Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Terneuzen 2007 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Terneuzen 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 5
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | 01-01-2015 | Onbekend | 07-09-2006 Zeeuws Vlaams Advertentieblad, | 10683 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
met aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek door het treffen van
voorzieningen een gelijkwaardige uitgangspositie te verschaffen zodat zij zelfredzaam zijn
en in staat tot maatschappelijke participatie;
chronische psychische en psychosociale problemen, aantoonbare beperkingen ondervindt
bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het
normale gebruik van de woning; bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich
lokaal verplaatsen per vervoermiddel of bij het ontmoeten van medemensen en het op
basis daarvan aangaan van sociale verbanden;
e.Mantelzorger: een persoon, die mantelzorg verleent als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b.
f.Zelfredzaamheid: het lichamelijk, verstandelijk, geestelijk en financiële vermogen om
voorzieningen te treffen die deelname aan het normale maatschappelijke verkeer mogelijk
g.Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te
weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en
om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden
bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere
mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te
nemen aan het lokale maatschappelijke leven;
h.Algemene voorziening: een voorziening die wordt geleverd op basis van directe
beschikbaarheid, een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme en
adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt;
i.Individuele voorziening: een voorziening die individueel wordt aangeboden indien een
algemene voorziening geen adequate oplossing biedt;
j.Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college van burgemeester en
wethouders vast te stellen bijdrage, die bij respectievelijk de verstrekking van een
voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële
tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het
Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn;
k.Voorziening in natura: een voorziening die in eigendom, in bruikleen, in huur of in de
vorm van persoonlijke dienstverlening wordt verstrekt;
l.Persoonsgebonden budget: een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aan hem te
verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de in deze verordening en het Besluit
maatschappelijke ondersteuning te stellen regels van toepassing zijn;
m.Financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke
kan worden afgestemd op het inkomen van de aanvrager;
n.Algemeen gebruikelijk: naar geldende maatschappelijke normen tot het gangbare gebruiksdan
wel bestedingspatroon van een persoon als de aanvrager behorend;
o.Meerkosten: kosten van een mogelijk krachtens de wet te verlenen voorziening, voorzover
dit deel van de kosten uitgaat boven voor die persoon als algemeen gebruikelijk te
beschouwen kosten van een dergelijke voorziening;
p.Besparingsbijdrage: een door de aanvrager te betalen bijdrage, gelijk aan het bedrag dat
ten gevolge van de verstrekking van een voorziening door de aanvrager wordt bespaard
omdat deze verstrekte voorziening een algemeen gebruikelijke voorziening vervangt of
q.Huisgenoot: iedere meerderjarige met wie de aanvrager duurzaam gemeenschappelijk een
r.Budgethouder: een persoon aan wie ingevolge deze verordening een persoonsgebonden
budget is toegekend en die aan het college verantwoording over de besteding van het
huishouden, het verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per
vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en op basis daarvan sociale
verbanden aangaan op te heffen of te verminderen;
b.deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst adequate voorziening kan
voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen;
d.voor zover de aangevraagde voorzieningen betrekking hebben op een hoger niveau dan
het uitrustingsniveau voor sociale woningbouw;
e.voor zover er aan de zijde van de aanvrager geen sprake is van aantoonbare meerkosten in
vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor
de voorziening wordt aangevraagd;
f.voorzover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de aanvrager voorafgaand aan het
moment van beschikken heeft gemaakt;
g.indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens
deze, dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande Verordening
voorzieningen gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de
voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening
verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te
Hoofdstuk 2. Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen
Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, als financiële tegemoetkoming en
als persoonsgebonden budget. Het college stelt vast in welke situaties de bij wet verplichte
keuze tussen een voorziening in natura en een persoonsgebonden budget niet wordt geboden
aan de hand van de in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Terneuzen
Artikel 4. Voorziening in natura
Indien een voorziening in natura wordt verstrekt is de bruikleenovereenkomst,
huurovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst tussen de leverancier en de aanvrager
Artikel 5. Financiële tegemoetkoming
Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden
zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Terneuzen in de
Artikel 6. Persoonsgebonden budget
1.Op het persoonsgebonden budget zoals genoemd in artikel 6 van de wet, zijn de volgende
a.een persoonsgebonden budget wordt alleen verstrekt ten aanzien van individuele
b.de omvang van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van de in de
betreffende situatie goedkoopst adequate te verstrekken voorziening in natura, indien
nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten, zoals vastgelegd in
het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Terneuzen;
c.de wijze waarop het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld wordt door het
college vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente
d.op het persoonsgebonden budget is de Overeenkomst persoonsgebonden budget
gemeente Terneuzen van toepassing.
2.De toekenning van het te verstrekken persoonsgebonden budget, de omvang en de looptijd
ervan worden bij beschikking vastgesteld.
3.Bij de beschikking wordt een program van eisen verstrekt waarin aangegeven is aan welke
vereisten de met het persoonsgebonden budget te verwerven voorziening dient te voldoen.
