Organisatie | Tiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Tiel 2005 |
Citeertitel | beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Tiel 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Tiel van 17 oktober 1990.
1.Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Tiel 2005 (gemeenteblad 2005, nr. 5.01)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-05-2005 | 20-11-2010 | nieuwe regeling | 20-04-2005 gemeenteblad 2005, 5.01 | gemeenteblad 2005, nr. 5.01 gemeenteraad 20 april 2005 |
Het beheer van de begraafplaatsen wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Onder toezicht van het bestuursorgaan worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:
De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de dag van de begraving of bijzetting, het gedeelte van de begraafplaats waarin dat is geschied en het nummer van het graf. Dit register is niet openbaar.
Het in het tweede lid bedoelde gebruik, het in het derde en vierde lid bedoelde uitsluitend recht wordt door het bestuursorgaan schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Rechthebbenden en gebruikers kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde rechten, een duplicaat-akte verkrijgen.
Een asbus kan alleen worden bijgezet in een eigen graf of een eigen urnengraf of -nis. De bepalingen van deze verordening ten aanzien van eigen en algemene graven en het begraven van stoffelijke overschotten zijn ook bij het bijzetten van een asbus voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing.
De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of wil doen verstrooien, geeft daarvan tenminste twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden vóór 12.00 uur, schriftelijk of telefonisch kennis aan de beheerder. De zaterdag en de zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen 10 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn van 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 19, tweede lid, bedoelde personen.
Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:
alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaatsen de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel van de levenloosgeborene.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur op de voorgaande werkdag aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de ‘witte lijst’ van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).
Een grafrecht kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker kan het grafrecht worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het uitsluitend recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het bestuursorgaan schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken of beplanting kan gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Deze voorwerpen blijven gedurende drie maanden na het vervallen van het grafrecht ter beschikking van de rechthebbende of gebruiker.
Het bestuursorgaan voorziet in het schoonhouden van de begraafplaatsen en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken.
Voor zover het onderhoud niet rust op de houder van de begraafplaats zoals bedoeld in artikel 23 zijn rechthebbenden en gebruikers verplicht voor het onderhoud van gedenktekens en beplantingen zorg te dragen.
Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.
Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn het bestuursorgaan schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving in een eigen graf elders.
De rechthebbende van een eigen (urnen)graf of urnennis kan gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van het grafrecht de beheerder schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te brengen of de asbus ter beschikking te houden voor herbegraving of bijzetting elders dan wel om de as te doen verstrooien.
De 'Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Tiel' van 16 april 1986 en de 'Verordening tot wijziging van de Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Tiel' van 17 oktober 1990 worden ingetrokken met ingang van 2 mei 2005.