Organisatie | Súdwest-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde voor de raad en de raadscommissies (3e wijziging) |
Citeertitel | Reglement van Orde voor de raad en de raadscommissies |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Reglement van Orde voor de raad en de raadscommissies |
geen.
artikel 16 en artikel 82 Gemeentewet
geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-11-2012 | 07-05-2014 | wijziging | 18-10-2012 Ta jo Tjinst | geen. | |
10-06-2011 | nieuwe regeling. | 26-05-2011 geen bron bekend. | geen. |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. voorzitter: de voorzitter van de raad of raadscommissie, of zijn vervanger;
b. griffier: secretaris van de raad, of zijn vervanger;
c commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie, of zijn vervanger;
d. college: college van burgemeester en wethouders;
d. vergadering: vergadering van de raad of een raadscommissie.
e. amendement: voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;
f. subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft;
g. motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;
h. voorstel van orde: voorstel over de orde van de vergadering;
i. initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel;
j. interpellatie: vragen van inlichtingen aan het college of de burgemeester over een onderwerp dat niet vermeld staat op de agenda.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Indien één of meer leden van een of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of indien één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter. Voor het splitsen dan wel het vormen van nieuwe fracties is geen toestemming vereist van de raad.
Artikel 11 Kommisje Doarp, Stêd en Omkriten
De raadscommissie Doarp, Stêd en Omkriten adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:
Artikel 12 Kommisje Boarger en Mienskip
De raadscommissie Boarger en Mienskip adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:
Artikel 13 Kommisje Bestjoer en Finânsjes
De raadscommissie Bestjoer en Finânsjes adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:
Artikel 14 Gezamenlijke vergadering
Indien een onderwerp betrekking heeft op het werkterrein van meerdere commissies wordt het onderwerp besproken in de commissie die het onderwerp het meest aangaat, tenzij de voorzitters van de afzonderlijke commissies beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de desbetreffende commissies wordt belegd.
Een raadscommissie heeft de volgende taken:
a. het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 11, 12 en 13, genoemde onderwerpen;
b. het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;
c. het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 11, 12 en 13, genoemde onderwerpen.
Een lid van een raadscommissie kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn, met dien verstande dat elk raadslid zitting heeft in of voorzitter is van ten minste één van de drie raadscommissies. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie. De leden dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de betreffende fractie.
De totale spreektijd bedraagt maximaal 30 minuten, met een maximum van 5 minuten per spreker. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over het aantal sprekers als het aantal sprekers meer dan 6 bedraagt. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
Artikel 19 Tijd en plaats van vergaderen
a. De raad vergadert op donderdag;
b. De commissie Doarp, Stêd en Omkriten vergadert op de dinsdag twee weken voorafgaand aan de vergadering van de raad;
c. De commissie Boarger en Mienskip vergadert op de woensdag twee weken voorafgaand aan de vergadering van de raad;
d. De commissie Bestjoer en Finânsjes vergadert op de donderdag twee weken voorafgaand aan de vergadering van de raad.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. De voorzitter van de raad voert hierover, tenzij er sprake is van een spoedeisende situatie, overleg in het presidium. De voorzitter van de raadscommissie voert hierover overleg in de agendacommissie.
Artikel 22 Ter inzage leggen van stukken
Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid of artikel 86, eerste of tweede lid van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad of raadscommissie inzage.
Artikel 23 Openbare kennisgeving
De openbare kennisgeving vermeldt:
a. de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;
b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;
c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 18 tijdens commissievergaderingen.
Na binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de (commissie)griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 27 Opening vergadering en quorum
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en tijdstip van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproep is gelegen.
De leden, de voorzitter, de burgemeester, het college en de (commissie)griffier hebben het recht, een voorstel tot wijziging aan de raad of de raadscommissie te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Een voorstel tot wijziging dient voor vaststelling van de besluitenlijst te worden ingediend.
De besluitenlijst van de raad bevat ten minste:
a. de namen van de voorzitter, de griffier en de ter vergadering aanwezige wethouders en leden, alsmede van de leden die afwezig waren en overige personen die het woord gevoerd hebben;
b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
c. een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
d. de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;
e. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 35 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
De besluitenlijst van de raadscommissie bevat ten minste:
a. de namen van de voorzitter, de commissiegriffier, de leden, de burgemeester, wethouders en de gemeentesecretaris -allen voor zover aanwezig-, alsmede de namen van de leden die afwezig waren en overige personen die het woord gevoerd hebben;
b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
c. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 35 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen;
Artikel 33 Handhaving orde en schorsing
Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
De raad of raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of op verzoek van een lid besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen om zo het college of de leden de gelegenheid te geven tot nader onderling beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen in de raad
Artikel 37 Algemene bepalingen over stemming
a. In afwijking van lid vier vindt hoofdelijke stemming plaats indien een lid van de raad daarom vraagt.
b. De voorzitter (of de griffier) roept de leden van de raad bij naam op hun stem uit te brengen. De voorzitter wijst het lid aan bij wie de stemming begint. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.
c. De leden van de raad brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging.
d. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 39 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
- een blanco ingevuld stembriefje;
- een ondertekend stembriefje;
- een stembriefje waarop meer dan een naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;
- een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;
- een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.
Hoofdstuk 4 Rechten van raadsleden
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst. Bij vaststelling van de agenda wordt het initiatiefvoorstel in stemming gebracht.
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat:
a. het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld;
b. het voorstel eerst dient te worden behandeld in een raadscommissie;
c. het voorstel voor advies naar het college dient te worden gezonden. In dit geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 46 Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Het lid van de raad dat tijdens het vragenhalfuur vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp voor 12.00 uur op de dag voorafgaand aan de raadsvergadering via de griffier bij de voorzitter. De voorzitter kan weigeren een onderwerp tijdens het vragenhalfuur aan de orde te stellen indien hij de vragen niet voldoende nauwkeurig vindt omschreven of als het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt.
Artikel 50 Lidmaatschap andere organisaties
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de gemeentesecretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een gemeenschappelijk orgaan ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen of in een andere organisatie of institutie, heeft het recht om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur of gemeenschappelijk orgaan aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.
Hoofdstuk 5 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad of raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze besluitenlijst. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de (commissie)griffier ondertekend.
Artikel 54 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers
Artikel 56 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.