4.Na verzending van de beschikking wordt het persoonsgebonden budget ter beschikking
gesteld door storting op de rekening van de aanvrager.
5.Het college kan steekproefsgewijs nagaan of het verstrekte persoonsgebonden budget
besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht de
daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke
ondersteuning gemeente Terneuzen, op verzoek van het college per omgaande te
6.Na ontvangst van de in het vorige lid bedoelde bescheiden wordt door het college
beoordeeld of er aanleiding bestaat het persoonsgebonden budget geheel of ten dele terug
Artikel 7. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Bij het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de wet is de aanvrager een
eigen bijdrage verschuldigd of wordt de financiële tegemoetkoming afgestemd op het
inkomen. Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Terneuzen
Hoofdstuk 3. Hulp bij het huishouden
Artikel 8. Vormen van hulp bij het huishouden
De door het college, ter compensatie van beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek bij het
voeren van een huishouden, te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 9. Primaat van de algemene hulp bij het huishouden
1.Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wet
kan voor de in artikel 8 onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht
het zelf uitvoeren van een of meer huishoudelijke taken onmogelijk maken en de
algemene hulp bij het huishouden dit snel en adequaat kan oplossen.
2.Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wet
kan voor de in artikel 8 onder b. en c. vermelde voorzieningen in aanmerking worden
In afwijking van het gestelde in artikel 9 komt een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid,
onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wet niet in aanmerking voor hulp bij het huishouden als
tot de leefeenheid waar deze persoon deel van uitmaakt een of meer huisgenoten behoren die
Artikel 11. Omvang van de hulp bij het huishouden
De omvang van de hulp bij het huishouden wordt uitgedrukt in klassen, waarbij de volgende
klassen met de daarbij behorende uren kunnen worden toegekend:
Klasse 1, 0 tot en met 1,9 uur per week;
Klasse 2, 2 tot en met 3,9 uur per week;
Klasse 3, 4 tot en met 6,9 uur per week;
Klasse 4, 7 tot en met 9,9 uur per week;
Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen
Artikel 13. Vormen van woonvoorzieningen
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het voeren van een huishouden, te
verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 14. Primaat algemene woonvoorzieningen en recht op individuele woonvoorzieningen
1.Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan
voor de in artikel 13, onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht
indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek een aanpassing aan de
woning noodzakelijk maken en de algemene woonvoorziening dit snel en adequaat kan
2.Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan
voor de in artikel 13, onder b. c. en d. vermelde voorziening in aanmerking worden
gebracht indien de in het vorige lid genoemde oplossing niet aanwezig is of niet tot een
Artikel 15. Soorten individuele woonvoorzieningen
De in artikel 13 onder b., c. en d. genoemde voorzieningen kunnen bestaan uit:
Artikel 16. Primaat van de verhuizing
1.Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan
voor een voorziening als bedoeld in artikel 15 onder a. in aanmerking worden gebracht
wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek het normale gebruik
2.Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan
voor een voorziening als bedoeld in artikel 15 onder b. en c. in aanmerking worden
gebracht wanneer de in het eerste lid genoemde voorziening niet mogelijk is of niet de
goedkoopst adequate voorziening is.
3.Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan
voor een voorziening als bedoeld in artikel 15, onder d. in aanmerking worden gebracht
wanneer sprake is van een op basis van aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of
gebrek aanwezige gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg, waarbij alleen
het zich kunnen afzonderen kan leiden tot een situatie waarin deze persoon tot rust kan
Artikel 17. Primaat van de losse woonunit
Indien een bouwkundige woonvoorziening bestaat uit een aanbouw aan of een aanzienlijke
verbouwing van een woning die niet het eigendom is van een verhuurder, die bereid is de
aangepaste woning blijvend ter beschikking te stellen van personen die op basis van
aantoonbare beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek behoefte hebben aan een dergelijke
woning, zal het college een herplaatsbare losse woonunit verstrekken indien daartegen geen
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan
hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen,
recreatiewoningen, kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte
woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of
voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten
1.Een woonvoorziening wordt slechts verleend indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft
of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen.
2.In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan een woonvoorziening getroffen worden
voor het bezoekbaar maken van één woonruimte indien de aanvrager zijn hoofdverblijf
3.De aanvraag voor het bezoekbaar maken wordt ingediend in de gemeente waar de aan te
4.De woonvoorziening betreft slechts het bezoekbaar maken van de in het tweede lid
bedoelde woonruimte met een door het college in het Besluit maatschappelijke
ondersteuning gemeente Terneuzen vast te leggen maximumbedrag.
