Organisatie | Moerdijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk |
Citeertitel | Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-05-2013 | 01-02-2018 | Nieuwe regeling | 25-04-2013 Moerdijkse Bode week 20, 2013 | Onbekend |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Woonhuismonument: object dat op de gemeentelijke lijst van monumenten is geplaatst en in oorsprong is vervaardigd voor bewoning of thans voor bewoning in gebruik is, met dien verstande dat niet als woonhuizen worden aangemerkt: gebouwen die deel uitmaken van een geregistreerd museum, kerkgebouwen, kloosters, gemeentehuizen, schoolgebouwen, het hoofdhuis van buitenplaatsen, landhuizen, gebouwen van liefdadigheid, molens, gemalen, agrarische gebouwen en watertorens;
Bijzonder object: object dat op de gemeentelijke lijst van monumenten is geplaatst en in oorsprong is vervaardigd voor andere doeleinden dan bewoning. Bijvoorbeeld gebouwen die deel uitmaken van een geregistreerd museum, kerkgebouwen, kloosters, gemeentehuizen, schoolgebouwen, het hoofdhuis van buitenplaatsen, landhuizen, gebouwen van liefdadigheid, molens, gemalen, agrarische gebouwen en watertorens;
Het doel van de lening op basis van deze verordening is eigenaren van een gemeentelijk monument, zoals bedoeld in deze verordening, een lening te verstrekken voor de kosten die gemoeid zijn met voorzieningen in het kader van de instandhouding van gemeentelijke monumenten. Het pand waarvoor de lening wordt verstrekt, wordt hypothecair belast tot de hoogte van de lening.
Op de lening uit het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten kan een beroep gedaan worden door: natuurlijke personen, stichtingen of andere privaatrechtelijke rechtspersonen zonder winstoogmerk, die eigenaar zijn van een gemeentelijk monument en zich het behoud van (het) gemeentelijke monument(en) ten doel stellen.
Artikel 4. Vaststelling en reservering van het budget
Uit de gemeenterekening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk kunnen slechts leningen worden verstrekt tot maximaal het door de gemeenteraad beschikbaar gestelde budget ten behoeve van de financiering in het kader van de instandhouding van gemeentelijke monumenten.
Artikel 5. Grondslag van de lening
De lening wordt verstrekt voor een instandhoudingproject op grond van door het college vastgestelde kosten.
Artikel 6. Algemene bepalingen
De hoogte van de lening wordt vastgesteld op basis van een gespecificeerde kostenbegroting van de uit te voeren werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het treffen van voorzieningen voor de instandhouding van het gemeentelijk monument. De begroting dient tenminste gespecificeerd te zijn in hoeveelheden, materialen, arbeidsuren, kosten van onderaannemers en bijkomende kosten zoals architectenkosten, overige adviseurs, leges- en verzekeringskosten. De aanvrager is verplicht om het college wijzigingen te melden die relevant zijn voor het toekennen van leningen.
Artikel 7. Hoogte van de lening
De lening uit het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk bedraagt maximaal 100% van de goedgekeurde kosten van voorzieningen.
Artikel 8. Grondslag en werkingsfeer
De lening wordt verstrekt tegen een rente die 5 procentpunt ligt onder de door de Nationaal Restauratiefonds (Restauratiefonds) gehanteerde marktrente, met een minimum van 1,5%. Het pand waarvoor de lening wordt verstrekt, wordt hypothecair belast tot de hoogte van de lening. De aflossingstermijn is maximaal 30 jaar.
Artikel 9. Bepaling voor restaurerende instellingen
In afwijking van artikel 8 lid 8 kan op verzoek van een restaurerende instelling een lening worden verstrekt waarbij de (hypothecaire) zekerstelling niet op het te restaureren pand berust, maar op de waarde van het totale eigen bezit.
Artikel 10. Tussentijdse vervreemding
Indien de eigenaar van het monument binnen de looptijd van de lening uit het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk besluit het pand te vervreemden, wordt de lening beëindigd en dient de eigenaar het restant van schuld uiterlijk bij de overdracht aan de koper terug te storten in het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk.
Artikel 11. Aanvraag en beschikking
Op een ontvankelijke aanvraag wordt door het college spoedig, doch uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van een advies van het Nationaal Restauratiefonds (Restauratiefonds) beslist in de vorm van een toekenningsbeschikking.
Artikel 14. Onderhoudsvoorwaarden
Bij het beëindigen van de lening, ook bij tussentijdse vervreemding, kan het college een bouwkundig inspectierapport eisen in verband met de voorwaarde genoemd in het eerste lid. Het rapport wordt opgesteld door een naar het oordeel van het college deskundige organisatie. De eigenaar kan worden verplicht om de in het rapport geconstateerde bouwkundige gebreken te herstellen. Het college kan een termijn stellen waarbinnen deze gebreken dienen te zijn hersteld.
Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 25 april 2013,
de griffier, de voorzitter,
H.D. Tiekstra J.P.M. Klijs
De verordening is gericht op de instandhouding van gemeentelijke monumenten. Materiaalkosten die bij zelfwerkzaamheid worden gemaakt komen in het kader van deze verordening voor financiering in aanmerking. Het college kan zowel bij de uitvoering door een aannemer als werkzaamheden in zelfwerkzaamheid nader voorwaarden stellen ter garantie dat de werkzaamheden van voldoende kwaliteit zijn.
Extra kosten die bij de uitvoering worden gemaakt voor het treffen van milieuvriendelijke voorzieningen om het gemeentelijk monument in stand te houden worden, binnen door burgemeester en wethouders te bepalen grenzen, betrokken bij de kosten van voorzieningen als bedoeld in artikel 1 lid d van deze verordening.
De reservering als bedoeld in artikel 1, lid d, sub 7 dient als stelpost die eventueel tijdens het treffen van voorzieningen wordt ingevuld als gevolg van onvoorzien meerwerk. Deze invulling vindt plaats na overleg met de afdeling Vergunningen & Handhaving van de gemeente Moerdijk.
Op grond van dit artikel is het mogelijk 100% van de zogenaamde goedgekeurde kosten (de goedgekeurde kosten van voorzieningen) laagrentend uit het Moerdijks Restauratiefonds gemeente Moerdijk te financieren. Op verzoek van de aanvrager is het mogelijk ook een lening af te sluiten voor een deel van de van de totale goedgekeurde kosten. Het minimum bedrag en het maximum bedrag zijn in artikel 8 lid 5, 6 en 7 genoemd. De definitieve goedkeuring van de kosten (vaststellingsbeschikking) vindt na uitvoering en gereedmelding van de werkzaamheden plaats, bij de vaststelling van de lening op basis van artikel 15.
Op basis van het eerste lid is het mogelijk financiële ondersteuning te verkrijgen voor het treffen van voorzieningen aan het casco en aan bijzondere exterieure monumentale onderdelen, mits hiervoor voldoende middelen beschikbaar zijn.
Het maximale plafond van de regeling wordt door de gemeenteraad vastgesteld (zie artikel 4).
Onder casco – zijnde een zelfstandige bouwkundige eenheid – wordt in ieder geval verstaan de bouwkundige hoofdstructuur bestaande uit gevels, bouwmuren, balklagen, kappen (inclusief goten en hemelwaterafvoeren), kelders, monumentale kappen of restanten daarvan.
De voor financiering in aanmerking komende kosten van voorzieningen, exclusief het interieur, worden bepaald overeenkomstig de richtlijnen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Hieronder vallen in ieder geval ook de volgende voorzieningen:
In het tweede lid wordt dubbele subsidiëring of leningverstrekking voor voorzieningen aan het casco voorkomen, bijvoorbeeld een lening uit het Provinciaal Cultuurfonds voor Monumenten en beeldbepalende panden in de provincie Noord-Brabant. Leningen en subsidies kunnen wel worden gecombineerd, maar niet worden ‘gestapeld’, dat wil zeggen: niet voor dezelfde kosten van voorzieningen worden verstrekt.
Ten aanzien van het derde lid wordt ervan uitgegaan dat een eigenaar van een object dit voldoende heeft verzekerd. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden is bovendien een zogenaamde CAR-verzekering vereist (zie artikel 14, lid 4). Als de monumentale waarde te zeer is aangetast, dan zal in de regel herbouw niet meer aan de orde zijn. Naar analogie van het beleid voor rijksmonumenten wordt het monument dan als verloren beschouwd.
In het vierde lid is de eigendomsituatie op het moment van de vaststelling van de lening bepalend. De lening wordt vastgesteld in de definitieve beschikking (artikel 15) van deze verordening. Als de kosten lager uitvallen dan in de eerdere beschikking (de in genoemde artikel 11 toekenningsbeschikking), dan zijn de werkelijk gemaakte kosten bepalend. Meerwerk dat de in de kosten van voorzieningen genoemde 5% (artikel 1, lid d, sub 7) overstijgt, zal slechts in uitzonderingsgevallen worden verrekend.
Met het vijfde lid wordt aangegeven dat om voor een lening in aanmerking te komen de kosten voor het treffen van voorzieningen aan een woonhuismonument of een bijzonder object minimaal € 10.000,-- dienen te bedragen; dit is tevens het minimum van een lening uit het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk.
Met het zesde en zevende lid wordt aangegeven dat het maximum bedrag aan goedgekeurde kosten waarvoor een lening kan worden toegekend, voor een woonhuismonument € 25.000,-- bedraagt en voor een bijzonder object € 50.000,--. Bij splitsing in (woon)eenheden geldt een berekening van het maximum naar rato van het vloeroppervlak.
