Organisatie | Saba |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | Eilandsverordening houdende vaststelling van een nieuwe regeling inzake het brandweerwezen en rampenbestrijding Saba 2008 (Eilandsverordening Brandweer en Rampenbestrijding Saba 2008) |
Citeertitel | Eilandsverordening brandweerwezen en rampenbestrijding Saba 2008 |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Saba (AB 2010, no. 6) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Saba en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Saba van toepassing.
De oorspronkelijke grondslag(en) kan men vinden door de regeling te zoeken op 09-10-2010.
Aan de Eilandsverordening brandweer en rampenbestrijding Saba 2008 ligt het Werkplan brandweer, rampenbestrijding en GHOR ‘Aande slag’ van juli 2007 ten grondslag. Dit plan is door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in samenwerking met Saba, Bonaire en SintEustatius tot stand gekomen. In het plan is aangegeven dat tot de datum waarop deze eilanden onderdeel gaan uitmaken van het Nederlands staatsbestel ernaar gestreefd wordt dat een gelijkluidende wettelijke regeling zal gelden op het terrein van de brandweer en de rampenbestrijding. Deze eilandsverordening is hiervan het product. De eilandsverordening is inhoudelijk afgestemd met de concept-Eilandsverordening brandweer en rampenbestrijding Bonaire 2008 en de concept-Eilandsverordening brandweer en rampenbestrijding Sint Eustatius 2008.
Deze eilandsverordening brengt tevens wijzigingen in de Organisatieverordening Saba 1997 (A.B. 1998, no.1) met zich mee.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 26-08-2010 A.B. 2010 no. 6 | Onbekend | ||
10-12-2008 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 02-12-2008 A.B. 2008 no. 3 | 11-11-2008 en 25-11-2008 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze eilandsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
1° het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
2° de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken van rampen;
3° de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonboten, jachten, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde en standplaatsen.
1° de voorbereiding op het voorkomen en bestrijden van brand, brandgevaar, van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmede verband houdt en van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
2° de voorbereiding op het voorkomen van rampen;
3° het onderhouden en repareren van het brandweermaterieel en andere werkzaamheden van algemene aard.
ramp: een zwaar ongeval of gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven, de gezondheid en het welzijn van vele personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad, en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken;
Paragraaf 3. De interne organisatie
Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld betreffende:
Paragraaf 4. Preventieve maatregelen
Het Bestuurscollege kan een inrichting die in geval van een brand of ongeval bijzonder gevaar kan opleveren voor de openbare veiligheid aanwijzen als bedrijfsbrandweerplichtig. Het hoofd of het bestuur van een aangewezen inrichting is verplicht ervoor te zorgen, dat in die inrichting kan worden beschikt over een bedrijfsbrandweer, die voldoet aan de bij de aanwijzing gestelde eisen inzake personeel en materieel. Voordat een aanwijzing plaatsvindt, hoort het Bestuurscollege het hoofd of het bestuur van de inrichting.
Het hoofd of het bestuur van een aangewezen inrichting draagt er zorg voor dat de bedrijfsbrandweer ter zake van het optreden, dat noodzakelijk is ter bestrijding van brand of van gevaar anderszins binnen de inrichting, de aanwijzing opvolgt van degene die op grond van een wettelijk voorschrift met de feitelijke leiding van die bestrijding is belast.
Hoofdstuk 3. Rampenbestrijding
Paragraaf 1. Taken met betrekking tot de voorbereiding op de rampenbestrijding
Het Bestuurscollege draagt in het kader van de taak, bedoeld in artikel 2, onder b, in ieder geval ervoor zorg, dat wordt voorzien in:
De eilandsraad stelt voor het eilandgebied ten minste één maal per vier jaar een eilandelijk rampenplan vast. In het eilandelijke rampenplan worden risico’s geïnventariseerd, de organisatie, de verantwoordelijkheden, de taken en de bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding beschreven en wordt het beleid ten aanzien van het vaststellen van rampbestrijdingsplannen vastgelegd.
Het in het rampenplan opgenomen beleid ten aanzien van het vaststellen van rampbestrijdingsplannen bevat in ieder geval een overzicht van rampen waarvan de plaats, aard en gevolgen voorzienbaar zijn en waarvoor een rampbestrijdingsplan wordt vastgesteld alsmede een termijn waarbinnen dat zal worden vastgesteld.
De eilandelijke rampencoördinator draagt er zorg voor, dat het eilandelijke rampenplan ten minste één maal per jaar wordt geactualiseerd. Het bestuurscollege stelt de wijzigingen in het eilandelijke rampenplan vast, tenzij in de eilandsverordening, bedoeld in het eerste lid, anders is bepaald. Het bestuurscollege doet dit bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.
