Organisatie | Noord-Beveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet kinderopvang gemeente Noord-Beveland 2013 |
Citeertitel | Verordening Wet kinderopvang gemeente Noord-Beveland 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2013 | Nieuwe regeling | 25-04-2013 Noord-Bevelands Advertentie- en Informatieblad, 2013, 19 | 20130425/7 |
Paragraaf 2 Vaststelling noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie
Artikel 2 Te verstrekken gegevens
Een aanvraag tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat, in aanvulling op het bepaalde in artikel 6 van deze verordening, in ieder geval de volgende gegevens:
a. een verklaring van een behandelaar met voldoende adequate deskundigheid ten aanzien van de noodzaak van kinderopvang;
b. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.
Paragraaf 3 Aanvraag van de tegemoetkoming
Artikel 6 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag
Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:
a. naam, adres en BSN-nummer van de ouder;
b. indien van toepassing: naam en BSN-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;
c. naam, geboortedatum en BSN-nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;
d. een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;
e. gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 1.12 van de wet;
f. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.
Paragraaf 4 Verlening van de tegemoetkoming
Het college weigert de tegemoetkoming, indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 1.22 van de wet.
Artikel 9 Ingangsdatum van de tegemoetkoming
De tegemoetkoming wordt in principe verleend met ingang van de datum waarop de noodzaak voor kinderopvang is ontstaan. Daarbij mag er niet meer dan 6 weken zijn verstreken tussen de aanvang van de kinderopvang en de datum van ontvangst van de aanvraag bij de gemeente.
Artikel 11 Omvang van de kinderopvang
Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de gemeente noodzakelijk wordt geacht.
Artikel 12 Inhoud van de beschikking
Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:
a. de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;
b. de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;
c. de naam van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;
d. de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;
e. de wijze waarop het recht op tegemoetkoming tot stand komt;
Paragraaf 5 Vaststelling van de tegemoetkoming
Artikel 14 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming
Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast. Het gaat hier om een voorlopige vaststelling in afwachting van de definitieve beschikking kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Vaststellingen van tegemoetkomingen op grond van een sociaal-medische indicatie zijn wel direct definitief.
Artikel 15 Verrekening met de voorschotten
De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken na de vaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.
Indien er teveel voorschot is betaald, wordt het meerdere teruggevorderd binnen 6 maanden na ontvangst van de jaaropgave en de definitieve beschikking kinderopvangtoeslag.