Verordening programmaraad kabeltelevisie en -radio Edam-Volendam

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. de gemeenteraad: de gemeenteraad der gemeente Edam-Volendam;

b. burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders der gemeente Edam-Volendam;

c. abonnee: de natuurlijke of rechtspersoon wiens verzoek om aansluiting op de Centrale Antenne Inrichting (CAI) door de machtiginghouder is ingewilligd;

d. basispakket: het in artikel 22e van de Wet op de Telecommunicatie- voorzieningen bedoelde aantal omroepprogramma's, voor zowel televisie als radio;

e. standaardpakket: het feitelijk aantal door de machtiginghouder doorgegeven programma’s;

f. CAI: het geheel van de ontvanginrichting, het kabelnet, de aansluitingen en alle daarmee verband houdende apparatuur en overige toebehoren van de machtiginghouder, waarmee de signalen kunnen worden ontvangen en doorgegeven aan abonnees;

g. machtiginghouder: degene op wiens naam de CAI-machtiging voor het machtigingsgebied isgesteld, in casu burgemeester en wethouders;

h. machtigingsgebied: het totale gebied binnen de gemeente Edam-Volendam waarvoor een machtiging is of machtigingen zijn verleend als bedoeld in de artikelen 21 en 22 van de Wet op de Telecommunicatie voorzieningen.

• 1.

  De commissie heeft tot taak het adviseren van de machtiginghouder welke omroepprogramma’s op de CAI worden doorgegeven, zowel in het basispakket als in het standaardpakket.

• 2.

  De machtiginghouder kan slechts om zwaarwichtige redenen afwijken van het advies bedoeld in het eerste lid, voor zover dit betrekking heeft op het basispakket.

• 3.

  1. Alvorens advies uit te brengen pleegt de commissie overleg met de machtiginghouder.

  2. De commissie houdt zich op de hoogte van de wensen van de abonnees en de ontwikkelingen in de markt

  3. De commissie laat zich tenminste eenmaal per jaar door de machtiginghouder informeren over de kwaliteit en de capaciteit van de CAI.

   

• 4.

  1. De commissie kan ook ongevraagd advies uitbrengen aan de machtiginghouder.

  2. Wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven vindt op verzoek van de commissie gezamenlijk overleg plaats tussen één of meer vertegenwoordigers van de commissie en de machtiginghouder.

• 1.

  De commissie bestaat uit zeven leden, waaronder de voorzitter, waarvan vijf uit de kom Volendam en twee uit de kom Edam.

• 2.

  De leden worden benoemd door de gemeenteraad.

• 3.

  De gemeenteraad benoemt tevens twee plaatsvervangend leden, die ingeval van ziekte of ontstentenis een lid kunnen vervangen. Een plaatsvervangend lid heeft alleen stemrecht in de commissie indien deze een lid vervangt.

• 4.

  Bij de benoeming van leden voor de programmaraad wordt rekening gehouden met de mate van deskundigheid en representativiteit van de programmaraad als geheel. De deskundigheid is vereist op het terrein waarop de programmaraad adviseert, zijnde o.a. mediabeleid, abonneewensen, cultuur, communicatie etc. Bij de representativiteit geldt dat rekening gehouden wordt met het feit de programmaraad een afspiegeling dient te zijn van de abonnees, waardoor de diverse kijkergroepen vertegenwoordigd zijn. Daarbij wordt gestreefd naar diversiteit in de samenstelling naar leeftijd, beroep, opleiding, sekse, etc.

• 5.

  De commissie wijst uit zijn midden aan een voorzitter, een vicevoorzitter en een secretaris.

Tot leden van de commissie kunnen uitsluitend worden benoemd zij die abonnee zijn en inwoner van de gemeente Edam-Volendam, de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en niet krachtens wettelijk voorschrift of rechterlijke uitspraak van het actieve of passieve kiesrecht zijn uitgesloten of daaruit zijn ontzet. Niet Nederlanders moet het op grond van artikel 9 of 10 van de Vreemdelingenwet dan wel op grond van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap of het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie, tevens toegestaan zijn in Nederland te verblijven. Leden van de gemeenteraad kunnen niet worden benoemd tot lid van de commissie.

• 1.

  De zittingsperiode van de leden van de commissie bedraagt vijf jaar. De gemeenteraad kan uit het oogpunt van continuïteit van het voorgaande afwijken en bepaalde leden wisselend benoemen voor een kortere periode. Herbenoeming is twee maal mogelijk.

