Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening brandveiligheid en hulpverlening gemeente Terneuzen |
Citeertitel | Verordening brandveiligheid en hulpverlening gemeente Terneuzen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-05-2008 | 30-09-2010 | Onbekend | 22-05-2008 Zeeuws Vlaams Advertentieblad, | Onbekend |
De raad van de gemeente Terneuzen
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 22 mei 2008;
gelet op artikel 1, lid 2 van de Brandweerwet 1985;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
gelet op artikel 8.11, lid a en 8.40 van de Wet milieubeheer;
gelet op artikel 8, lid 2 van de Woningwet;
a. burgemeester en wethouders de zorg hebben voor:
- het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van
brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
- het beperken en bestrijden van gevaar voor mansen en dieren bij ongevallen anders dan brand;
b. de uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen tot de taak van de brandweer behoort;
c. burgmeester en wethouders andere werkzaamheden dan hiervoor bedoeld kunnen aanwijzen die de brandweer verricht;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Het gemeentelijk organisatie-onderdeel als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Brandweerwet;
Het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam als bedoeld in artikel 1 van de gemeenschappelijke regeling veiligheidsregio Zeeland;
De taken en werkzaamheden van de brandweer die zijn gericht op de brandweerzorg en rampenbestrijding, waarbij een onderscheid wordt gemaakt in pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg;
Het door de gemeenteraad vast te stellen beleidsplan waarin de organisatie van de brandweer en het daarop van toepassing zijnde beleid en doelstellingen zijn vastgelegd.
Artikel 2 Gemeentelijke brandweer
Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.
Artikel 4 Brandweerbeleidsplan
Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad eens per 4 jaar een plan voor, waarin wordt beschreven op welke wijze aan de in artikel 3 genoemde taken invulling en uitvoering zal worden gegeven. Dit plan omvat in ieder geval een beschrijving van de benodigde inzet van personele en financiële middelen.
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de omvang en samenstelling van het personeel van de gemeentelijke brandweer toereikend is om de in artikel 3 genoemde taken goed te kunnen uitvoeren. Naast de hiervoor benodigde reguliere repressieve capaciteit zijn er drie specialistische teams inzetbaar: het duikteam, het “werken op hoogte” team en het gaspakkenteam.
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het personeel van de gemeentelijke brandweer die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn.
Artikel 7 Instructie commandant
De brandweercommandant heeft de algemene leiding en het bevel over de gemeentelijke brandweer, overeenkomstig de voor hem door het dagelijks bestuur vastgestelde instructies.
De commandant heeft het bevel over de repressieve inzet van de brandweer. Dit bevel wordt overgedragen aan de regionaal commandant van dienst als de verantwoordelijkheid voor de repressieve inzet bij het niveau van regionaal officier van dienst of hoger ligt.
Artikel 9 Bluswatervoorziening
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een dusdanige bluswatervoorziening en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.Burgemeester en wethouders stellen hiervoor richtlijnen vast in het toetskader bluswatervoorziening Terneuzen.
Besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad d.d. 22 mei 2008.
griffier, voorzitter,
mr. A.W. de Feijter J.A.H. Lonink
Toelichting op de verordening brandveiligheid en hulpverlening, gemeente Terneuzen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 2 Gemeentelijke brandweer
In artikel 1 van de Brandweerwet is opgenomen dat in elke gemeente een gemeentelijke brandweer is, behoudens indien ingevolge samenwerking met andere gemeenten een regeling terzake tot stand is gekomen.
Artikel 3 Taken gemeentelijke brandweer
Lid 1: Op 1 juli 2006 is de gemeenschappelijke regeling veiligheidsregio Zeeland in werking getreden. In artikel 4 en de bijbehorende toelichting op dit artikel, wordt aangegeven welke taken en werkzaamheden regionaal worden gecoördineerd of ingevuld.
Tot het moment van eventuele regionalisering van de brandweer in Zeeland blijft de gemeentelijke brandweer onderdeel uitmaken van de gemeentelijke organisatie.
Lid 2: Bij deze werkzaamheden kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het reinigen van wegen en terreinen na ongevallen of het geven van voorlichting en instructie aan burgers en instellingen.
Artikel 4 Brandweerbeleidsplan
Dit artikel regelt de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad met betrekking tot het vervullen van de voorwaarden voor een goede taakvervulling door de gemeentelijke brandweer. Het brandweerbeleidsplan wordt eens per 4 jaar geactualiseerd en opnieuw vastgesteld.
Het brandweerkorps Terneuzen is samengesteld uit beroepskrachten en vrijwilligers. Onder de beroepskrachten vallen de (plaatsvervangend) commandant en medewerkers die functies vervullen op het gebied van administratie, preventie, preparatie en opleiden en oefenen..
De brandweer Terneuzen kent daarnaast een drietal specialistische teams: het duikteam, het “werken op hoogte” team en het gaspakkenteam.
Gezien de ligging van de gemeente Terneuzen en de grote risico op waterongevallen is een speciaal opgeleid duikteam beschikbaar. Het duikteam kan voor de volgende taken worden ingezet:
Deze taakomschrijving is gebaseerd op de ‘leidraad bestrijding waterongevallen door de brandweer’.
Het team kent als primaire taak het uitvoeren van de reguliere brandweer taak op plaatsen (hoogtes/ dieptes) waar dit niet mogelijk is binnen de basisbrandweer taakuitvoering. Het “werken op hoogte team” kan voor de volgende zaken worden ingezet:
Het gaspakkenteam kent als primaire taak bronbestrijding. Zij kunnen hiertoe de volgende activiteiten in het brongebied verrichten:
Indien de omstandigheden hier aanleiding toe geven kan het gaspakkenteam ook worden ingezet voor andere taken dan bronbestrijding, waaronder het redden van mensen.
