Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tot heffing en invordering van leges 2008 |
Citeertitel | Legesverordening 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-11-2007 | 01-02-2008 | nieuwe regeling | 06-11-2007 Gemeenteblad, 2007, 43 | 2007/326 |
Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder rubriek 7.3 sub c, "Verklaring omtrent het gedrag", worden niet van een aanvrager geheven die de aanvraag doet met als doel tijdelijk een gastkind van de Stichting Europa Kinderhulp in hun gezin op te nemen voor het houden van een korte vakantie.
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Tarieventabel behorende bij de “Legesverordening 2008”.
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
Hoofdstuk 7 Overige burgerzaken
Hoofdstuk 9 Regionaal Archief Tilburg
Hoofdstuk 10 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen
Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet
Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke Verordening
Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer
De in artikel 2 van de Legesverordening 2008 bedoelde tarieven bedragen:
1 Vergunningen, beschikkingen en dergelijke
Voor een gunstige beschikking op aanvragen van een
vergunning of een ontheffing, dan wel voor elk ander
stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager
opgemaakt, voor zover daarvoor in deze verordening
geen bijzondere regeling is opgenomen of voor zover
Voor het verstrekken van een fotokopie van een getypt,
gedrukt of geschreven stuk, van maximaal het formaat A4,
anders dan bedoeld in rubriek 10.2, per bladzijde
3.1 Nasporingen en inlichtingen burgerlijke stand
3. Voor het doen van een opzoeking of nasporing in de
3. registers van de burgerlijke stand, lopende over het
3. tijdperk na de invoering van de burgerlijke stand en
3. berustend in het archief van de burgerlijke stand,
3. zonder dat van het resultaat een authentiek uittreksel
3. uit de registers of een bewijs van inschrijving wordt
3. verlangd ongeacht of de bemoeiingen al dan niet tot
3. het gewenste doel leiden, per eenheid van 15 minuten
3. (afgerond naar boven) € 30,00
3.2 Huwelijksvoltrekking/Partnerschapsregistratie
Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag
of partnerschapsregistratie, waarbij het huwelijk of
partnerschapsregistratie wordt gesloten op werkdagen
in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties € 317,35
Indien de huwelijksvoltrekking of partnerschaps-
registratie plaatsvindt op werkdagen voor 8.45 uur
ofwel ná 18.00 uur, dan wel op een zaterdag tussen
5 Verklaring van huwelijksbevoegdheid
Nederlanders die in het buitenland een huwelijk willen
aangaan, moeten in een aantal gevallen een verklaring
van huwelijksbevoegdheid overleggen. Dit is een
verklaring, waaruit blijkt dat er naar Nederlands recht
geen beletselen bestaan tegen het voorgenomen
huwelijk. Deze verklaring wordt afgegeven door de
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke BasisAdministratie persoonsgegevens
1 Nasporingen bevolkingsregister
Voor het verstrekken van inlichtingen, betreffende niet
met namen en adressen aangeduide personen,
ten behoeve waarvan één of meer kaartenverzamelingen
of registers, behorende tot de bevolkingsadministratie,
niet berustende in de archiefbewaarplaatsen, bedoeld
in de Archiefwet 1995, geheel of gedeeltelijk moet
worden doorlopen, dat voor het verzamelen der gegevens,
1 Nationale paspoorten en Nederlandse Identiteitskaarten
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
het verstrekken van een eigen verklaring ter verkrijging
van een geneeskundige verklaring bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen voor de eerste afgifte,
dan wel vernieuwing of omwisseling van een rijbewijs € 19,00
Hoofdstuk 7 Overige Burgerzaken
7.3 Verklaringen in het bijzonder belang van de aanvragers
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot
vergunning van verblijf in Nederland:
a. Met machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) voor
hetzelfde doel als waarvoor een vergunning wordt
arbeid in loondienst of zelfstandige als tijdelijk beschermde € 0,00
b. Verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd zonder MVV
of een aanvraag wijziging verblijfsvergunning, alsmede
aanvraag vergunning met MVV maar voor ander verblijfsdoel
dan waarvoor de MVV is afgegeven
-verblijf bij familie- of gezinslid, alsmede
arbeid in loondienst of zelfstandige als
- studie, uitwisseling en au pair € 433,00
uitwisseling WHS/WHP/YWEP € 30,00
-kennismigrant, medische grond, wedertoelating
voortgezet verblijf, buiten schuld niet kunnen
vertrekken of bijzonder individueel geval € 331,00
van) slachtoffer mensenhandel, alsmede bijzonder
c. Verblijfsvergunning onbepaalde tijd
Onder bouwkosten wordt in deze rubriek verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
8. Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van:
een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Woningwet, indien de bouwkosten:
€ 750,00 vermeerderd met 1,73% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 50.000,00.
