Organisatie | Houten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening toeslagen WWB WIL |
Citeertitel | Verordening toeslagen WWB WIL |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 8, eerste lid onderdeel c van de Wet werk en bijstand en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet. artikel 5, derde lid, van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2013 | 01-07-2015 | Nieuwe regeling | 23-04-2013 Houtens Nieuws | 2013-014 |
De raad van de gemeente Houten heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013, nr 2013 - 014 gelezen en besluit;
Gelet op artikel 8, eerste lid onderdeel c van de Wet werk en bijstand en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;
gelet op artikel 5, derde lid, van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom;
overwegende dat het algemeen bestuur Werk en inkomen Lekstroom op 28 februari 2013 een voorgenomen besluit heeft genomen;
In deze verordening wordt verstaan onder:
Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.
De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar en ouder en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd.
Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet beschouwd als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:
a.Het thuiswonende kind dat een in aanmerking te nemen inkomen heeft (of redelijkerwijs daarover kan beschikken) van ten hoogste het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 Wsf 2000.
De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor het gezin in wiens woning een (of meerdere) ander(n) zijn hoofdverblijf heeft.
1.De verlaging bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm:
De artikelen 3 tot en met 7 worden dusdanig toegepast, dat de toepasselijke bijstandsnorm tenminste bedraagt:
De Toeslagenverordening WWB vervalt gelijktijdig met de inwerkingtreding van onderhavige verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Houten van 23 april2013
Artikel 3 toeslagen alleenstaande (ouders)
De toeslag bedraagt 10% indien een ander zijn hoofdverblijf heeft in de woning. Hier kan ook worden gelezen: een of meerdere anderen.
Onder het thuiswonende kind wordt ook verstaan: het pleegkind of het stiefkind. Artikel 25 en 26 WWB zijn van toepassing.
De in aanmerking te nemen inkomsten zijn feitelijke inkomsten en/of inkomsten waarover het meerderjarige thuiswonende kind redelijkerwijs kan beschikken. Thuiswonende kinderen die geen activiteiten ondernemen om inkomsten te generen of die niet studeren worden wel gezien als een ander die zijn hoofdverblijf heeft in dezelfde woning.