Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening commissie bezwaarschriften |
Citeertitel | Verordening commissie bezwaarschriften |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-08-2002 | Nieuwe regeling | 26-06-2002 Winterswijkse Weekkrant 16-7-2002 | 2002, nr. VI-8 |
De raad van de gemeente Winterswijk; het college van Burgemeester en Wethouders en de burgemeester van de gemeente Winterswijk ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 10 juni 2002, nr. VI-8;
gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;
commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315), houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen de besluiten van de raad, het college en de burgemeester.
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften, die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake:
a. belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;
c. de wet milieubeheer (voor zover de procedure 3:5 Awb is gevolgd).
De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.
Zij maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.
De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.
De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.
Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.
De voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van zes jaren. Zij zijn bij hun aftreden opnieuw benoembaar.
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.
De zittingstermijn van hem die wordt benoemd ter vervulling van een tussentijdse vacature, eindigt bij het verstrijken van de benoemingstermijn van degene in wiens plaats hij is getreden.
De aftredende voorzitter en de aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie: artikel 2:1, tweede lid; artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn; artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie; artikel 7:4, tweede lid; artikel 7:6, vierde lid.
De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 van de wet. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.
Artikel 10 Uitnodiging zitting
De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.
Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.
De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Leden van de gemeenteraad, het college en de burgemeester kunnen ter zitting van de commissie niet optreden als gemachtigde van belanghebbenden.
Artikel 13 Openbaarheid zitting
De zitting van de commissie is openbaar.
De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.
De deuren worden in ieder geval gesloten indien gehoord wordt inzake bezwaarschriften ingevolge sociale zekerheidswetten.
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.
Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.
Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.
Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.
De uit het nadere onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting.
De voorzitter beslist op zo'n verzoek.
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 16 Raadkamer en advies
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.
a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.
b. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.
c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.
Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.
Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 10 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.
De door de Gemeenteraad (28 november 1966), het college van Burgemeester en Wethouders (19 november 1996) en de Burgemeester (19 november 1996) onder nummer 1966, IX-10 vastgestelde "Verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften" wordt ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van de Verordening commissie bezwaarschriften.