Organisatie | Saba |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | Eilandsverordening houdende regelen in verband met de economische exploitatie van vis in de territoriale wateren rondom het eilandgebied Saba |
Citeertitel | Visserijverordening Saba 1996 |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | milieu |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Saba (AB 2010, no. 6) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Saba en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Saba van toepassing.
De oorspronkelijke grondslag(en) kan men vinden door de regeling te zoeken op 09-10-2010.
Aangezien een inwerkingtredingbepaling in deze verordening ontbreekt, is zij krachtens artikel 84, juncto artikel 105 van de eilandenregeling Nederlandse Antillen, in werking getreden met ingang van de tiende dag na die van de afkondiging.
De eilandsverordening houdende de eerste wijziging van de Visserijverordening Saba uit 1999 ontbreekt. Er is een wijziging doorgevoerd. Het is echter onbekend om welke wijziging het gaat.
Het eilandsbesluit houdende algemene maatregelen inzake de inwerkingtreding is nooit afgekondigd / geformaliseerd.
Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen inzake het vaststellen van het actuele regelingenbestand van het eilandgebied en toekomstig openbaar lichaam Saba voor zover het haar bevoegdheid betreft
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 26-08-2010 A.B. 2010, no. 6 | Onbekend | ||
28-03-1996 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 11-03-1996 A.B. 1996, no. 1 | 16-02-1996 |
In deze Eilandsverordening wordt verstaan onder:
Het Bestuurscollege: het Bestuurscollege van het Eilandgebied Saba;
Visserijlandsverordening: de Landsverordening van de 11de juli 1991 houdende regelen in verband met de visserij in de territoriale zee en de visserijzone van de Nederlandse Antillen (P.B. 1991 no. 74);
Visserijlandsbesluit: het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 5de november 1992 ter uitvoering van de artikelen 3 en 12 van de Visserijlandsverordening (P.B 1992 no. 108);
Vissen: het te water brengen, te water hebben, lichten, ophalen of anderszins bedrijfsgereed hebben van vistuigen, alsmede het aanwenden van enig ander middel om vis te bemachtigen;
Territoriale zee: de territoriale wateren rondom het Eilandgebied Saba.
Hoofdstuk II Algemene bepalingen
Het is verboden in de territoriale zee te vissen met een vaartuig met een inhoud van minder dan zes bruto registerton of lengte van minder dan twaalf meter zonder vergunning van het Bestuurscollege. De lengte van het vaartuig wordt hierbij gemeten van de aansnijding van het dek of het doorgestrekte dek met de voorsteven tot aan de binnenkant van de spiegel.
Door of namens het Bestuurscollege kan ontheffing worden verleend van het verbod genoemd in het eerste lid ten behoeve van het houden van viswedstrijden. De ontheffing wordt verleend aan de instantie die de wedstrijd organiseert en heeft betrekking op alle voor de wedstrijd ingeschreven vaartuigen. De ontheffing geldt voor de daarbij aangegeven dagen.
Op de plaatsen waar de territoriale zee tussen eilandgebieden minder breed is dan 24 zeemijlen wordt voor de toepassing van deze Eilandsverordening de grens tussen de twee eilandgebieden gevormd door de middellijn. De middellijn is de lijn waarvan elk punt gelegen is op de basislijn van waaraan de breedte van de territoriale zee rondom de eilandgebieden wordt gemeten.
Het Bestuurscollege kan voor een bepaald tijdvak een visverbod instellen. Dit tijdvak kan voor de verschillende vissoorten verschillend worden vastgesteld.
Vergunningen als bedoeld in artikel 2 kunnen voor zover het voortbestaan en de natuurlijke ontwikkeling van de visstand zich er niet tegen verzetten, worden verleend aan:
in de Nederlandse Antillen gevestigde naamloze vennootschappen waarvan hetzij aandelen, welke ten minste twee derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, luiden ten name van ingezetenen van de Nederlandse Antillen en tevens de meerderheid der bestuurders ingezetenen van de Nederlandse Antillen zijn, hetzij alle bestuurders ingezetenen van de Nederlandse Antillen zijn;
Een verzoek om vergunning wordt niet in behandeling genomen zolang de voor de beoordeling ervan benodigde gegevens niet volledig zijn, zulks naar het oordeel van het Bestuurscollege. De beschikking tot niet in behandeling nemen van een verzoek om vergunning wordt niet genomen dan nadat de verzoeker schriftelijk van het Bestuurscollege een maand de gelegenheid heeft gekregen zijn verzoek te completeren.
de aan een vergunning verbonden voorschriften te wijzigen; kan de verzoeker, dan wel de vergunninghouder het Gemeenschappelijke Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba verzoeken die beschikking ongegrond te verklaren. De derde titel van het eerste Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is op deze procedure van toepassing. Verklaart dit Hof de beschikking ongegrond dan beschikt het bestuurscollege opnieuw op dit verzoek, met inachtneming van de beschikking van het Hof. Tegen de beschikking van het Hof staat geen rechtsmiddel open.