een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Woningwet, indien de bouwkosten:
€ 88.200,00 vermeerderd met 1,50% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 4.500.000,00.
een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten:
€ 345,00 vermeerderd met 0,67% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 50.000,00;
c. € 4.500.000,00 of meer bedragen:
€ 29.700,00 vermeerderd met 0,51% over elk heel bedrag van
€ 500,00 boven € 4.500.000,00.
een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet: een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 8.2.3 bepaald en verminderd met de voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, met dien verstande dat in elk geval € 75,00 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt.
€ 805,00 vermeerderd met 1,57 % over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 50.000,00;
c.€ 4.500.000,00 of meer bedragen: € 69.300,00 vermeerderd met 1,17% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 4.500.000,00.
Bij een aanvraag van een bouwvergunning wordt een gespecificeerde, controleerbare opgave verstrekt van de bouwkosten. Het tarief voor het in behandeling nemen van een bouwaanvraag bedraagt nimmer meer dan € 500.000,00.
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor de bouw van tijdelijke bouwwerken waarbij het hanteren van een gangbare bouwsom niet mogelijk is, zoals bij het plaatsen van prefab-units, tenten of iets dergelijks, bedraagt € 50,00 per 10 m² vloeroppervlakte, afgerond op een veelvoud van 10 m², met dien verstande dat minimaal € 100,00 betaald moet worden.
a. Indien ten behoeve van een schetsplan, een principeverzoek of bouwplan advies wordt gevraagd, bedraagt het tarief € 80,00.
Indien binnen 26 weken, na verzending van het onder lid a bedoelde advies, een aanvraag om een bouwvergunning wordt ingediend, welke overeenkomstig het afgegeven advies is, wordt het onder lid a bedoelde tarief in mindering gebracht op de verschuldigde leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om bouwvergunning. In het geval dat de bouwvergunning wordt aangevraagd in twee fasen, zal het bedrag in mindering worden gebracht op het tarief dat betrekking heeft op de aanvraag bouwvergunning eerste fase.
8.3 Verhogingen in geval van vrijstelling / ontheffing van een bestemmingsplan
Indien de Wet op de Ruimtelijke Ordening in 2008 wijzigt (Staatsblad 2006, 566), worden onderstaande tussen haakjes vermeld artikelen (8.3.1a, 8.3.2a, 8.3.3a, 8.3.4a, 8.3.5a, 8.3.6, 8.5.8a en b, 8.6.6 en 8.8a) geacht in deze verordening te zijn opgenomen.
8.3.1 Verhoging in geval van vrijstelling van een bestemmingsplan
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 11, 15, met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, 16 of 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vierde en zesde lid, van de Woningwet, wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag verhoogd als volgt:
(8.3.1a Verhoging in geval van ontheffing van een bestemmingsplan
Indien de aanvraag betrekking heeft op eenbouwplan waarvoor een ontheffing moet worden verleend met toepassing van artikel 3.22 Wet op de ruimtelijke ordening of waarvoor toepassing dient te worden gegeven aan een ingevolge artikel 3.6 onder c Wet op de ruimtelijke ordening in het bestemmingsplan opgenomen ontheffingsmogelijkheid, met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, of waarvoor toepassing gegeven dient te worden aan artikel 50, derde lid, van de Woningwet, wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag verhoogd als volgt:
8.3.2 Verhoging ingeval van vrijstelling van het bestemmingsplan waarbij sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19, eerste, tweede of vierde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vijfde lid, van de Woningwet, wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.419,95. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder A, B en/of C aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:
Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 583,60 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 583,60 verhoogd en voor de resterende woningen met € 386,80 per woning.
b. Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.
Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wonen wordt het basisbedrag verhoogd met € 5,80 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 5,80 per m2 verhoogd en voor de resterende
m2 met € 3,85 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.
Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.079,60 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terreinoppervlak wordt dit basisbedrag verhoogd voor de extra m2 met een bedrag van € 678,60 voor elke extra hectare terreinoppervlak.
(8.3.2a Verhoging ingeval van ontheffing van het bestemmingsplan waarbij sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning
Indien de aanvraag betrekking heeft op eenbouwplan waarvoor een ontheffing moet worden verleend als bedoeld in artikel 3.10 en/of 3.40 van de Wet op de ruimtelijke ordening of toepassing moet worden gegeven aan artikel 50, derde lid, van de Woningwet, wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.419,95. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder A, B en/of C aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:
Zelfstandige woningen.Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 583,60 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 583,60 verhoogd en voor de resterende woningen met € 386,80 per woning.
Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen. Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wonen wordt het basisbedrag verhoogd met € 5,80 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 5,80 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,85 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.
Onbebouwde percelen. Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.079,60 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terrein-oppervlak wordt dit basisbedrag verhoogd voor de extra m2 met een bedrag van € 678,60 voor elke extra hectare terreinoppervlak.)
(8.3.3a Verhoging ingeval van ontheffing van het bestemmingsplan waarbij geen sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.10 en/of 3.40 en van de Wet op de ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning als bedoeld in artikel 8.2 € 3.419,95. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:
Zelfstandige woningen. Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 583,60 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 583,60 verhoogd en voor de resterende woningen met € 386,80 per woning.
Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 5,80 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 5,80 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,85 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.
Onbebouwde percelen. Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.079,60 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terreinoppervlak dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd met een bedrag van € 678,60 voor elke hectare extra terreinoppervlak.)
8.3.4 Verhoging in verband met uitwerking/wijziging van het bestemmingsplan waarbij geen sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van toepassing van art. 11, respectievelijk een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 15, met uitzondering van de 10%-afwijkingsbevoegdheid of 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning als bedoeld in artikel 8.2 als volgt:
(8.3.4a Verhoging in verband met uitwerking/wijziging van het bestemmingsplan waarbij geen sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen en/of uitwerken van een ingevolge art. 3.6 onder a en b van de Wet op de ruimtelijke ordening aangewezen deel van een bestemmingsplan, of waarvoor toepassing dient te worden gegeven aan een ingevolge artikel 3.6 onder c van de Wet op de ruimtelijke ordening in het bestemmingsplan opgenomen ontheffingsmogelijkheid, met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, of 3.22 van de Wet op de ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning als bedoeld in artikel 8.2 als volgt:
8.3.5 Verhoging ingeval van vrijstelling van het bestemmingsplan waarbij geen sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 19, eerste, tweede of vierde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning als bedoeld in artikel 8.2 € 3.419,95. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:
Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 583,60 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 583,60 verhoogd en voor de resterende woningen met € 386,80 per woning.
b.Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.
Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 5,80 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met
€ 5,80 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,85 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.
Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.079,60 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terrein-oppervlak dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd met een bedrag van € 678,60 voor elke hectare extra terreinoppervlak.
(8.3.5a Verhoging ingeval van ontheffing van het bestemmingsplan waarbij geen sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.10 en/of 3.40 en van de Wet op de ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning als bedoeld in artikel 8.2
€ 3.419,95. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:
a.Zelfstandige woningen. Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 583,60 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 583,60 verhoogd en voor de resterende woningen met € 386,80 per woning.
b. Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 5,80 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met
€ 5,80 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,85 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.
c.Onbebouwde percelen.Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.079,60 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terrein-oppervlak dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd met een bedrag van € 678,60 voor elke hectare extra terreinoppervlak.)
(8.3.6 Verhoging ingeval van medewerking aan een verzoek een bestemmingsplan op te stellen
Het tarief ter zake het gevolg geven aan het verzoek om een bestemmingsplan op te stellen, al dan niet in combinatie met een aanvraag om bouwvergunning, en waarbij sprake is van een individueel belang bedraagt € 3.419,95. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:
Zelfstandige woningen.Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 583,60 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 583,60 verhoogd en voor de resterende woningen met € 386,80 per woning.
Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 5,80 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 5,80 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,85 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.
Onbebouwde percelen.Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.079,60 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terrein-oppervlak dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd met een bedrag van € 678,60 voor elke hectare extra terreinoppervlak.
