Organisatie | Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit van gedeputeerde staten van Zeeland voor de DCMR Milieudienst Rijnmond 2013 |
Citeertitel | Mandaatbesluit van gedeputeerde staten van Zeeland voor de DCMR Milieudienst Rijnmond 2013 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuur |
Geen.
Algemene wet Bestuursrecht, Hoofdstuk 10
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 23-04-2013 Provinciaal Blad, 2013, 9 | 13009149 |
De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond kan de hem bij dit besluit verleende mandaten doormandateren aan het afdelingshoofd van de afdeling Tijdelijke RUD van de provincie Zeeland ter zake van bevoegdheden die samenhangen met vergunningverlening, en aan de werkveldmanager Uitvoering van de provincie Zeeland ter zake van bevoegdheden die samenhangen met toezicht en handhaving.
Het mandaat heeft uitsluitend betrekking op taken, genoemd in de mandaatlijst behorende bij dit besluit, op het gebied van het omgevingsrecht (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de in artikel 5.1 van deze wet genoemde wetten en de Algemene wet bestuursrecht) ten aanzien van de BRZO- en RIE 4-inrichtingen binnen het geografische gebied van de provincie Zeeland.
De provincie Zeeland zorgt ervoor dat de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het in het eerste lid bepaalde kan beschikken. De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond zorgt ervoor dat de door hem gemandateerden tevens kunnen beschikken over deze informatie.
De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond informeert gedeputeerde staten indien de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de provincie Zeeland aansprakelijk worden gesteld of anderszins aangesproken worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur tijdig alle benodigde informatie en voert hij overleg met de provincie Zeeland alvorens de bewuste bevoegdheid uit te oefenen.