Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

Verordening op de gemeentelijke monumenten- en welstandscommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de gemeentelijke monumenten- en welstandscommissie
CiteertitelVerordening op de gemeentelijke monumenten- en welstandscommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening is vastgesteld door de raad op 23-03-2003 en gewijzigd (1e wijziging) bij raadsbesluit van 24-11-2005.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Monumententwet 1988, art. 15
  2. Woningwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-200501-01-2018nieuwe regeling

24-11-2005

NIVO, 14-12-2005

111-2005

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de gemeentelijke monumenten- en welstandscommissie

De raad van de gemeente Edam- Volendam;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 maart 2003, no. 34-2003;

gelet op het advies van de commissie VROM;

gelet op artikel 15 van de Monumentenwet 1988 en de Woningwet;

b e s l u i t :

 I.   in te trekken de Verordening op de Gemeentelijke Monumentencommissie, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 12 april 1994;

II.  vast te stellen de volgende VERORDENING OP DE GEMEENTELIJKE MONUMENTEN- EN WELSTANDSCOMMISSIE

Artikel 1 Taakomschrijving

  • 1.

    De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders te adviseren over:

    a. de toepassing van de Monumentenwet 1988;

    b. de toepassing van de voorschriften omtrent het welstandstoezicht op grond van de Woningwet overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 9 van de bouwverordening.

  • 2.

    De commissie voert haar taken uit in onafhankelijkheid.

Artikel 2 Samenstelling, benoeming en zittingsduur

  • 1.

    1. Leden van de commissie worden benoemd en ontslagen door de gemeenteraad.

  • 2.

    De commissie telt ten hoogte zes leden en bestaat uit:

    • a.

      een voorzitter, tevens lid te benoemen door de raad op aanbeveling van burgemeester en wethouders;

    • b.

      1 lid te benoemen door de raad op aanbeveling van burgemeester en wethouders;

    • c.

      1 lid te benoemen door de raad op voordracht van de Vereniging Oud Edam;

    • d.

      1 lid te benoemen door de raad op voordracht van de Vereniging Oud Volendam;

    • e.

      1 lid uitsluitend met het oog op de taak als bedoeld in artikel 1, onder a, te benoemen door de raad op aanbeveling van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    De leden van de commissie, met uitzondering van het lid als bedoeld in lid 2 onder e, kunnen ten hoogste voor een termijn van drie jaar worden benoemd. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar.

  • 4.

    De commissie kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 5.

    De commissie wordt bijgestaan door een door burgemeester en wethouders aangewezenambtenaar als secretaris.

  • 6.

    De leden van de commissie dienen in ieder geval deskundig te zijn op het terrein vanbouwkunde en restauraties, kunst-/architectuurhistorie, lokale bouwhistorie dan wel stedenbouw.

    De artikelen 2, 3 en 4 van het Reglement van Orde ten behoeve van de gemeentelijke welstands- en monumentencommissie dat als bijlage 9 bij de bouwverordening is vastgesteld, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Adviestaak

  • 1.

    Met betrekking tot het welstandstoezicht is het bepaalde in de bouwverordening van toepassing

  • 2.

    Ter uitvoering van de adviestaak onder artikel 1, lid a zenden burgemeester en wethoudersonmiddellijk een afschrift van de aanvraag om vergunning voor wijziging van een beschermd

    rijksmonument met de ingediende zienswijzen aan de commissie na afloop van de termijn van ter inzage legging, zoals bedoeld in artikel 12 van de Monumentenwet 1988.

  • 3.

    Indien voor een bouwactiviteit zowel een monumentenvergunning als een bouwvergunningnodig is, vindt advisering op grond van artikel 11 van de Monumentenwet 1988 plaats zo veel mogelijk gecombineerd met de advisering op grond van artikel 12 van de Woningwet. De commissie brengt een integraal advies uit, waarin echter een duidelijke scheiding is aangebracht tussen het welstandsadvies en het advies ten aanzien van de monumentenvergunning.

Artikel 4 Jaarlijkse verantwoording

  • 1.

    De commissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt - op welke wijze toepassing is gegeven aan de uitvoering van de Monumentenwet 1988; - de werkwijze van de commissie; - op welke wijze toepassing is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen; - de aard van de beoordeelde plannen;

  • 2.

    Het verslag wordt zo veel mogelijk afgestemd met de jaarlijkse verantwoording zoals bedoeldin artikel 9.4. van de bouwverordening inzake het welstandstoezicht.

  • 3.

    Het verslagjaar loopt van januari tot en met december. Het jaarverslag wordt jaarlijks in aprilaangeboden aan de gemeenteraad.

Artikel 5 Termijn en wijze van advisering

  • 1.

    De commissie adviseert schriftelijk over een aanvraag om monumentenvergunning binnen 8 weken na datum van de verzending van het afschrift.

  • 2.

    Bij overschrijding van de vermelde termijn wordt de commissie geacht te hebben geadviseerd.

  • 3.

    De commissie adviseert en motiveert haar advies schriftelijk.

  • 4.

    Zodra het advies wordt uitgebracht, wordt het door of namens burgemeester en wethoudersgevoegd bij de aanvraag om een monumentenvergunning.

Artikel 6 Openbaarheid van vergaderen en mondeling toelichting  

  • 1.

    De behandeling van bouwplannen door commissie is openbaar. Tijdig wordt, voorafgaande aan vergadering van de commissie, bekendgemaakt in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze, dat de agenda ter inzage ligt.

    Indien burgemeester en wethouders - al dan niet op verzoek van de aanvrager - een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 2.

    Indien de aanvrager van de bouwvergunning daartoe bij het indienen van de aanvraag ommonumentenvergunning heeft verzocht, wordt deze door of namens de commissie in staat

    gesteld tot het geven van een toelichting op het bouwplan.

  • 3.

    In het geval dat het bouwplan in de vergadering van de commissie wordt behandeld en eenverzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de monumentenvergunning in kennis te worden gesteld van de vergadering van de gemeentelijke welstands en monumentencommissie, waarin de aanvraag wordt behandeld.

  • 4.

    Belanghebbenden hebben geen spreekrecht.

  • 5.

    Belangstellenden kunnen de vergadering van de commissie bijwonen.

  • 6.

    Goedgekeurde notulen van de behandeling van aanvragen om een monumentenvergunning @zijn openbaar en kunnen worden ingezien.

Artikel 7 Vergaderorde en werkwijze  

De artikelen 17 tot en met 22 van het Reglement van Orde ten behoeve van de gemeentelijke welstands- en monumentencommissie dat als bijlage 9 bij de bouwverordening is vastgesteld, zijn van overeenkomstige toepassing.

 

Aldus besloten door de gemeenteraad van Edam-volendam in de openbare vergadering van 24 november 2005.

De griffier, de voorzitter,