Onder een verzoek als bedoeld in lid 1 moet mede worden verstaan een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8.3.2a en 8.3.3a waarvoor b&w aannemelijke redenen hebben om aan dit verzoek medewerking te verlenen door het opstellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 Wet op de ruimtelijke ordening ipv het verlenen van medewerking aan een procedure als bedoeld in artikel 3.10 en/of 3.40 en van de Wet op de ruimtelijke ordening. In dit geval zijn de artikelen 8.3.2a en 8.3.3a niet van toepassing.)
Er wordt nimmer teruggaaf verleend van de verhoging als bedoeld in artikel 8.2.9 van deze verordening.
aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
wordt ingetrokken voordat de vergunning is verleend, wordt teruggaaf van 75% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen voor:
aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
Indien een aanvraag om bouwvergunning wordt ingetrokken, op initiatief van de gemeente, omdat ze niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die de gemeente - door bijvoorbeeld verkeerde of te late advisering - aangerekend kunnen worden, en binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg hetzelfde bouwplan, dan wordt teruggaaf van 100% van de leges voor de eerste aanvraag verleend.
aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
7.Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, wordt teruggaaf van 100% van de leges voor de eerste aanvraag verleend en geldt voor de nieuwe aanvraag het tarief aan leges dat verschuldigd is door de toepassing van het tarief als vermeld in 2 voor het gehele bouwplan, met dien verstande dat voor:
a. een lichte bouwvergunning een minimumbedrag van € 100,00;
Het vorenstaande is niet van toepassing, indien de afwijking zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw bouwplan sprake is.
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan of een project als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19, eerste of tweede lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vijfde lid, van de Woningwet en op grond van artikel 8.3.2 van deze legesverordening de leges zijn verhoogd en:
(8a. Indien de aanvraag betrekking heeft op een verzoek waarvoor een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 Wet op de ruimtelijke ordening is opgesteld en op grond van artikel 8.3.6 van deze legesverordening de leges zijn verhoogd en de procedure wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente aangerekend kunnen worden, wordt teruggave van 100% van genoemde verhoging verleend.)
(8b. Indien de aanvraag betrekking heeft op een verzoek waarvoor een procedure is gestart als bedoeld in artikel 3.10 en/of 3.40 van de Wet op de ruimtelijke ordening en op grond van artikel 8.3.2a en 8.3.3a van deze legesverordening de leges zijn verhoogd en de procedure wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente aangerekend kunnen worden, wordt teruggave van 100% van genoemde verhoging verleend.)
wordt teruggaaf van 75 % van de geheven leges verleend.
5.Indien een sloopvergunning wordt ingetrokken op verzoek van de aanvrager, omdat daarvan na verlening geen gebruik wordt gemaakt, wordt op verzoek, tot uiterlijk één jaar na verlening teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.
(6. Indien er sprake is van een samenloop van een aanvraag om een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Bouwverordening en een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder b of artikel 3.7, derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zijn de tarieven als genoemd in artikel 8.6, eerste lid van toepassing. Indien er sprake is van genoemde samenloop wordt de volgende regel toegevoegd:
Bij toepassing van dit lid blijft het bepaalde in de artikelen 8.6 lid 2 tot en met 5 van toepassing.)
Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening, voor een bouwwerk dat gedeeltelijk wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlak van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.
3. Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening, voor een veranderd gebruik, zonder dat er sprake is van verbouwing of anderszins, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlakte van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.
Voor zover een vergunning, als bedoeld in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening, aanpassing behoeft na een verandering waarvoor overeenkomstig artikel 44 van de Woningwet slechts een lichte bouwvergunning is vereist, dan wel sprake is van vergunningvrij bouwen, op aanvraag van een vergunninghouder, is het gestelde onder 8.7.2. eveneens van toepassing.
Indien een aanvraag voor een vergunning, overeenkomstig artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening, op grond van het gestelde in artikel 6.1.3 van de Bouwverordening niet verder in behandeling wordt genomen zal 10% van de leges als bedoeld in 8.7.1, 8.7.2, 8.7.3 en 8.7.4 in rekening worden gebracht met een minimum van € 125,00 en een maximum van € 1.200,00.