Na het verstrijken van de periode waarvoor de vergunning is verleend, wordt deze telkens door of namens het bestuurscollege verlengd voor ten hoogste zesendertig maanden, tenzij het voortbestaan of de natuurlijke ontwikkeling van de visstand zich hiertegen verzetten. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.
Verlenging van een vergunning dient te worden aangevraagd tenminste drie maanden voor het verstrijken van de termijn van geldigheid van een vergunning. Indien het verzoek om een verlenging tijdig is ingediend, en de beslissing op dat verzoek niet binnen drie maanden na haar indiening is genomen wordt de vergunning geacht te zijn verlengd tot het moment waarop de beslissing aan de verzoeker is medegedeeld.
Vergunninghouders zijn uitsluitend ten behoeve van de verzameling van statistisch materiaal verplicht op verzoek van het Bestuurscollege of een door het Bestuurscollege aan te wijzen instantie, gegevens te verstrekken met betrekking tot de omvang en de samenstelling van hun vangst alsmede van de vangstgebieden.
Hoofdstuk III Geheimhoudingsplicht
Het is aan een ieder, die uit hoofde van deze Eilandsverordening of van het krachtens deze Eilandsverordening bepaalde een taak vervult, verboden van gegevens of inlichtingen, ingevolge of krachtens deze Eilandsverordening verkregen, verder of anders gebruik te maken of daarvan verder of anders bekendheid te geven dan voor de uitoefening van zijn taak strikt noodzakelijk is.
Indien tijdens het plegen van een overtreding als bedoeld in dit artikel nog geen jaar is verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, kan hechtenis en geldboete worden opgelegd tot het dubbel van het voor elk van de overtredingen gesteld maximum.
Met het toezicht op de naleving en het opsporen van de overtredingen van deze Eilandsverordening zijn behalve de in artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen aangewezen personen belast de door het Bestuurscollege daartoe aangewezen personen.
De in artikel 14 bedoelde personen zijn ter vervulling van hun taak bevoegd te vorderen, dat gezagvoerders van vaartuigen, met uitzondering van openbare vervoermiddelen, deze doen stilhouden en onderzoek toestaan van de zich daarin bevindende voorwerpen. Zij kunnen tevens vorderen, dat de gezagvoerders overeenkomstig hun aanwijzingen terzake medewerking verlenen.
Indien een bij of krachtens deze Eilandsverordening strafbaar gesteld feit wordt begaan door of vanwege een rechtspersoon, een vennootschap, een vereniging van personen of een doelvermogen, wordt de strafvervolging ingesteld en worden de straffen uitgesproken, hetzij tegen die rechtspersoon, die vennootschap, die vereniging of dat doelvermogen, hetzij tegen hen die tot het feit opdracht hebben gegeven of feitelijk leiding hebben gehad bij het verboden handelen of nalaten, hetzij tegen hen gezamenlijk.
Een bij of krachtens deze Eilandsverordening strafbaar gesteld feit wordt onder meer begaan door of vanwege een rechtspersoon, een vennootschap, een vereniging van personen of een doelvermogen, indien zij begaan wordt door de personen, die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking, hetzij uit andere hoofde handelen in de sfeer van de rechtspersoon, de vennootschap, de vereniging of doelvermogen, ongeacht of deze personen ieder afzonderlijk het strafbaar feit hebben begaan, dan wel bij hen gezamenlijk de elementen van dat feit aanwezig zijn.
Indien een strafvervolging wordt ingesteld tegen een rechtspersoon, een vennootschap, een vereniging van personen of doelvermogen, wordt deze respectievelijk dit tijdens de vervolging vertegenwoordigd door de bestuurder en indien er meer bestuurders zijn, door een dezer. De vertegenwoordiger kan bij gemachtigde verschijnen. De rechter kan de persoonlijke verschijning van een bepaalde bestuurder bevelen; hij kan alsdan medebrenging gelasten.
Indien een strafvordering wordt ingesteld tegen een rechtspersoon, een vennootschap, een vereniging van personen of een doelvermogen, geschieden de in het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen voorgeschreven betekeningen, dagvaardingen, oproepingen, kennisgevingen of andere mededelingen aan de persoon of de woonplaats van de bestuurder en indien er meer bestuurders zijn, aan een van deze of op de plaats waar het bestuur zitting of kantoor houdt, behoudens, indien het een dagvaarding betreft, overeenkomstig toepassing van artikel 130, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen.