Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening clientenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in Jongeren Wormerland 2009 |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Wormerland 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | WIJ WWB |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 16-12-2014 Gemeenteblad, 22 December 2014 | Onbekend | |
20-05-2010 | 01-10-2009 | 01-01-2015 | Onbekend | 02-03-2010 | Onbekend |
De raad van de gemeente Wormerland;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Wormerland d.d. 9 februari 2010;
Gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 12, eerste lid, sub d van de Wet investeren in jongeren en artikel 150 van de Gemeentewet;
Overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande clientenparticipatie;
Vast te stellen de Verordening clientenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in Jongeren Wormerland 2009 inclusief de bijbehorende toelichting.
Hoofdstuk 2 Taken van de adviesraad
De adviesraad heeft tot taak de gemeente gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die binnen de gemeentelijke beleidsvrijheid vallen waar het de gemeentelijke uitvoering van sociale zekerheidswetten betreft en die van belang zijn voor mensen met een inkomen rond het minimum.
Hoofdstuk 4 Werkwijze adviesraad
Paragraaf 4.2 Activiteitenplan
De adviesraad stelt jaarlijks een activiteitenplan op, inclusief concept begroting, dat door de afdeling wordt vastgesteld.
De secretaris van de adviesraad stelt na afloop van een kalenderjaar een jaarverslag op. Hierin zijn tenminste de in het afgelopen jaar gevraagde en ongevraagde adviezen van de adviesraad opgenomen. Tevens stelt de secretaris, in samenwerking met een door de afdeling daarvoor aangewezen ambtenaar het financiële verslag op.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
De adviesraad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van het college zal de adviesraad informatie met een vertrouwelijk karakter niet aan derden kenbaar maken.
Deze verordening word aangehaald als de Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Wormerland 2009.
Toelichting op de verordening cliëntenparticipatie WWB/WIJ 2009
Artikel 47 van de Wet werk en bijstand en artikel 12 van de Wet investeren in jongeren geeft de gemeenteraad de opdracht om bij verordening regels te stellen over de wijze waarop de personen of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet. In elk geval moet geregeld worden wijze waarop:
Met de Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Wormerland 2009 wordt ruimschoots aan de verplichting van artikel 47 WWB en artikel 12 WIJ voldaan. Er is naar gestreefd cliëntenparticipatie nog sterker dan voorheen in de uitvoering van de gemeentelijke sociale zekerheid te verankeren.
Overigens blijven de Wet inkomensvoorziening oudere en arbeidsongeschikte werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) voorlopig nog bestaan in hun huidige vorm. Door onder deze WWB verordening ook de IOAW-ers en IOAZ-ers te laten vallen is gelijk voldaan aan de bepalingen van artikel 42 IOAW en artikel 42 IOAZ over cliëntenparticipatie.
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, de WIJ of de Awb (Algemene wet bestuursrecht) niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de WWB de WIJ of de Awb ook de verordening moet worden gewijzigd.
De begrippen die niet zijn omschreven in de WWB, de WIJ of de Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het eerste lid omschreven.
Dit artikel bevat een globale omschrijving van het doel van cliëntenparticipatie, uitgaande van de gedachte dat cliëntenparticipatie onmisbaar is voor de totstandkoming en uitvoering van beleid waarin de cliënt centraal staat.
Omdat het gaat om cliëntenparticipatie is het de intentie dat ten minste één lid van de adviesraad WWB- of WIJ-cliënt is. Daarbij is het raadzaam te streven naar een representatieve afspiegeling van de groep cliënten.
Een deel van de cliëntenraad bestaat uit vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. Tevens dient er een vertegenwoordiger te zijn vanuit een jongerenorganisatie. Hiervoor is gekozen, omdat zij vanuit hun professionaliteit een waardevolle inbreng kunnen leveren en mede de continuïteit van de adviesraad kunnen waarborgen.
Het negende lid beoogt te voorkomen dat een ongewenste verstrengeling van belangen plaatsvindt.
Artikel 4 Benoeming en ontslag
De bevoegdheid van het college tot benoeming en ontslag kan worden gemandateerd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 10:5 van de Awb.
Indien een cliënt betaald werk vindt, mag hij / zij de zittingperiode afronden.
De adviesraad is een advies- en overlegorgaan van de gemeente Wormerland. Artikel 5 geeft een globale omschrijving van de taken van de cliëntenraad.
Hierin zijn de taken van de voorzitter van de adviesraad beschreven.
Hierin is geregeld dat alle secretariële taken, waaronder de verslaglegging, worden uitgevoerd door een lid van de adviesraad.
Ondersteuning door een door de afdeling aan te wijzen cliënt die gebruik maakt van een voorziening gericht op het opdoen van werkervaring, is mogelijk.
Naast een adviserende taak wat betreft de algemene werkzaamheden en dienstverlening van de afdeling, heeft de adviesraad ook recht van initiatief op dit terrein. De adviesraad wordt in ieder geval om advies gevraagd bij het opstellen van beleidsplannen en verordeningen.
Dit artikel regelt het passieve informatierecht van de adviesraad. Het is vorm gegeven in een actieve informatieplicht van de gemeente. De gemeente dient uit eigen beweging te zorgen dat de adviesraad tijdig de nodige informatie ontvangt die voor zijn functioneren noodzakelijk of dienstbaar is. Naast dit passieve informatierecht bezit de adviesraad ook een actief informatierecht: Hij kan zelf om bepaalde inlichtingen en/of gegevens vragen.
In de in artikel 5 geformuleerde taakstelling van de adviesraad ligt het adviesrecht van de adviesraad besloten. Dit recht op advies wordt in artikel 10 verder uitgewerkt. Wanneer de gemeente advies vraagt, moet dit advies van invloed kunnen zijn op de besluitvorming. Hiermede wordt het belang, dat de gemeente aan cliëntenparticipatie hecht, onderstreept. Dit geldt eveneens voor artikel 10, derde lid, waarin nogmaals tot uitdrukking komt dat het advies van de adviesraad niet vrijblijvend is.
De adviesraad maakt afspraken met de afdeling over wat in individuele gevallen wordt verstaan onder het tijdig uitbrengen van adviezen.
In dit artikel worden drie vormen van overleg beschreven.
Het eerste lid heeft betrekking op het interne overleg (voorvergaderingen) van de adviesraad tussen de leden onderling. Het tweede lid regelt het overleg tussen de adviesraad en de afdeling en het derde lid regelt het overleg tussen de wethouder met de portefeuille sociale zaken en de adviesraad.
Nadere afspraken over de frequentie van de vergaderingen van de adviesraad worden vastgelegd in het Reglement van Orde van de adviesraad. Hierin zal tevens een bepaling worden opgenomen over de openbaarheid van de vergaderingen van de adviesraad en hoe cliënten agendapunten voor het overleg bij de leden kunnen aandragen.
Artikel 13 Agenda periodiek overleg tussen gemeente en adviesraad
In het tweede lid van dit artikel wordt voldaan aan de wettelijke eis dat de verordening de wijze moet aangeven waarop de cliënten of hun vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden. Deze eis is vervat in artikel 47, onderdeel b, van de Wet werk en bijstand en artikel 12, tweede lid, onderdeel b van de Wet investeren in jongeren.
Artikel 14 Uitsluiting van inspraak
De behandeling van klachten, bezwaren en andere aangelegenheden die de individuele cliënt of de individuele medewerker van de gemeente betreffen, behoort niet tot het werkterrein van de adviesraad, omdat deze worden behandeld via andere procedures en overlegstructuren. Eveneens geldt deze uitsluiting voor financiële, personele en organisatorische aangelegenheden.
Hiervoor is een begroting opgesteld. De adviesraad zal de kosten aantonen door het overleggen van betaalbewijzen.
Jaarlijks stelt de adviesraad een activiteitenplan op. Hierin wordt tot uitdrukking gebracht op welke wijze de adviesraad voornemens is te communiceren met zijn achterban, dan wel zijn achterban te betrekken bij zijn werkwijze. Tevens wordt in het activiteitenplan aangegeven op welke wijze cliënten de agendapunten voor het overleg kunnen aandragen. Er is voor gekozen om de adviesraad zelf een activiteitenplan te laten opstellen om daarmee uitdrukking te geven aan het beleidsprincipe van de eigen verantwoordelijkheid van cliënten. Het uiteindelijke doel is dat cliënten, meer dan tot nu toe het geval is, gaan participeren in diverse vormen van cliëntenparticipatie. De adviesraad moet schriftelijk, telefonisch en digitaal te bereiken zijn voor zijn leden, de cliënten en de gemeente.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Omdat de mogelijkheid bestaat dat de adviesraad kennis neemt van vertrouwelijke informatie is het goed zich ervan rekenschap te geven dat hierop de geheimhoudingplicht van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht rust. Na vooraf verkregen schriftelijke toestemming van het college mag de adviesraad genoemde informatie aan derden verstrekken of publiek maken.
Artikel 19 is een aanvulling op artikel 4 (benoeming en ontslag). Hierin wordt enerzijds de eerste benoeming van de adviesraad geregeld. Anderzijds voorziet dit artikel in een procedure voor het geval de adviesraad in zijn geheel vervangen dient te worden.
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.