Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

Verordening activering en reïntegratie Edam-Volendam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening activering en reïntegratie Edam-Volendam
CiteertitelReïntegratieverordening Edam-Volendam
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, artikel 8

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-01-200401-01-2012Nieuwe regeling

23-12-2003

Stadskrant 26 januari 2004

155b-2003
27-01-2004Nieuwe regeling

23-12-2003

Stadskrant 26 januari 2004

155b-2003

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening activering en reïntegratie Edam-Volendam

 

Voorstel no. 5-2005

Agenda no. 8

De raad van de gemeente Edam-Volendam;

gelezen het voorstel van het college van 7 december 2004;

gelet op de Wet werk en bijstand, loaw en loaz;

overwegende dat op grond van artikel 8, lid 1, onder a van de Wet werk en bijstand de gemeente bij verordening regels stelt met betrekking tot het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in artikel 7, lid 1,onder a van de Wet werk en bijstand;

b e s l u i t :

vast te stellen de wijzigingen in de

VERORDENING ACTIVERING EN RE-INTEGRATIE

Artikel 1 Begripsbepalingen

1.In deze verordening wordt verstaan onder:

a.de wet:

de Wet werk en bijstand;

b. het college:

het college van burgemeester en wethouders;

c. arbeidsinschakeling:

het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid, waarbij geen gebruikwordt gemaakt van een voorziening als bedoeld in artikel 7, lid 1, onder avan de wet;

d. sociale activering:

het verrichten van onbeloonde activiteiten gericht op arbeidsinschakelingof, als arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, opzelfstandigemaatschappelijke participatie;

e. trajectplan:

een plan, gericht op het vergroten van de mogelijkheden tot inschakeling in het arbeidsproces of deelname aan sociale activiteiten van

belanghebbende. Het is toegesneden op de persoonlijke omstandigheden en behelst: klantgegevens, klantprofiel, zoekprofiel, doel van het traject, in te

schakelen organisaties en afspraken over ontwikkeltijd, begeleidingstijd

en voortgangsrapportage;

f. dienstbetrekking:

een arbeidsovereenkomst ingevolge het Burgerlijk Wetboek of een aanstelling door of vanwege de overheid;

g. werknemer:

de persoon die in een dienstbetrekking werkzaam is; h. werkgever: de persoon tot wie een werknemer in dienstbetrekking staat.

Artikel 2 Opdracht college

  • 1.

    Het college biedt aan personen als bedoeld in artikel 10 vand ewet, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling conform artikel 7, lid sub a van de wet.

  • 2.

    Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van de belanghebbenden het meest doelmatig is met het oog op de inschakeling in arbeid.

  • 3.

    Het college draag zorg voor voldoende diversiteit in het aanbod van ondersteuning en voorzieningen.

Artikel 3 Subsidieplafonds

  • 1.

    Het college kan één of meer subsidieplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen.

  • 2.

    Aan de kosten van voorzieningen ten behoeve van de in artikel 10 van de wet genoemde doelgroepen, besteedt het college jaarlijks niet meer da n het bedrag als bedoeld in artikel 69, lid 1 sub a van de wet.

Artikel 4 Aanspraak op een voorziening

  • 1.

    Personen als bedoeld in artikel 2, lid 1 hebben aanspraak op een voorziening als bedoeld in artikel 2, lid 1.

  • 2.

    De aanspraak op een voorziening als bedoeld in artikel 2, lid 1 kan door het college worden geweigerd indien naar het oordeel van het college een dergelijke voorziening voor het individu niet noodzakelijk is, of wanneer met het aanbieden van de voorziening het subsidieplafond als bedoeld in artikel 3 wordt overschreden.

  • 3.

    Ten behoeve van verzoekers uit de personengroep als bedoeld in artikel 2 lid 1 wordt aan personen - niet zijnde uitkeringsgerechtigden - maximaal € 2000,00 beschikbaar gesteld als tegemoetkoming in de kosten van een geïndiceerd traject.

  • 4.

    Het college kan - indien nadrukkelijk sprake is van individuele, bijzondere omstandigheden, het onder lid 3 genoemde bedrag hoger vaststellen.