Indien een vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening, op grond van het gestelde in artikel 6.1.5, lid a van de Bouwverordening, moet worden geweigerd, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges als bedoeld in lid 1 tot en met lid 4 van dit artikel verleend met dien verstande dat er een minimumbedrag van € 250,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
Voor een hernieuwde aanvraag van een vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening, voor een bouwwerk waarvan de vergunning op grond van het bepaalde in artikel 6.1.6, eerste lid, van de Bouwverordening is ingetrokken, wordt de leges berekend overeenkomstig het bepaalde in lid 1.
Indien binnen twee weken na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 6.1.1 van de Bouwverordening, doch voor het verlenen van een vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 75% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag van € 125,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
Indien op een later tijdstip dan in lid 8 bedoeld na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 6.1.1 van de Bouwverordening, doch voor het verlenen van een vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimum-bedrag van € 125,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 14 of 21, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (aanlegvergunning) € 100,00.
2. Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 16 of 46, zesde, achtste of tiende lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, wordt het overeenkomstig 8.2 berekende bedrag verhoogd met € 2.250,00.
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a of 3.7, derde lid, van de Wet op de ruimtelijke ordening (aanlegvergunning) € 100,00.)
Omschrijving monumentenvergunning Onder monumentenvergunning wordt in deze rubriek verstaan een vergunning als bedoeld in artikel 11, lid 2 van de Monumentenwet 1988, een vergunning als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Monumentenwet 1988, een vergunning als bedoeld in artikel 10, lid 2 van de Monumentenverordening gemeente Tilburg of een vergunning als bedoeld in artikel 22, lid 2 van de Monumentenverordening gemeente Tilburg.
Bouwkosten monumentenvergunning Onder bouwkosten wordt in deze rubriek verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals in dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
3. Indien een aanvraag om monumentenvergunning wordt ingetrokken op initiatief van de gemeente, omdat ze niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die de gemeente – door bij voorbeeld verkeerde of te late advisering – aangerekend kunnen worden, en binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg hetzelfde plan, dan wordt teruggaaf van 100 procent van de leges voor de eerste aanvraag verleend.
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van monumentenvergunning betrekking heeft op bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een vergunning is verleend maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, wordt teruggaaf van 100 procent van de leges voor de eerste aanvraag verleend en geldt voor de nieuwe aanvraag het tarief aan leges dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 8.9.3.
Hoofdstuk 9 Regionaal Archief Tilburg
notariële akten, krant per fotokopie exclusief
afhandelingskosten; per stuk € 0,50
gemeentearchivaris berustende grootformaat stukken, zoals bouwtekeningen en plattegronden;
per stuk (formaat van origineel groter dan A3) € 14,30
3.Voor het vervaardigen van fotoreproducties, op papier
of digitaal, van bij de gemeentearchivaris berustende archivalia of beeldmateriaal;
Hoofdstuk 10 Vastgoedinformatie
Dit tarief is overeenkomstig de Regeling Tarieven Kadaster. Het verstrekken van de gegevens geschiedt door het verschaffen van één of meerdere computerprints.
