Organisatie | Leiderdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2010 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 229 lid 1 sub a, b
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2011 | Onbekend | 14-12-2009 Onbekend | Onbekend | |
01-01-2011 |
|
De raad der gemeente Leiderdorp;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2009, nr. 19;
gezien het advies van de commissie Bestuur en Maatschappij van 23 november 2009;
gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2010
Het marktgeld worden geheven van diegene aan wie de standplaats is toegewezen dan wel degene aan wie de dienst wordt verleend.
Artikel 6 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgmeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgeld.
Artikel 9 Nakoming van verplichtingen
De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen.
In afwijking van de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze een bedrag van € 23,-- niet te boven gaat.
Het college is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij de toepassing van deze verordening mochten voordoen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van Leiderdorp op 14 december 2009,
de voorzitter, M.Zonnevylle
de griffier, mw. J.C. Zantingh