Artikel 5 Sociale activering

  • 1.

    Het college kan ter uitvoering van artikel 2 aan of ten behoeve van de persoon als bedoeld in artikel 2, lid 1, een subsidie verstrekken, toestemming geven om werkzaamheden te verrichten met behoud van uitkering, dan wel dienstverlening inkopen, waardoor deze persoon in staat wordt gesteld deel te nemen aan activiteiten die bijdragen tot sociale activering.

  • 2.

    De deelname aan activiteiten als bedoeld in lid 1 wordt per individu vastgelegd in een trajectplan.

  • 3.

    Het trajectplan wordt in opdracht van het college opgesteld door een derde als bedoeld in artikel 2, lid 2 die in staat is tot het uitvoeren van een adequate diagnose van de situatie van de deelnemer en een heldere formulering van het trajectplan.

  • 4.

    Het trajectplan wordt in opdracht van het college uitgevoerd door een derde als bedoeld in artikel 2, lid 2 die de activiteiten uit het trajectplan adequaat kan uitvoeren of doen uitvoeren.

  • 5.

    De deelnemer, de uitvoeringsorganisatie en het college zijn verplicht om het trajectplan, voorafgaand aan de uitvoering ervan, te ondertekenen.

  • 6.

    Het college stelt voorafgaand aan elk kalenderjaar de minimale taakstelling voor de uitvoering vast in de vorm van een beleidsplan.6.

     

     

Artikel 6 Gesubsidieerde arbeid

  • 1.

    Het college kan, ter bevordering van de arbeidsinschakeling van personen als bedoeld in artikel 2, lid 1, diverse instrumenten - waaronder gesubsidieerde arbeid - inzetten gericht op praktijkervaring;

  • 2.

    De bemiddeling voor en de realisering van de werkervaringsplaatsen als bedoeld in lid 1 wordt in opdracht van het college verricht door een natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in het arbeidsproces bevordert.

  • 3.

    Het college stelt voorafgaand aan elk kalenderjaar de taakstelling voor de uitvoering vast, waarin genoemd het aantal gesubsidieerde arbeidsplaatsen en legt in een overeenkomst met de uitvoerder de onderlinge verdeling van taken, kosten en bevoegdheden vast.

  • 4.

    Een gesubsidieerde arbeidsplaats als bedoeld in lid 1 mag maximaal 24 maanden duren.Deze periode kan door het college in bijzondere gevallen met een periode van maximaal 36 maanden worden verlengd.

  • 5.

    In afwijking van lid 4 geldt de genoemde maximale termijn niet voor gesubsidieerde arbeidsplaatsen die voor inwerkingtreding van de wet zijn ontstaan als gevolg van de Wet inschakeling werkzoekenden en het Besluit in- en doorstroombanen. Voor deze subsidies wordt door het college per individu een besluit genomen over de termijn.

  • 6.

    Het college zorgt bij de opdrachtverlening tot het realiseren van werkervaringsplaatsen ervoor dat verdringing van reguliere arbeid en concurrentieverstoring worden tegengegaan.

Artikel 7 Inlichtingenplicht en terugvordering

  • 1.

    Personen aan wie het college een voorziening aanbiedt in het kader van deze verordening, werkgevers die een loonkostensubsidie ontvangen in het kader van deze verordening en uitvoeringsorganisaties die zijn betrokken bij het uitvoeren van deze verordening zijn verplicht om uit eigen beweging of desgevraagd het college onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen van feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van deze verordening onder overlegging van bewijsstukken.

  • 2.

    Het college kan personen aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 3.

    Indien het niet nakomen van de inlichtingenplicht als bedoeld in lid 1 heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekken van een bijdrage of een subsidie, dan herziet het college het eerder genomen besluit of trekt deze in.

  • 4.

    Indien een bijdrage of een subsidie ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verstrekt kan het college het ten onrechte of te veel betaalde bedrag als onverschuldigd betaald van de belanghebbende terugvorderen.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan inbijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening indien de toepassing van de verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Re-integratieverordening Edam-Volendam".

Aldus besloten door de gemeenteraad van Edam-Volendam in zijn openbare

d.d. 23 december 2003.

de griffier, de voorzitter