Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

Verordening wet inburgering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening wet inburgering
CiteertitelVerordening wet inburgering gemeente Edam-Volendam
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet inburgering, art. 8

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200701-07-2016nieuwe regeling

10-05-2007

onbekend

41-2007

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening wet inburgering gemeente Edam-Volendam

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april  2007

gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering;

 

overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringoplichtingen, het aanbieden van een inburgeringvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van inburgeringsplichtigen voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

besluit vast te stellen:

VERORDENING WET INBURGERING

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering;

  • 2.

    De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen, die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

  • 2.

    Het college beoordeelt tenminste eens in de drie jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad.

Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

  • 1.

    Het college doet in ieder geval een aanbod aan asielgerechtigden en geestelijk bedienaren.

  • 2.

    Het college kan de groepen inburgeringsplichtigen aanwijzen waaraan bij voorrang een inburgeringsvoorziening wordt aangeboden

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening

  • 1.

    Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de nburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening wordt afgestemd op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

  • 1.

    De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt via de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening in 1 termijn in rekening gebracht.

  • 2.

    Op verzoek van de aanvrager kan het college besluiten tot betaling in maximaal tien termijnen Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    het deelnemen aan de aangeboden inburgeringscursus;

  • b.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • c.

    het deelnemen aan het inburgeringsexamen;

  • d.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

  • e.

    het zo spoedig mogelijk melden van resultaten van de aangeboden cursus;

Hoofdstuk 3. Het aanbod van een inburgeringsvoorziening

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1.

    Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2.

    In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening worden verbonden.

  • 3.

    De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen twee weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4.

    Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen acht weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

  • 5.

    Wanneer een inburgeringsplichtige een passend aanbod weigert, doet het college geen aanbod en wijst de inburgeringsplichtige op de eigen verantwoordelijkheid om aan de inburgeringsplicht te voldoen en op de mogelijkheid een lening af te sluiten bij de Informatie Beheergroep(I.B.G.).

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening, wordt kenbaar gemaakt via een beschikking, die in ieder geval omvat:

  • a.

    een beschrijving van de inburgeringsvoorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;

  • d.

    een factuur voor de betaling van de eigen bijdrage in 1 termijn

  • e.

    ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Hoofdstuk 4. De bestuurlijke boete

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 10% van het maandbedrag, dat de inburgeringsplichtige zou ontvangen of ontvangt in het kader van de Wet Werk en Bijstand indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, van de wet.

  • 2.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 20% van het maandbedrag dat de inburgeringsplichtige zou ontvangen of ontvangt in het kader van de Wet Werk en Bijstand indien de persoon geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 20% van het maandbedrag dat de inburgeringsplichtige zou ontvangen of ontvangt in het kader van de Wet Werk en Bijstand indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1.

    De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt ten hoogste 10% van het maandbedrag, dat de inburgeringsplichtige zou ontvangen of ontvangt in het kader van de Wet Werk en Bijstand indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2.

    De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt ten hoogste 20% van het maandbedrag dat de inburgeringsplichtige zou ontvangen of ontvangt in het kader van de Wet Werk en Bijstand indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 40% van het maandbedrag dat de inburgeringsplichtige zou ontvangen of ontvangt in het kader van de Wet Werk en Bijstand indien de inburgeringsplichtige indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op moment van inwerkingtreding van de nieuwe wet.

Artikel 12 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering gemeente Edam-Volendam.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Edam-Volendam, 10 mei 2007,

de griffier, de voorzitter,