in het archief Bouw- en woningtoezicht door de
daarvoor aangewezen ambtenaren, per kwartier € 12,34
b. Voor het doen van een opzoeking of een nasporing
in het digitaal archief Bouw- en woningtoezicht via
internet, zonder hulp van ambtenaren € 0,00
Voor het verstrekken van informatie betreffende
bestemmingsplannen, gebieden waarop Wet
Voorkeursrecht Gemeenten van toepassing is;
aanwezigheid van op een pand rustende aanschrijving
ter plaatse bekende bodemgesteldheid:
Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen
11.1 Vergunningen voor speelautomaten
Voor het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen
per toestel een bedrag van € 34,00
Indien de periode minder bedraagt dan een kalenderjaar,
wordt het jaartarief naar evenredigheid in rekening
gebracht. De bedragen zijn vastgesteld volgens het
Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet
12 Vergunningen en/of ontheffingen in verband met de Drank-
en Horecawet en/of de exploitatievergunning ingevolge
Hoofdstuk 2, afdeling 3, paragraaf 1a van de Algemene
tot verkrijging van de Drank- en Horecawet
vergunning en/of de exploitatievergunning wanneer
sprake is van een wijziging van de
leidinggevende/beheerder in loondienst € 94,15
d.Voor het in behandeling nemen van een andere
aanvraag om een Drank- en Horecawet vergunning, de exploitatievergunning en/of ontheffing op grond
van de in deze rubriek genoemde regelingen € 523,00
e.Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot
e. alleen de wijziging van exploitatievorm € 0,00
Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke Verordening
voor een vergunning ingevolge artikel 13 van de
APV tot het aanbrengen van voorzieningen als
benzine- of oliepompinstallaties, perrons,
pomptrottoirs, bedieningshuisjes en kiosken op
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
voor een vergunning ingevolge artikel 13 en/of
artikel 114 of artikel 128 lid van de APV en voor
zover met betrekking tot artikel 13 van de APV
niet nader genoemd onder 13.4.1 en 13.4.b voor:
* Tijdelijke terrassen € 103,80
* Winkelwagenopvangsluis € 207,65
* Rijwielbeugels en –rekken € 138,45
APV verleende vergunning voor het houden van een
evenement ex artikel 25 van de APV op of aan de
openbare weg (standaard, ± 1,5 uur behandeltijd) € 36,35
b.als onder a., maar dan vergunningen die overleg
vergen en 1,5 tot 5 uur behandeltijd kosten € 74,89
c.als onder a., maar dan vergunningen die intensieve
begeleiding vergen en meer dan 5 uur behandeltijd
d.herhalend evenement: afhankelijk van de
complexiteit als onder b. of c.
wettelijk voorgeschreven termijn van acht weken
worden de aanvragen belast met het dubbele tarief.
13.6Exploitatie seksinrichtingen
13.6 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om
vergunning en/of ontheffing op grond Hoofdstuk 3,
Artikel 97 van de Algemene Plaatselijke
Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer
onder a of b, op verzoek van de ontheffinghouder € 17,25
Voor het verlenen van een verklaring van geen bezwaar
op grond van de Luchtvaartwet, dan wel een daarvan
afgeleide regeling, voor een kalenderjaar (alleen voor
vrije luchtballonnen) of voor een enkele gebeurtenis € 73,20
Hoofdstuk 16 Wet op de openluchtrecreatie
het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een melding in verband met het verkrijgen
van een instemming omtrent tijdstip, plaats en
werkwijze van de uitvoering van werkzaamheden
als bedoeld in artikel 5.2, lid 3 van de
Telecommunicatiewet, per locatie voor een tracé vanaf
15 tot 100 meter een vast bedrag per vergunning van: € 284,40
vermeerderd met een bedrag per strekkende van € 0,60
Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening tot heffing en invordering van leges 2008”.
Vervallen bepalingen uit de legesverordening 2007
De volgende onderdelen uit de legesverordening 2007 komt met ingang van 2008 te vervallen:
Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand.
Het in dit hoofdstuk onder artikel 3.2, lid d opgenomen tarief voor het trouwen in een trouwzaal te Berkel Enschot is komen te vervallen. Het pand waarin de trouwlocatie was gevestigd is verkocht, waardoor er geen beschikking meer is over de betreffende locatie. Alternatieve trouwlocaties in Berkel-Enschot zijn boerderij Denissen en de Druiventros.
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens. Het in dit hoofdstuk onder artikel 4.5 opgenomen tarief voor transportkosten is met ingang van 1 januari 2008 komen te vervallen. Op basis van de Wet GBA kan een gemeente ervoor kiezen om voor handelingen die nodig zijn om aan afnemers en derden (lees: gemeenten, belastingdienst, gerechtsdeurwaarders, kredietinstellingen e.d.) persoonsinformatie te verstrekken. Deze zogenaamde transportkosten bedragen
€ 2,27 per aanvraag. Bij de opneming van deze kosten in onze legesverordening in 2003 ging het om ca. 14.000 aanvragen per jaar. Op basis van de eerste kwartaalcijfers van 2007 ramen we voor dit jaar nog slechts 5.500 gevallen. Volgens de afdeling financiën bedragen de kosten voor het vervaardigen, in- en uitboeken, versturen e.d. van een factuur minimaal € 10,00. Een simpele rekensom leert dus dat het innen van deze kosten niet rendabel (meer) is.
Hoofdstuk 16 Wet op de Openluchtrecreatie.
