Organisatie | Leiderdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening burgerinitiatief 2003 |
Citeertitel | Verordening Burgerinitiatief Leiderdorp 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De datum inwerkingtreding van de regeling kan niet worden achterhaald er is bij benadering een datum ingevuld.
de Gemeentewet, art. 108, 147
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2004 | 12-06-2008 | Onbekend | 15-12-2003 Onbekend | Onbekend |
De raad der gemeente Leiderdorp;
gelezen het voorstel van 8 oktober 2003, nr. 194;
overwegende, dat het voor het beleven van de democratie van groot belang is dat de burgers van de gemeente Leiderdorp invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming van de gemeen-telijke overheid middels initiatieven vanuit de burgerij,
voorts overwegende, dat mede daardoor de raad beter in staat is de volksvertegenwoordi-gende taak te vervullen,
gelet op het bepaalde in de artikelen 108 en 147 van de Gemeentewet;
Ingezetenen kunnen een burgerinitiatiefvoorstel indienen. Voor de beoordeling of aan de ver-eisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend
Een burgerinitiatiefvoorstel kan niet worden ingediend over de volgende aangelegenheden:
De raad kan een burgerinitiatiefvoorstel om advies voorleggen aan het college. Zij stelt daarbij een termijn vast van maximaal vier weken waarbinnen een eerste advies moet zijn uitgebracht. Indien het niet mogelijk is om binnen vier weken te reageren, dient het college een met redenen omkleed verzoek aan de raad tot uitstel voor te leggen.
Beraadslaging en besluitvorming over een burgerinitiatiefvoorstel vindt plaats binnen acht weken nadat de raad heeft besloten om het burgerinitiatief in behandeling te nemen; indien advies als bedoeld in lid 3 en/of lid 4 wordt gevraagd bedraagt deze termijn tien weken. Deze termijn kan ten hoogste eenmaal met vier weken worden ver1engd.
De voorzitter van de raad stelt een of meer van de vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 4 lid 5 in de gelegenheid het burgerinitiatiefvoorstel toe te lichten in de raadsvergadering of com-missievergadering waarin de beraadslaging over het initiatief plaatsvindt en eventuele vragen uit de raad en/of de commissie te beantwoorden.
De raad stelt de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 4, lid 5, binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin besluitvorming over het burgerinitiatief-voorstel heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de redenen daarvoor aan.
Indien de raad geheel overeenkomstig het burgerinitiatief voorstel besluit, deelt het col-lege de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart. Bij de griffier kunnen de initiatiefnemers nadere inlichtingen verkrijgen.
De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burger-initiatiefvoorstel in de praktijk. Dit verslag is onderdeel van het burgerjaarverslag.