In het achtste lid staat een van de belangrijkste condities van de verordening betreft het aanbieden van een lening tegen een lager rentetarief dan de geldende marktrente die het Nationaal Restauratiefonds hanteert. Het minimum bedraagt echter 1,5%. De genoemde bedragen zijn, indien van toepassing, inclusief verschuldigde BTW (zie ook artikel 1, lid d, sub 5).
De looptijd van de lening is afhankelijk van de hoogte van de lening; zie hiervoor het uitvoeringsreglement van het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk dat onderdeel uitmaakt van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Moerdijk en het Nationaal Restauratiefonds inzake het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk.
Een restaurerende instelling is een rechtspersoon die als zodanig door het college is aangemerkt en op grond van haar statuten het zonder winstoogmerk restaureren van monumenten als doelstelling heeft. Een dergelijke instelling is als eigenaar-verhuurder fiscaal vrijgesteld. De restaurerende instellingen geven er soms de voorkeur aan een lening met borgstelling op een ander deel van het bezit dan het te restaureren object. Met dit artikel wordt die uitzondering op de normale regeling mogelijk gemaakt.
In geval van een voorgenomen eigendomsoverdracht, wordt met de eigenaar de lening of het opgenomen deel daarvan af te lossen. De lening is niet overdraagbaar op de koper van het pand/ object.
De beslistermijn is geregeld in afdeling 4.1.3 van de Algemene Wet van bestuursrecht. De in de wet genoemde termijn gaat pas in nadat het Nationaal Restauratiefonds een advies heeft afgegeven. In de regel zal het verstrekken van een lening voor de financiering van de te treffen voorzieningen ook voor bedrijven mogelijk zijn, gelet op het openbare belang van de instandhouding van het gebouwde erfgoed. De eigenaar dient een aanvraag om een lening op een daarvoor beschikbaar gesteld formulier in te dienen bij Burgemeester en Wethouders. Het volledig ingevulde en ondertekende formulier dient in ieder geval vergezeld te gaan van de op het formulier vermelde gegevens en verplichte bijlagen. Indien hieraan niet wordt voldaan stellen Burgemeester en Wethouders de aanvrager eenmalig in de gelegenheid de door hem aan te leveren ontbrekende gegevens alsnog te verstrekken. Indien de ingediende gegevens – ook na een verzoek om aanvulling van ontbrekende gegevens – onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag, kunnen Burgemeester en Wethouders besluiten de aanvraag niet ontvankelijk te verklaren (niet in behandeling te nemen).
In het geval van een positieve beschikking op de aanvraag volgt een toekenningsbeschikking. Bij een negatieve beslissing volgt een afwijzende beschikking. De definitieve beschikking is de vaststellingsbeschikking die wordt afgegeven na afloop van de uitvoering en de gereedmelding van het werk (zie artikel 15). Een gedetailleerde beschrijving van de volledige procedure is opgenomen in het uitvoeringsreglement van het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk dat onderdeel uitmaakt van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Moerdijk en het Nationaal Restauratiefonds inzake het Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk.
De bepaling onder lid 1c is opgenomen om de bouwtechnische kwaliteit van de in stand te houden onderdelen vooraf vast te kunnen stellen ten behoeve van de bepaling van de kosten van voorzieningen.
Een omgevingsvergunning op grond van de Erfgoedverordening gemeente Moerdijk is vereist, dan wel een verklaring van het college dat een vergunning – gelet op de aard van de werkzaamheden – niet is vereist. Het Nationaal Restauratiefonds (Restauratiefonds) adviseert over alle aanvragen om een lening door toetsing van de inkomens- en vermogenspositie van de aanvrager in relatie tot het aangevraagde bedrag.
Het college kan de eis stellen dat aanbesteding plaats vindt volgens het Uniform Aanbestedingsreglement (UAR 2001). De termijn van 130 weken in artikel 13, lid d, is gelet op de aard van een project vastgesteld. Gemeente Moerdijk, afdeling Vergunningen en Handhaving dient te worden betrokken bij de uitvoering van de voorwaarden waaronder een lening wordt verstrekt. Hier dient ook de aanvang van het werk te worden gemeld.
Het college kan bij het verstrekken van een lening verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de lening. Het doel is in dit geval het in stand houden van het bereikte kwaliteitsniveau van het monument na het treffen van voorzieningen gedurende de looptijd van de lening. Aan de overtreding van deze voorwaarde kan het college op grond van artikel 16 van deze verordening sancties verbinden. Als deskundige organisatie voor het opstellen van een inspectierapport wordt in ieder geval de Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant aangemerkt.