5.Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan dat de aanvrager de woonruimte, de
De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd indien:
a.de noodzaak tot het treffen van de woonvoorziening het gevolg is van een verhuizing
waartoe op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning ten gevolg
van ziekte of gebrek geen aanleiding bestond en er geen andere belangrijke reden
b.de aanvrager niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment
beschikbare meest geschikte woning, tenzij daarvoor tevoren schriftelijk toestemming is
c.deze betrekking heeft op voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten anders dan
automatische deuropeners, hellingbanen en extra trapleuningen;
d.de woonvoorziening aangevraagd wordt op een moment dat op basis van leeftijd,
gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn
en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodzaak;
e.De aanvrager voor het eerst zelfstandig gaat wonen, verhuisd is vanuit of naar een
woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden, verhuisd is naar
een AWBZ-instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg, of er in
de verlaten woonruimte geen problemen met het normale gebruik van de woning zijn
Artikel 21. Terugbetaling bij verkoop
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen
die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een
periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning
onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in het
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Terneuzen door het college vastgelegde
Hoofdstuk 5. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 22. Vormen van vervoersvoorzieningen
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het zich lokaal verplaatsen te
verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 23. Het recht op een algemene voorziening
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor
de in artikel 22 onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien
aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek:
Artikel 24. Het primaat van het collectief vervoer
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor
de in artikel 22, onder b. en c. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht wanneer:
a.aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek het gebruik van een collectief
systeem als bedoeld in artikel 22, onder a., onmogelijk maken dan wel
bewuste keuze maakt voor een persoonsgebonden budget ten behoeve van het gebruik van
Artikel 25. Algemeen gebruikelijke vervoersvoorzieningen
Indien het inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen van gehuwde
personen meer bedraagt dan 1,5 maal in het Besluit maatschappelijke ondersteuning
Terneuzen voor de diverse categorieën genoemde inkomensgrenzen, wordt het bezit van een
personenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto vergelijkbare
voorziening en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet in
Artikel 26. Omvang in gebied en in kilometers
1.Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte ten
behoeve van maatschappelijke participatie uitsluitend rekening gehouden met de
verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van
alledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een
bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl
het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
2.De te verstrekken vervoersvoorziening zal maatschappelijke participatie door middel van
lokale verplaatsingen met tenminste een omvang per jaar van 1500 kilometer met een
Hoofdstuk 6. Verplaatsen in en rond de woning
Artikel 27. Vormen van rolstoelvoorzieningen
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het verplaatsen in en om de woning
dan wel voor sportbeoefening te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 28. Primaat algemene rolstoelvoorziening bij incidenteel rolstoelgebruik en sportrolstoel.
1.Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g., onderdeel 5 en 6 van de wet kan
voor de in artikel 27, onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht
indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek incidenteel zittend
verplaatsen in en rond de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt
worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke
regeling geen adequate oplossing bieden.
2.Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g., onderdeel 5 en 6 van de wet kan
voor de in artikel 27, onder b. en c. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht
indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend
verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt
worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke
regeling geen adequate oplossing bieden.
3.Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan
voor de in artikel 27, onder d. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht
indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek sportbeoefening zonder
Artikel 29. Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor AWBZ-bewoners
In uitzondering op het gestelde in artikel 28, lid 2);
komt een persoon die verblijft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating
zorginstellingen erkende instelling uitsluitend voor een rolstoel in aanmerking indien hij geen
recht heeft op een rolstoel, verstrekt op grond van de AWBZ.
Hoofdstuk 7. Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten
Artikel 30. Gebruik aanvraagformulier
Een aanvraag dient te worden ingediend door middel van een door het college ter beschikking
Artikel 31. Relatie met de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
De aanvraag dient te worden ingediend bij het zorgloket van de gemeente Terneuzen in welk
loket zowel aanvragen voor voorzieningen inzake de wet alsook aanvragen zorg inzake de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten kunnen worden ingediend.
Artikel 32. Inlichtingen, onderzoek, advies en beschikking
1.Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van
het recht op een voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend:
a.op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en
tijdstip en hem te ondervragen;
b.op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe
aangewezen deskundigen te doen ondervragen en/of onderzoeken.
in het kader van deze verordening heeft ingediend en het een voorziening betreft
waarvan de kosten naar verwachting het bedrag als genoemd in het Besluit
maatschappelijke ondersteuning gemeente Terneuzen te boven zal gaan;
gegevens te verschaffen of te doen verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling
4.Bij de advisering zoals genoemd in het eerste lid wordt door de adviseur gebruik gemaakt
van de systematiek zoals neergelegd in de International Classification of Functions,
Disabilities and Impairments, de zogenaamde ICF classificatie.
5.De beschikking vermeldt op welke wijze de genomen beschikking bijdraagt aan het
behouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en de normale maatschappelijke
participatie van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van
Artikel 33. Samenhangende afstemming
Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Terneuzen regels
vast omtrent de wijze waarop de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend
Artikel 34. Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het
college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk
moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 35. Intrekking van een voorziening
1.Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of
gedeeltelijk intrekken indien:
waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn
2.Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden
budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen
zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het middel
1.Ingeval een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan reeds uitbetaalde financiële
tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.
2.In geval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze
voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de
bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze
verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Terneuzen
geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per jaar geëvalueerd. Indien de
evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast. Het college zendt
hiertoe jaarlijks na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag
over de doeltreffendheid en de effectiviteit van de verordening in de praktijk.