Het gaspakkenteam verricht de genoemde taken voor bedrijven in het verzorgingsgebied zoals bedoeld in artikel 13 van de Brandweerwet.
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel door onder meer het vaststellen van een meerjaren opleidings- en oefenplan.
Artikel 7 Instructie commandant
Artikel 7 legt de eenhoofdige leiding en gezagsverhouding binnen de gemeentelijke brandweer vast die voor een goed functioneren van de brandweer onmisbaar zijn.
Artikel 8 Materieel en uitvoering
Burgemeester en wethouders dragen de verantwoording voor het minimaal benodigde en het soort materieel van de brandweer.
In het eerste lid wordt de verantwoordelijkheid voor de materieelvoorziening geregeld, gebaseerd op het dekkingsplan. Het tweede lid regelt de opslag van materieel en middelen in de gemeente.
Artikel 9 Bluswatervoorziening
Het blussen van branden is een belangrijke taak van de brandweer. Het blusmiddel water wordt naast andere blusmiddelen het meest gebruikt. De zorg voor de brandveiligheid, zoals bedoeld in artikel 1 van de Brandweerwet, geeft aan dat burgemeester en wethouders tevens verantwoordelijk zijn voor een adequate bluswatervoorziening. Bluswater kan worden verkregen uit voertuigen, drinkwaternet, een apart bluswaterleidingnet, open water, speciale blusvijvers, blusvaartuigen, blushelikopters en geboorde putten. Hiernaast zijn nog alternatieven mogelijk waarmee in de benodigde bluswaterbehoefte kan worden voorzien.
Periodieke controle van bluswatervoorzieningen wordt in opdracht van de brandweer verzorgd.
Aan elk van de "bluswaterbronnen" zijn nadelen verbonden:
het drinkwater is een kostbaar goed en een goede kwaliteit drinkwater is van levensbelang. Waterleidingbedrijven kunnen niet altijd gezond drinkwater garanderen als de brandweer door het blussen van branden verlaging van de druk in het leidingnet veroorzaakt. Het aanhouden van een grotere doorsnede van een leiding om drukverlaging te voorkomen is uit een oogpunt van volksgezondheid niet altijd gewenst, omdat het water onder normale omstandigheden dan te weinig doorstroomt;
Waar het in de bluswatervoorziening primair om gaat is dat er aan drie vastgestelde parameters wordt voldaan, te weten:
bereikbaarheid; bereikbaarheid van de bluswatervoorziening met de daarvoor bij de brandweer in gebruik zijnde voertuigen en pompsystemen.Voor de eerste inzet van de brandweer zijn de tankautospuit, waarin standaard 1500 tot 3000 liter water voor onmiddellijk gebruik is opgeslagen, en het drinkwaterleidingnet de meest geëigende middelen om voor bluswater te zorgen. Vooral in het buitengebied is het technisch niet overal mogelijk om van het drinkwaterleidingnet gebruik te maken. In dergelijke gevallen biedt de tankinhoud van het blusvoertuig of de inzet van alternatieve middelen de mogelijkheid om toch een inzet te starten. Een aanvullende watervoorziening om, aansluitend op een eventuele reddingsactie en poging ter voorkoming van branduitbreiding, alsnog een blussing in te zetten is in dergelijke situaties noodzakelijk.
In het buitengebied moet er rekening mee worden gehouden dat het om technische of economische redenen niet altijd mogelijk zal zijn volledig aan de gestelde parameters te voldoen. In deze gevallen moeten alternatieve mogelijkheden worden toegepast die er toe leiden dat redding van mens en dier altijd mogelijk is. Bovendien moet brandoverslag of ernstige (milieu)hinder naar derden redelijkerwijs wordt voorkomen.
Dit betekent dat het in het buitengebied kan voorkomen dat er in eerste instantie onvoldoende water aanwezig is om een brand te doven in een gebouw waarin bij aankomst van de brandweer een zich ontwikkelende brand woedt. Gevolg kan zijn dat het gebouw door het vuur verloren gaat.
De in opdracht van het ministerie van BZK opgestelde integrale leidraad "Beheersbaarheid van brand 2007" geeft een methode voor het bepalen van de grootte van een brandcompartiment en bevat rekenschema's voor blussen en koelen. Dit zijn hulpmiddelen om (indicatief) te bepalen hoeveel één tankautospuit met een bemensing van 6 personen kan blussen of koelen in een bepaalde brandsituatie. Op sommige plaatsen in de ontwikkelde methode is dat bepalend voor het al dan niet acceptabel zijn van een beoogd brandcompartiment.
Na vaststelling van deze verordening zal het ‘toetskader bluswatervoorziening Terneuzen’ ter vaststelling aan burgemeester en wethouders worden voorgelegd. Vanaf de datum van vaststelling is dit toetskader, waarin met behulp van voorbeeldscenario’s wordt aangegeven hoeveel bluswater in bepaalde situaties minimaal benodigd is voor de (eerste) inzet, van toepassing op ieder gegeven bluswateradvies in de gemeente Terneuzen. In elk gegeven advies moet worden voldaan aan de parameters zoals die gelden voor de betreffende bebouwing en de daaraan gerelateerde bestemming.
Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding
De verordening brandveiligheid en hulpverlening moet op grond van artikel 2 van de Brandweerwet binnen een week na vaststelling aan gedeputeerde staten worden gezonden.