• 2.

  In tussentijdse vacatures -anders dan die bedoeld in lid 1- wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van acht weken, voorzien. Voorziening geschiedt voor het nog resterende deel van de betreffende zittingsperiode.

• 1.

  Het lidmaatschap eindigt, buiten het geval van afloop van de zittingsperiode van de commissie, bovendien:

  a. op eigen verzoek;

  b. in het geval niet meer voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 4;

  c.in het geval als bedoeld in artikel 6 lid 3.

• 2.

  Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen en met redenen omkleed een lid schorsen. Van een schorsing wordt mededeling gedaan aan de commissie Algemene Zaken c.a. van de gemeenteraad. Een schorsing duurt maximaal drie maanden en kan ten hoogste een maand worden verlengd.

• 3.

  Het geschorste lid wordt door burgemeester en wethouders gehoord. Hiervan wordt een verslag opgemaakt. Indien burgemeester en wethouders daartoe geen aanleiding vinden, heffen zij de schorsing op. Indien burgemeester en wethouders daartoe wel aanleiding vinden, stellen zij de raad voor het lidmaatschap van de betreffende persoon te doen beëindigen. De beslissing wordt terstond bij aangetekend schrijven aan de belanghebbende en aan de commissie meegedeeld.

De leden van de commissie mogen middellijk noch onmiddellijk deelnemen aan leveringen, verrichten van diensten, betalingen -met uitzondering van het betalen van abonnementsgelden- of aannemingen ten behoeve van de CAI.

Burgemeester en wethouders stellen alle faciliteiten beschikbaar ten behoeve van het voorbereiden en het houden van vergaderingen van de commissie.

Burgemeester en wethouders kunnen eventueel voorzien in ambtelijke ondersteuning van de commissie. Dit geschiedt na overleg met de voorzitter van de commissie. De ambtelijke ondersteuning is geen lid van de commissie.

De commissieleden ontvangen een onkostenvergoeding van f.350,-- per jaar. Deze vergoeding wordt jaarlijks aangepast met het consumenten prijsindexcijfer zoals de Minister van Binnenlandse Zaken dat aangeeft voor de jaarlijkse aanpassing van de vergoedingen gebaseerd op het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

De commissie vergadert tenminste drie maal per jaar dan wel zo vaak als de machtiginghouder een adviesaanvraag voorlegt of zo dikwijls haar voorzitter het nodig oordeelt of tenminste twee leden aan de voorzitter onder opgaaf van redenen, het verlangen daartoe schriftelijk kenbaar maken.

De oproeping ter vergadering geschiedt door de secretaris namens de voorzitter met opgaaf van de te behandelen onderwerpen en tenminste twee weken van te voren. In spoedeisende gevallen kan van dit laatste worden afgeweken.

• 1.

  De commissie mag niet beraadslagen en besluiten omtrent een uit te brengen advies, indien niet tenminste vier leden, waaronder de voorzitter, aanwezig zijn.

• 2.

  Besluiten omtrent een uit te brengen advies worden genomen bij meerderheid van stemmen.

• 1.

  De adviezen van de commissie worden schriftelijk gegeven en bevatten alleen het standpunt van de meerderheid, als bedoeld in artikel 13, lid 2, tenzij de minderheid verlangt dat ook haar standpunt wordt vermeld.

• 2.

  Na ontvangst van een adviesaanvraag brengt de commissie zo spoedig mogelijk advies uit maar in ieder geval binnen een periode van acht weken.

• 1.

  Alle stukken die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

• 2.

  In nader door de voorzitter en de secretaris te bepalen gevallen kan van het gestelde in lid 1 worden afgeweken. Volstaan kan dan worden met ondertekening door de secretaris.

De voorzitter is bevoegd uit eigen beweging of op verzoek van één of meer leden van de commissie personen uit te nodigen om als adviseur in de vergadering van de commissie te verschijnen.

• 1.

  De vergaderingen van de commissie worden in het openbaar gehouden.

• 2.

  De deuren worden gesloten wanneer tenminste twee van de aanwezige leden daarom verzoeken of de voorzitter het nodig oordeelt.

• 3.

  De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

• 4.

  Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de commissie anders beslist.

De commissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

De commissie zendt jaarlijks een verslag van haar werkzaamheden aan de gemeenteraad alsmede aan de machtiginghouder.

• 1.

  Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Programmaraad Kabeltelevisie en radio Edam-Volendam".

• 2.

  Zij treedt in werking met ingang van 1 mei 1998