Deze wet komt met ingang van 1 januari 2008 te vervallen, waardoor ook het artikel in deze verordening vervalt (het in behandeling nemen van aanvragen op grond van de hiervoor vermelde wet is niet meer aan de orde). Door dienst Beleidsontwikkeling wordt gewerkt aan vervangend beleid.
In de verordening hebben diverse redactionele wijzigingen plaatsgevonden.
Artikel 11 is uitgebreid met een tweede lid, waarin is opgenomen dat het college de bevoegdheid heeft om de legesverordening vast te stellen bij tarieven, die van rijkswege in de loop van het belastingjaar wijzigen. Hiertoe is besloten om zo snel en adequaat mogelijk in te kunnen springen op door het Rijk aangekondigde wijzigingen van legestarieven.
De verhoging van de nominale index betreft 2,3%. In veel gevallen is besloten, in verband met het gemak voor zowel burger als gemeente, de tarieven naar beneden af te ronden op hele € 0,05.
Tarieventabel:Hoofdstuk 3 tot en met 7 (Burgerzaken)
Burgerzaken heeft zich tot doel gesteld om de primaire dienstverlening naar de burger toe op een kwalitatief hoog niveau te brengen en te handhaven.
Bij deze berekening van de leges wordt uitgegaan van de nota “kostentoerekening Belastingen en Retributieve Heffingen” van 2003, zoals vastgesteld door het college op 15 september 2003 (A33). Hierin heeft de gemeente Tilburg haar beleid met betrekking tot kostprijsberekening, kostendekking en prijsbeleid op transparante en eenduidige wijze vastgelegd.
Hieraan wordt systematisch uitwerking gegeven binnen de gemeentelijke bedrijfsvoering waarbij bedrijfseconomisch correcte uitgangspunten worden gehanteerd.
Door de sector Burgerzaken worden enerzijds producten geleverd waarvoor de burger leges betaalt en anderzijds producten waarvoor de burger niet betaalt. Kostenverhoging van betaalde producten wordt gedekt door verhoging van de leges. Kostenverhoging van de niet of gedeeltelijk betaalde producten gaat ten laste van de algemene middelen.
Voor de tariefwijzigingen voor 2008 van producten van Burgerzaken worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
De uiteindelijke tarieven, die tot stand zijn gekomen na toepassing van de punten a tot en met c, zijn afgerond op 5 eurocenten nauwkeurig, naar boven dan wel naar beneden. De tarieven waarvoor een wettelijk maximum geldt en waarvoor het maximum bedrag ook in rekening wordt gebracht, zijn op 5 eurocenten nauwkeurig naar beneden afgerond.
Voor producten waarvan de tarieven landelijk worden vastgesteld en waarvan de tarieven voor 2008 bij het tot stand komen van de legesverordening voor 2008 nog niet bekend zijn, zijn de tarieven voor 2007 opgenomen. Echter de in een later stadium centraal door de overheid vastgestelde tarieven voor 2008 zullen, met de onder punt d. vermelde afronding, worden gehanteerd.
Er is sprake van een maatschappelijke ontwikkeling dat burgers buiten het gemeentehuis willen trouwen. Op basis hiervan is op 1 april 2005 een pilot gestart met betrekking tot het gebruik van externe trouwlocaties (collegebesluit 22 februari 2005, A20). De pilot liep tot 1 april 2006. Tijdens de pilotperiode heeft slecht 2,7% van de aanstaande bruidsparen gekozen voor een externe huwelijkslocatie. In maart 2006 is er een evaluatie gehouden onder de eigenaren van de aangewezen externe locaties. Het merendeel heeft aangegeven door te willen gaan. Op basis van het bovenstaande heeft het college besloten (20 juni 2006, nr 25) om de gehanteerde werkwijze voort te zetten en de pilot met drie jaar te verlengen en in mei 2008 een definitief voorstel ter besluitvorming voor te leggen. Gedurende de eerste twee jaar zal een continue-onderzoek worden uitgevoerd naar de werkelijke vraag naar trouwen op locatie.
Tarieventabel: Hoofdstuk 8 (Bouwvergunningen c.a.)
