Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

Verordening Stimuleringsfonds behoud uiterlijk aanzien historische gebouwen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Stimuleringsfonds behoud uiterlijk aanzien historische gebouwen
CiteertitelVerordening Stimuleringsfonds behoud uiterlijk aanzien historische gebouwen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet artikel 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-199625-07-2013Nieuwe regeling

20-04-1995

Onbekend

91-95

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Stimuleringsfonds behoud uiterlijk aanzien historische gebouwen

De raad der gemeente Edam-Volendam;

gelezen de wilsbeschikking van Dirk van Slieker;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 april 1995 no. 91—’95;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende VERORDENING STIMULERINGSFONDS BEHOUD UITERLIJK AANZIEN HISTORISCHE GEBOUWEN.

 

Artikel 1  

Deze verordening is van toepassing op historische gebouwen:

a.gebouwen die voorkomen op een door het gemeentebestuur vastgestelde lijst met beeldbepalende panden binnen het beschermd stadsgezicht Edam en die niet zijn opgenomen in het Monumenten-Register als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet;

b.grote monumenten als bedoeld in het register ingevolge artikel 6 van de Monumentenwet 1988 in zoverre dat register betrekking heeft op gebouwen die zijn opgenomen in de bij deze verordening gevoegde lijst.

Begripsomschrijvingen

Artikel 2

In deze verordening wordt onder het behoud van uiterlijk aanzien van historische gebouwen verstaan: de stelselmatige inspanning gericht op behoud en herstel van het uiterlijk aanzien van gebouwen als bedoeld in artikel 1, zowel op zichzelf als in verband met de bestaande omgeving daarvan.

Artikel 3

Onder behoud en herstel van het uiterlijk aanzien wordt verstaan: de technische werkzaamheden aan voorgevels, achtergevels en daken van een beeldbepalend pand danwel groot monument, die het normale onderhoud te boven gaan en die beschouwd kunnen worden als extra werkzaamheden die gericht zijn op het uiterlijk aanzien als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4

Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door burgemeester en wethouders verstrekt met het oog op behoud en herstel van gebouwen als bedoeld in artikel. 1.

Artikel 5

Onder subsidieplafond wordt verstaan het bedrag dat jaarlijks bij de vaststelling van de gemeentebegroting wordt opgenomen als rente van het Sliekerfonds.

Artikel 6

Onder monumentencommissie wordt verstaan: de gemeentelijke monumentencommissie zoals die is ingesteld door de raad en waarop de Verordening op de Gemeentelijke Monumentencommissie van toepassing is.

Algemene bepalingen

Artikel 7

Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt voor de aanvang van het jaar waarvoor het beschikbaar is.

Artikel 8
  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt slechts gehonoreerd voor zover het subsidieplafond voor het jaar waarin de subsidie wordt gevraagd dat toelaat.

  • 2.

    Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • 3.

    Aanvragen die in verband met het bepaalde in het eerste lid niet kunnen worden gehonoreerd worden aangehouden totdat voor het kalenderjaar volgend op dat waarin de subsidie is aangevraagd het subsidieplafond als bedoeld in artikel 7 bekend is gemaakt.

  • 4.

    Indien door het gestelde in het derde lid het subsidieplafond in dat jaar wordt overschreden wordt de aanvraag afgewezen.

Artikel 9

Voor aanvragen waarvan de door burgemeester en wethouders als subsidiabel vastgestelde kosten lager zijn dan fl.2.500,--, kan geen subsidie worden verleend.

Artikel 10

De subsidie wordt verleend in de vorm van een eenmalige bijdrage.

Subsidiecriteria

Artikel 11  

Subsidie ingevolge deze verordening kan worden verleend als:

a.de aanvraag betrekking heeft op een gebouw als bedoeld in artikel 1;

b.van het behoud/herstelplan naar het oordeel van de gemeentelijke monumentencommissie een stimulerende werking uitgaat op het behoud van het historisch stadsgezicht Edam;

c. voor het behoud/herstelplan goedkeuring wordt verleend;

d.er aantoonbaar extra kosten worden gemaakt met het oog op het uiterlijk aanzien van hetgebouw;

e.de aanvrager op het moment van aanvraag eigenaar van het gebouw is;

f. de aanvrager minimaal 25% van de kosten draagt.

Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Artikel 12

Voor een subsidie in de kosten als bedoeld in artikel 3 komen in aanmerking:

a. kosten van werkzaamheden door derden

b. kosten van materialen

c. de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen

d.kosten van voorbereiding, administratie en toezicht tot een maximum van 10% van derealiseringskosten

e. de verschuldigde omzetbelasting voor zover deze niet door de aanvrager kan worden teruggevorderd.

Berekening van de subsidie

Artikel 13

De subsidie bedraagt maximaal 75% van de door burgemeester en wethouders vastgestelde subsidiabele kosten met een maximum van fl.7.500,--.

Bepalingen betreffende de aanvraag

Artikel 14
  • 1.

    De aanvraag tot subsidieverlening dient ingeval een bouwvergunning vereist is, tegelijk met de aanvraag tot verlening van een bouwvergunning te worden ingediend.

  • 2.

