Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoeterwoude

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2000

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoeterwoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2000
CiteertitelVerordening parkeerbelastingen 2000
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 225 van de gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-06-200901-01-200003-11-2011Nieuwe regeling

18-05-2000

Onbekend

mp/00-845a RB-08

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2000

Nr. mp/00-845b

 

De raad van de gemeente Zoeterwoude;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 mei 2000, nr. mp/00-845a;

 

Gelet op artikel 225 van de gemeentewet;

 

B e s l u i t :

 

Vast te stellen de volgende verordening;

 

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2000.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd , met dien verstande dat voor en motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “parkeerbelastingen” wordt de volgende belasting geheven: een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting bedoeld in artikel 2, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Belastingtarief en belastingtijdvak

Het tarief van de parkeerbelasting genoemd in artikel 2 is fl. 450,-- en het belastingtijdvak is één kalenderjaar. Met ingang van 1 januari 2001 wordt dit bedrag jaarlijks geïndexeerd op basis van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie voor werknemersgezinnen.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting bedoeld in artikel 2, is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak waarover de belasting wordt geheven.

Artikel 6 Verlenen van de vergunning

Een parkeervergunning wordt verleend hetzij tot wederopzegging, hetzij voor een bepaalde termijn.

Artikel 7 Wijze van heffing en termijnen van betaling

De belasting bedoeld in artikel 2, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Parkeer- en parkeergeldverordening” van 23 februari 1989, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande van zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is januari 2000.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening parkeerbelastingen 2000”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad, gehouden op 18 mei 2000.

De secretaris,

H.Marinus

De voorzitter,

mw. Drs. A.E. Koopmanschap