Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldambt

Regeling Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang gemeente Oldambt 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldambt
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang gemeente Oldambt 2013
CiteertitelRegeling Sociaal Medische Indicatie kinderopvang 2013
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Doel:

deze regeling heeft als doel regels vast te stellen ter uitvoering van de sociaal medische indicatie voor kinderopvang in de gemeente Oldambt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet Kinderopvang
  2. Verordening Kinderopvang
  3. artikelen 1:3, vierde lid, 3:42 titel 4.3 en titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2013nieuwe regeling

29-01-2013

Streekblad

nieuwe regeling

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang gemeente Oldambt 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;

Gelezen het college voorstel van de afdeling Samenleving tot vaststelling van een nieuwe regeling Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang gemeente Oldambt 2013;

Gelet op de bepalingen van de Wet en Verordening Kinderopvang en de artikelen 1:3, vierde lid, 3:42 titel 4.3 en titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

B e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Regeling Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang gemeente Oldambt 2013,

luidende als volgt:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. De Wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

    b. De Verordening: de Verordening Wet kinderopvang 2010 van de gemeente Oldambt;        

    c. Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;          

    d. Het adviesorgaan: de instelling/organisatie die op verzoek van de gemeente advies uitbrengt over de noodzaak van kinderopvang; 

    e. Sociaal medisch geïndiceerde: de ouder die:  

    - een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking heeft en voor wie is vastgesteld dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken; of         

    - een kind heeft waarbij is vastgesteld dat er kinderopvang noodzakelijk is voor een goede en gezonde ontwikkeling van het kind.

  • 2

    Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze regeling gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet of de verordening.

Artikel 2 Doel van deze regeling

Deze regeling heeft als doel te voorzien in een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal en/of medische indicatie.

Artikel 3 Verordening

De verordening is van overeenkomstige toepassing, tenzij anders is bepaald in deze regeling.

Artikel 4 Doelgroep

Deze regeling is van toepassing op een ouder(s)/verzorger(s) en/of het kind, die volgens de gemeentelijke basisadministratie Persoonsgegevens woonachtig is in de gemeente Oldambt, en:

a. die tot de categorie personen behoort met een lichamelijk, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en voor wie op advies van een adviesorgaan (GGD) is vastgesteld dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of

b. ten aanzien van wie door het adviesorgaan (GGD) is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is.

Artikel 5 Voorliggende voorziening

Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende voorziening. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend een voorziening op grond van:

a. de Wet kinderopvang (Wkkp)

b. de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)

c. de Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO)

d. een medisch kinderdagverblijf

e. een peuterspeelzaal (PSZ), indien het aantal door de indicatiesteller geadviseerde uren overeenkomt met de PSZ uren.

Artikel 6 Vaststelling noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie

  • 1

    Het college stelt op aanvraag van de ouder(s) verzorger(s) vast of hij of zijn partner of het kind een persoon is die onder de doelgroep genoemd in artikel 4 van deze regeling is.

     

  • 2

    Alvorens te besluiten, kan het college ten behoeve van de vaststelling van de noodzakelijkheid van kinderopvang advies bij een adviesorgaan als bedoeld in artikel 4 a. en b. van deze regeling opvragen.

  • 3

    Van een advies als bedoeld in artikel 4 a. en b. kan worden afgezien, indien naar het oordeel van het college op basis van schriftelijke gegevens van een onafhankelijke deskundige in voldoende mate is aangetoond dat sprake is van ernstige sociaal-medische problematiek die kinderopvang noodzakelijk maakt.

  • 4

    Het college kan periodiek herindicatie verrichten op personen als bedoeld in artikel 4 van deze regeling.

Artikel 7 Aanvraag

  • 1

     De aanvraag om een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie wordt ingediend bij het college.

  • 2

    Een aanvraag bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    a. Naam, adres, burgerservicenummer, geboortedatum van de ouder(s)/verzorger(s);

    b. Indien van toepassing: naam burgerservicenummer, geboortedatum van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    c. Naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop deze aanvraag betrekking heeft;

    d. Loonstrook en/of uitkeringsspecificatie waaruit het netto maandinkomen van de ouder(s) verzorger(s) blijkt;

    e. Een offerte of contract van het geregistreerde kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang.

    f. Overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten.

