Organisatie | Leiderdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | HET REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEIDERDORP |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Leiderdorp |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 16
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-11-2006 | 11-06-2008 | Onbekend | 27-11-2006 Onbekend | Onbekend |
HOOFDSTUK III Aanwezigen in en bij de vergaderingen
De raad kan het college verzoeken de secretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslaging als bedoeld in dit reglement.
De leden van de raad tekenen bij binnenkomst in de vergaderzaal onmiddellijk de daarvoor bestemde presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
de notulen van de vergadering houden in:
een vermelding van de gehouden stemmingen, waaruit blijkt het aantal en de namen van de leden, die zich voor of tegen een voorstel hebben verklaard of zich op grond van een wettelijk voorschrift van stemming hebben onthouden, dan wel dat een voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen; in het laatstbedoelde geval worden de namen van hen, die geacht willen worden te hebben tegengestemd, vermeld;
Over de gedane toezeggingen, bedoeld in artikel 18, eerste lid onder d, kunnen de leden van de raad, onmiddellijk na de vaststelling van de notulen, vragen stellen. Deze vragen dienen eenmalig, kort en zakelijk te zijn.
Zowel de voorzitter als de raad - de raad slechts, indien daartoe bij voorstel van orde wordt verzocht en besloten – kunnen besluiten tot:
Bij de raad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college aan de raad, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt een dag na de oproeping tot en met de dag van de vergadering ter inzage gelegd voor de leden van de raad en de raadscommissies in de leeskamer, worden naar de raads- en burgerleden gemaild en op de website geplaatst.
Artikel 23 Het voeren van het woord
De volgorde wordt verbroken, wanneer een lid het woord vraagt over een persoonlijk feit, waarvan hij de inhoud in het kort aan de voorzitter ter kennis heeft gebracht en wanneer een lid een voorstel van orde wil indienen. De voorzitter verleent aan dat lid het woord en laat het bepaalde in het vorige lid buiten toepassing. De leden kunnen hierop in korte bewoordingen reageren na daartoe van de voorzitter verlof te hebben gekregen.
Artikel 26 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats vindt, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Artikel 32 Staking van stemmen over personen
Indien de stemmen staken bij een herstemming of een tussenstemming als bedoeld in artikel 31, beslist terstond het lot. De griffier schrijft daartoe de namen van hen, tussen wie de loting plaatsvindt, op briefjes van dezelfde grootte en kleur, welke hij op dezelfde wijze gevouwen in de daartoe bestemde bus doet, waarna de voorzitter één van de briefjes daaruit neemt.
HOOFDSTUK V RECHTEN VAN DE LEDEN
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 37 Initiatiefvoorstellen
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering samen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld, het voorstel eerst dient te worden behandeld in een raadscommissie of voor advies naar het college dient te worden gezonden. In het laatste geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd evenals de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 40 Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien de beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijke lid van het college de vraagsteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Het lid van de raad dat tijdens de vragenronde vragen wil stellen, meldt dit onder vermelding van het onderwerp tenminste 24 uur voor aanvang van de vragenronde bij de voorzitter. De voorzitter kan na overleg met het raadspresidium weigeren een onderwerp tijdens de vragenronde aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de raadsverga-dering op diezelfde dag aan de orde komt.
HOOFDSTUK VI LIDMAATSCHAP VAN ANDERE ORGANISATIES
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken of voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 42, zijn overeenkomstig van toepassing.
HOOFDSTUK VII BESLOTEN VERGADERINGEN
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid of artikel 86, tweede en derde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.