    Bij de aanvraag moet worden ingediend:

    a. een overzicht van de behoud/herstelkosten zonder de in artikel 3 bedoelde extra kosten;

    b. een gespecificeerd overzicht van de extra kosten die gemaakt moeten worden in verbandmet de werkzaamheden als bedoeld in artikel

    c. een overzicht van de bijdragen van derden ten aanzien van de onder b. genoemde extrakosten, die krachtens andere regelingen kunnen worden verkregen.

Advisering door de monumentencommissie

Artikel 15

Tenzij burgemeester en wethouders reeds bij een eerste beoordeling van de aanvraag menen dat de aanvraag dient te worden geweigerd wegens het niet voldoen aan hetgeen in deze verordening is geregeld, stellen zij, met bijvoeging van de aanvraag en de daarop betrekking hebbende bescheiden, de monumentencommissie in de gelegenheid hen van advies te dienen.

Beslistermijn

Artikel 16
  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen omtrent de subsidieverlening binnen zeventien weken na de datum waarop de aanvraag is ingediend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing voor ten hoogste negen weken verdagen. Het besluit tot verdaging wordt voor de afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn schriftelijk bekendgemaakt aan de aanvrager.

Subsidievoorwaarden

Artikel 17
  • 1.

    De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

    a. uiterlijk binnen 6 maanden na de datum van de subsidietoekenning met de uitvoering van het behoud/herstelplan wordt aangevangen;

    b. het gebouw wordt onderhouden in de staat waarin het door de in artikel 3 bedoelde werkzaamheden is gebracht;

    c. het uiterlijk aanzien alleen mag worden gewijzigd na schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders;

    d. het gebouw niet mag worden gesloopt zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de toekenning intrekken, indien het werk niet binnen de termijn als bedoeld in lid 1 onder a is aangevangen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie terugvorderen, indien niet voldaan wordt aan de voorwaarden als bedoeld in lid 1 onder b t/m d.

Weigeringsgronden

Artikel 18  

De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien:

a.met de werkzaamheden is gestart voordat de subsidiabele kosten door burgemeester en wethouders zijn vastgesteld;

b.er gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de werkzaamheden niet of in het geheel niet zullen plaatsvinden;

c.er gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de aanvrager niet zal voldoen aan de subsidie verbonden voorwaarden.

Vaststelling van de subsidie

Artikel 19

De aanvraag om uitbetaling van het subsidie dient binnen acht weken na afloop van de werkzaamheden schriftelijk te worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

Artikel 20  

Uitbetaling van een subsidie vindt plaats nadat:

a.de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gereed gemeld;

b.de onder a, bedoelde werkzaamheden door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

c.de rekeningen en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling waarin de verrichte werkzaamheden zijn vermeld als bedoeld in artikel 14 door burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

Slotbepalingen

Artikel 21
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen het besluit tot subsidievaststelling intrekken of wijzigen:

    a. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen;

    b. op grond van feiten of omstandigheden waarvan zij bij de beoordeling van de aanvraagredelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de subsidie lager zou zijn

    vastgesteld;

    c. indien de subsidievaststelling onjuist was en de aanvrager dit wist of behoorde te weten, of

    d. indien de aanvrager niet heeft voldaan aan de subsidie verbonden voorwaarden en verplichtingen.

  • 2.

    De subsidie kan voorts in ieder geval worden ingetrokken indien de aanvrager:

    a. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en deverstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zouden hebben geleid, of,

    b. failliet is verklaard of aan aanvrager surséance van betaling is verleend, dan wel eenverzoek daartoe bij de rechtband is ingediend.

  • 3.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld.

Artikel 22

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in het belang van het beschermd stadsgezicht afwijken van de bepalingen van deze verordening, nadat zij de monumentencommissie in de gelegenheid hebben gesteld hen daarover van advies te dienen.

Artikel 23

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1996.

Aldus besloten door de raad der gemeente Edam-Volendam in zijn openbare vergadering gehouden op 20 april 1995.

de secretaris, de voorzitter,

 

Grote Monumenten als bedoeld in het register ingevolge artikel 6 van de Monumentenwet 1988 in zoverre dat register betrekking heeft op gebouwen of onderdelen daarvan in Edam.

categorie openbare gouwen.

1. Raadhuis Edam, Damplein 1, Edam.

2. Boterhal (Lancester), Damplein 5, Edam.

3. Kaaswaag, J. van Nieuwenhuizenplein 5, Edam.

categorie kerken

4. Doopsgezinde Vermaning, J. v, Nieuwenhuizenplein 6, Edam

5. Grote of St. Nicolaaskerk, Grote Kerkstraat 43, Edam.

6. Speeltoren, Lingerzijde 1, Edam.

7. R.K. Kerk, Voorhaven 124, Edam

8. Lutherse Kerk, Voorhaven 135, Edam

categorie liefdadigheids instellingen

9. Proveniershuis, J.C. Brouwersgracht 29, Edam

10. Weeshuis, Grote Kerkstraat 23, Edam

categorie weg en waterstaatkundige werken

11. Gemeenlandshuis Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen, Schepenmakersdijk 16, Edam.