Organisatie | Súdwest-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Binnenstad Sneek 2011 |
Citeertitel | Verordening BI-zone Binnenstad Sneek |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2016 | Van toepassing verklaren verordeningen BIZ | 19-10-2010 geen bron bekend | geen |
De raad van de gemeente Sneek;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van ;
gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BI-zones); en
gelet op de tussen de gemeente Sneek en de Stichting Ondernemersfonds Binnenstad Sneek gesloten Uitvoeringsovereenkomst van ……………………,
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Binnenstad Sneek 2011
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende kaart;
b. de wet: de Experimentenwet BI-zones;
c. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;
d. Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Sneek en de Stichting Ondernemersfonds Binnenstad Sneek gesloten Uitvoeringsovereenkomst van ………………
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 3 Aard van de belasting
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.
Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht
Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft .Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom , bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld , tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom,bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage
2011 voor onroerende zaken in categorie A 0,0440%
Voor onroerende zaken in categorie B 0,0220%
Voor onroerende zaken in categorie C 0%
2012 voor onroerende zaken in categorie A 0,0450%
Voor onroerende zaken in categorie B 0,0225%
Voor onroerende zaken in categorie C 0%
2013 voor onroerende zaken in categorie A 0,0462%
Voor onroerende zaken in categorie B 0,0231%
Voor onroerende zaken in categorie C 0%
2014 voor onroerende zaken in categorie A 0,0466%
Voor onroerende zaken in categorie B 0,0233%
Voor onroerende zaken in categorie C 0%
2015 voor onroerende zaken in categorie A 0,0468%
Voor onroerende zaken in categorie B 0,0234%
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Indien en voor zover in deze verordening daarvan niet is afgeweken, is de Algemene Subsidieverordening [naam gemeente] van toepassing.