Artikel 8 Aanspraak op een tegemoetkoming

Een ouder verzorger heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de door hem of zijn partner te betalen kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie indien:

a. Het college op grond van het bepaalde in het advies van het adviesorgaan (GGD) kan vaststellen in welke mate deze ouder/verzorger in aanmerking behoort te komen voor een tegemoetkoming in deze kosten vanwege een gebleken noodzaak op grond van sociaal medische indicatie. Het advies bevat de volgende elementen:

- aantal noodzakelijke uren (per week en verwachte duur);

- medische/psychische situatie van ouder en/of kind;

- informatie van betrokken/doorverwijzende instanties/instellingen.

Noot: Een vergoeding op basis van een sociale medische indicatie wordt alleen verstrekt als professionele begeleiding wordt ingezet om de problematiek weg te nemen. Het niet inzetten of stopzetten van professionele begeleiding is een reden om de tegemoetkoming te weigeren of te stoppen.

b.   Het kinderopvang betreft in een geregistreerde kindercentrum of gastouderopvang.

Artikel 9 Hoogte en duur van de tegemoetkoming

  • 1

    Ouder(s)/verzorger(s) met een inkomen tot maximaal 110% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm kunnen een aanspraak maken op een tegemoetkoming in de vergoeding van de kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie.

  • 2

    Bij een hoger inkomen betaalt de ouder een eigen bijdrage conform de inkomens en vermogenstoets (draagkrachtberekening) die gebruikt wordt voor het bepalen van het recht op bijzondere bijstand.

  • 3

    Als een ouder een werkgeversbijdrage ontvangt, wordt deze in mindering gebracht op de vergoeding van de gemeente.

  • 4

    Als het beschikbare budget op is, ontstaat er een wachtlijst voor de tegemoetkoming kosten.

  • 5

    Teveel betaalde vergoedingen worden teruggevorderd conform artikel 38 van de Wet.

  • 6

    De tegemoetkoming wordt toegekend voor de duur van maximaal 6 maanden en kan daarna middels een herindicatie nog één keer worden verlengd met maximaal 3 maanden.

  • 7

    De tegemoetkoming is gemaximeerd tot 4 dagdelen opvang per week. Bij de berekening van de tegemoetkoming wordt gerekend met het maximale uurtarief voor kinderopvangtoeslag dat jaarlijks door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt vastgesteld. 

Artikel 10 Subsidieplafond

  • 1

    Per kalenderjaar geldt een subsidieplafond voor de smi-kinderopvang van € 40.000.

  • 2

    2. Het college hanteert de volgende verdeling van het beschikbare subsidiebedrag:

    a) het college geeft prioriteit aan de kinderopvang van een kind waarvoor de toegekende periode nog niet is verstreken;

    b) vervolgens is de volgorde van binnenkomst van nieuwe aanvragen bepalend, waarbij geldt dat een eerder ontvangen aanvraag prioriteit heeft boven een later ontvangen aanvraag.

  • 3

    Het college berekent voor de toe te kennen of al toegekende aanvraag het subsidiebedrag dat hiermee gemoeid is op basis van de verwachte duur en omvang van de smi-kinderopvang en de uurprijs.

  • 4

    Bij voorzienbare overschrijding van het subsidieplafond genoemd onder lid 1, wijst het college nieuwe aanvragen met toepassing van artikel 4:25 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht af.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen in artikel 8 is bepaald, indien toepassing van dit artikel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1

    Deze regeling treedt – na behoorlijk te zijn bekendgemaakt - in werking per 1 maart 2013.

  • 2

    Vanaf 1 januari 2013 tot 1 maart 2013 zal een overgangsperiode gelden. Ouders kunnen dan nog aanspraak maken op de dan voor hen geldende voorziening. Dit in afwachting van een herindicatie die voor 1 maart 2013 zal plaats vinden naar aanleiding waarvan een eventuele nieuwe beschikking zal worden afgegeven.

  • 3

    In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders.

  • 4

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling Sociaal Medische Indicatie kinderopvang 2013”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college

burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt

van 29 januari 2013

De secretaris,  H. Groothuis.   

De burgemeester,  P. Smit.