zoals vastgelegd in het Besluit.
Artikel 17. Verstrekking in natura
3 Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.
Artikel 18. Persoonsgebonden budget
3 Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.
Artikel 19. Verstrekking als financiële tegemoetkoming
1 Het college legt in het Besluit vast in welke situaties er een verstrekking in de vorm van een financiële tegemoetkoming plaats vindt.
2.De beschikking vermeldt voor welke op grond van deze verordening voor de belanghebbende beoogde resultaten de toegekende financiële tegemoetkoming bestemd is.
3 Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.
Artikel 20 Eigen bijdrage, eigen aandeel
1 Bij het verstrekken van een voorziening ten behoeve van de in artikel 2 lid 1 en indien van toepassing lid 2 genoemde resultaten is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de genoemde resultaten, met uitzondering van het zich kunnen verplaatsen in en om de woning, voor zover de verstrekking een rolstoel betreft. Er worden eveneens geen eigen bijdragen gevraagd voor de resultaten die samenhangen met de lichte begeleiding: “het kunnen uitvoeren van de dagelijks noodzakelijke activiteiten” en “een ingevulde dag hebben”
2 Het college legt in het Besluit de maximale omvang van de eigen bijdrage en van het eigen aandeel vast, waarbij het vigerend landelijke Besluit maatschappelijke ondersteuning wordt gevolgd.
Hoofdstuk 6. bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
Artikel 22 Begrenzing recht op individuele voorzieningen
Geen voorziening wordt toegekend:
voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de technische levensduur van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel tegemoet komt in de veroorzaakte kosten;
Bij de advisering zoals genoemd in het eerste lid wordt door de adviseur voor het in kaart brengen van de medische beperkingen gebruik gemaakt van de systematiek zoals neergelegd in het Internationaal Classificatiesysteem van Functies, beperkingen en gezondheid, de zogenaamde ICF classificatie van de Wereld Gezondheid Organisatie, Familie van classificaties (WHO-FIC).
Degene aan wie krachtens deze Verordening een individuele of collectieve voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Een besluit tot verlening van een persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming kan worden ingetrokken indien blijkt dat het budget of de tegemoetkoming binnen drie maanden na uitbetaling niet of niet volledig is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
In afwijking van het gestelde in het voorgaande lid kan een besluit tot verlening van een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden slechts worden ingetrokken, indien dit persoonsgebonden budget binnen het kalenderjaar waarover het verstrekt is, niet of niet volledig is besteed conform de verstrekkingsvoorwaarden.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze Verordening indien toepassing van de Verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.