Paragraaf 2. Taken en bevoegdheden met betrekking tot de rampenbestrijding
De gezaghebber draagt er zorg voor dat aan de personen die op zijn eilandgebied zijn betrokken bij de rampenbestrijding informatie wordt verschaft over die ramp, de risico’s die hun inzet daarbij heeft voor hun gezondheid en de voorzorgsmaatregelen die in verband daarmee zijn of zullen worden getroffen.
De diensten en organisaties treffen met inachtneming van het eilandelijke rampenplan, bedoeld in artikel 20, en het rampenbestrijdingsplan, bedoeld in artikel 21, en het landelijke rampenplan de nodige maatregelen met het oog op de rampenbestrijding.
De gezaghebber wordt bij de uitoefening van zijn opperbevel, bedoeld in artikel 4, ondersteund door een door hem samengestelde rampenstaf, waarin in ieder geval de eilandelijk rampencoördinator, de eilandelijk geneeskundige rampencoördinator en operationele leiders, bedoeld in de artikelen 25 en 26, zitting hebben.
Degene die met de operationele leiding, bedoeld in het eerste lid, is belast, is bevoegd aan degenen die deel uitmaken van de diensten en organisaties die taken verrichten in het kader van de geneeskundige hulpverlening bij rampen alle bevelen te geven die hij in dat kader nodig acht. Hij oefent deze bevoegdheid uit onder verantwoordelijkheid van de operationele leider, bedoeld in artikel 25.
Indien de gezaghebber in geval van een ramp of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan bijstand van diensten en organisaties van een ander eilandgebied nodig heeft, richt hij een verzoek daartoe tot de gezaghebber van het desbetreffende eilandgebied. De gezaghebber die het verzoek heeft gedaan, stelt de Minister van Algemene Zaken daarvan terstond in kennis.
Indien een gezaghebber in geval van een ramp of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan bijstand nodig heeft van de landelijke diensten en organisaties en van de diensten en organisaties die niet onder de verantwoordelijkheid van het Land of een eilandgebied vallen, richt hij een verzoek daartoe tot de Minister van Algemene Zaken.
Paragraaf 4. Informatieverplichtingen
Een ieder die werkzaam is bij een dienst of een organisatie dan wel bij een inrichting die of een bedrijf dat betrokken kan zijn bij een ramp is desgevraagd verplicht de bestuursorganen van een eilandgebied, de eilandelijke rampencoördinator, bedoeld in artikel 18, de eilandelijk geneeskundig rampencoördinator, bedoeld in artikel 19, alsmede de operationele leiders, bedoeld in de artikelen 25 en 26, de inlichtingen te verstrekken die zij redelijkerwijs nodig hebben in verband met de vervulling van de taken en de bevoegdheden, genoemd in de paragrafen 1 en 2.
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze eilandsverordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij uitvoering van deze eilandsverordening de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
Op het binnentreden van woningen of van tot woning bestemde gedeelten van vaartuigen als bedoeld in het tweede lid, onder f, is Titel X van het Derde Boek van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikelen 155, vierde lid, 156, tweede lid, 157, tweede en derde lid, 158, eerste lid, voor zover het betreft de gronden van verdenking, en artikel 160, eerste lid, en met dien verstande dat de machtiging wordt verleend door de procureur-generaal of de gezaghebber.
De commandant is bevoegd, na verkregen schriftelijke toestemming van het bestuurscollege, zo nodig op kosten van de overtreders, te doen wegnemen, beletten, verrichten of in de vorige toestand te doen herstellen al hetgeen in strijd met de voorschriften als bedoeld in hoofdstuk 2 is of wordt gehouden, gemaakt, gesteld, ondernomen, na- of weggelaten, beschadigd of weggenomen.
Van de bevoegdheid in het eerste lid bedoeld wordt, onverwijlde spoedeisende gevallen uitgezonderd, geen gebruik gemaakt dan na tevoren vanwege de commandant gedane schriftelijke vordering en het verstrijken van twee weken te rekenen vanaf de dag dat betrokkene de vordering ontvangen heeft. De vordering vermeldt dat het bestuurscollege toestemming heeft gegeven de gevorderde handeling, als bedoelt in het eerste lid, zonodig middels politiedwang te doen verrichten dan wel na te laten.
Hoofdstuk 6. Overgangs- en slotbepalingen
De Organisatieverordening Saba 1997 (A.B. 1998, no. 1) is gewijzigd middels de Eilandsverordening tot 2de wijziging van de Organisatieverordening Saba 1997 (AB 2008 nr. 2).