Organisatie | Edam-Volendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening wet inburgering |
Citeertitel | Verordening wet inburgering gemeente Edam-Volendam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet inburgering, art. 8
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | 01-07-2016 | nieuwe regeling | 10-05-2007 onbekend | 41-2007 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2007
gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering;
overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringoplichtingen, het aanbieden van een inburgeringvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van inburgeringsplichtigen voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking
Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening
Hoofdstuk 4. De bestuurlijke boete
Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 10% van het maandbedrag, dat de inburgeringsplichtige zou ontvangen of ontvangt in het kader van de Wet Werk en Bijstand indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, van de wet.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 20% van het maandbedrag dat de inburgeringsplichtige zou ontvangen of ontvangt in het kader van de Wet Werk en Bijstand indien de persoon geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 20% van het maandbedrag dat de inburgeringsplichtige zou ontvangen of ontvangt in het kader van de Wet Werk en Bijstand indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.
Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding
De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt ten hoogste 10% van het maandbedrag, dat de inburgeringsplichtige zou ontvangen of ontvangt in het kader van de Wet Werk en Bijstand indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.
De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt ten hoogste 20% van het maandbedrag dat de inburgeringsplichtige zou ontvangen of ontvangt in het kader van de Wet Werk en Bijstand indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 40% van het maandbedrag dat de inburgeringsplichtige zou ontvangen of ontvangt in het kader van de Wet Werk en Bijstand indien de inburgeringsplichtige indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.