Overheidsorganisatie | Gemeente Oirschot |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2013 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening toeristenbelasting 2013 |
N.v.t.
N.v.t.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-01-2013 | 01-01-2013 | Nieuwe verordening | 18-12-2012 Elektronisch gemeenteblad, officiële bekendmakingen, 02-01-2013 | DDS | |
10-01-2013 | 01-01-2013 | 01-01-2014 | Nieuwe verordening | 18-12-2012 Elektronisch gemeenteblad, officiële bekendmakingen, 02-01-2013 | DDS |
De raad van de gemeente Oirschot;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 november 2012;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
gegeven de agendering door het Presidium d.d. 4 december 2012;
besluit:
vast te stellen:
De verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2013
1. Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met over-
nachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingeze-
tene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.
2. Degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in lid 1 brengt geen toeristenbelasting in rekening en draagt
ook geen toeristenbelasting af ten aanzien van personen die ingeschreven zijn in de GBA van de gemeente Oirschot
(eigen inwoners). Als onverhoopt wel toeristenbelasting in rekening is gebracht kan degene die (onterecht) betaald
heeft de belasting terugvorderen bij de recreatiehouder. De gemeente Oirschot is hierin geen partij.
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1 lid 1.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in
artikel 1.
3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt
als bedoeld in artikel 1.
1. De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2 die opteert voor niet – forfaitaire heffing als bedoeld in artikel 5A is ver-
plicht verblijfhebbenden te registreren in een nachtregister. Deze vastlegging kan plaatsvinden in een door de ge-
meente gratis beschikbaar gesteld register, dan wel in een door belas-tingplichtige zelf ontworpen nachtregister.
2. Het nachtregister moet tegelijk met het aangiftebiljet worden ingediend bij de gemeente.
1. De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating
Zorginstellingen.
2. Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 , die rechtmatig
in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet , en voor zover deze per-
soon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijk-heid van het Cen-
traal Orgaan opvang Asielzoekers.
3. Van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd.
4. Als deelnemer van een Scouting / Jong Nederland verblijft in het onderkomen van een van de Scoutinggroepen
in de gemeente Oirschot.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt
gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
a. kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of
gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergun-
ning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omge-
vingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn
bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
b. kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop
gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen geheel of nagenoeg geheel
ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
c. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschik-
king wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.
d. volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschik-
king wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.
e. woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een
vergelijkbaar onderkomen.
f. particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.
g. particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden
van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.
2. Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal
overnachtingen forfaitair worden vastgesteld.
3. Bij de forfaitaire berekening voor particulier verhuurde woningen wordt per woning het aantal over-nachtende personen
gesteld op het aantal slaapplaatsen. Het aantal malen dat wordt overnacht wordt bepaald op 60.
4. Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen wordt per standplaats het aantal overnach-
tende personen gesteld op 3 personen. Het aantal malen dat wordt overnacht wordt bepaald op 60.
5. Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op volgtijdige standplaatsen, wordt: per standplaats het aantal
overnachtende personen gesteld op 3 personen. Het aantal malen dat wordt over-nacht wordt bepaald op 60.
Op verzoek van de belastingplichtige kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5. Als blijkt dat het werkelijk
aantal overnachtingen lager is dan het op grond van artikel 5 berekende aantal (for-faitaire heffing), kan de belasting
plichtige bij de aangifte verzoeken de maatstaf van heffing vast te stellen op het werkelijk aantal overnachtingen. Ter
onderbouwing van de aangifte kan aan belasting-plichtige vervolgens een verzoek worden gedaan om een door het
college van burgemeester en wet-houders geaccepteerd nachtregister te overleggen.
Per overnachting bedraagt het tarief € 1,26.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Belastingaanslagen van minder dan € 10,-- worden niet opgelegd.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag betaald worden binnen twee
maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn;
3. In afwijking van lid 1 is de belasting verschuldigd in acht gelijke termijnen als belastingplichtige de gemeente
toestemming geeft voor automatische incasso. De eerste termijn is verschuldigd één maand na dagtekening
van het aanslagbiljet, de daarop volgende termijnen steeds een maand later.
Voor de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering
van de toeristenbelasting.
De 'Verordening toeristenbelasting 2012' van 20 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in
artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2013'.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot
van 18 december 2012.
De gemeenteraad,
Han Struijs, Ruud Severijns,
Griffier Voorzitter