Sinds 1 juli 2003 is de Wet BIBOB (Wet Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur) van kracht. De wet geeft gemeenten, maar ook andere overheden zoals provincies en ministeries, de mogelijkheid om bij het behandelen van vergunningaanvragen en het verlenen van subsidies of opdrachten onderzoek te doen naar mogelijke criminele activiteiten. Overheden kunnen deze criminele activiteiten tegengaan door het weigeren van een vergunning of deze in te trekken. Het college heeft bij de invoering besloten om de wet BIBOB van toepassing te verklaren op de sector horeca.
De wet BIBOB is inmiddels ook van toepassing verklaard op de bouw. Tussen de 30 en 50 bouwaanvragen zullen jaarlijks leiden tot het uitreiken van een BIBOB vragenlijst. Het BIBOB-traject is een extra stap in het bouwvergunningproces. Dekking van de kosten vindt plaats binnen de bouwleges.
Invoering digitaal bouwarchief
In oktober 2006 is het digitaal bouwarchief op internet van start gegaan. Vanaf dat moment kunnen burgers en bedrijven gegevens uit het bouwarchief digitaal via internet inzien. De toegang tot het archief verloopt middels DigiD, de digitale identificatievoorziening voor overheidsinstellingen.
De start van het digitaal bouwarchief op internet betekent een duidelijke verbetering in de (elektronische) dienstverlening voor de klanten van het bouwarchief. Zij kunnen nu snel en plaatsonafhankelijk gegevens online opvragen. Het digitaal bouwarchief kan sinds najaar 2005 al in de stadswinkel worden geraadpleegd.
In de situatie voor invoering van het digitaal bouwarchief werden aan burgers leges geheven voor het raadplegen, opvragen en beschikbaar stellen van gegevens uit het papieren archief, met name kopieën van bouwtekeningen. Met de digitalisering kunnen klanten gegevens rechtstreeks inzien waardoor het heffen van leges niet meer reëel is voor alles wat de klant kan raadplegen in het digitaal archief of zelf kan downloaden. Ook is dit niet kostenefficiënt. Alleen bij verzoeken aan de gemeente voor het uitprinten van grotere formaten tekeningen worden nog leges opgelegd. Het raadplegenen downloaden van het digitaal bouwarchief via internet is legesvrij.
Het beheer van het digitale bouwarchief brengt voorts extra kosten met zich mee die vooral te maken hebben met het inrichten en scannen van bouwdossiers ten behoeve van de digitalisering. Het betreft hier handelingen die nieuw zijn ten opzichte van de oude situatie.
Door de hiervoor vermelde kosten (BIBOB, bouwvergunningen en digitaal bouwarchief) moet er een opbrengst gerealiseerd worden van € 103.000,00. Hierdoor stijgen de percentages van de bouwleges met 1,86%.
8.2.9 Advies Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen (AAB)
Regelmatig vraagt de gemeente in het kader van een bouwvergunningaanvraag advies aan de Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen (AAB). Meerdere bestemmingsplannen stellen dit verplicht. Het tarief is voor 2008 verhoogd naar
€ 357,00, aangezien de AAB heeft laten weten dat ze in 2008 een tarief van € 300,00 exclusief BTW (19 procent) in rekening zullen brengen.
8.3 Verhoging, § 8.4 Bestemmingswijzigingen en § 8.5 Teruggaaf
Met betrekking tot de Wet op de ruimtelijke ordening is per 1 juli 2008 een algehele herziening aangekondigd (Staatsblad 2006, 566). Het gevolg van de nieuwe wet is onder andere dat het instrumentarium uit de huidige wet anders genoemd en genummerd gaat worden. Teneinde de gevolgen van deze wetswijziging op te kunnen vangen, en geen leemte te laten ontstaan is besloten de gewijzigde tekst vooruitlopend op de nieuwe wet in de verordening op te nemen. De inwerkingtreding van de betreffende artikelen is gekoppend aan de inwerkingtreding van de gewijzigde wet.
N.B.: Door de nieuwe wet zal het bestemmingsplan niet een substantieel langere procedure gaan doormaken dan de huidige artikel 19 WRO procedure of het projectbesluit. Het projectbesluit is het equivalent van de vrijstellingsprocedure uit de nieuwe wet. Het bestemmingsplan en het projectbesluit hebben deels ook overeenkomende doelstellingen. Beide instrumenten hebben hun specifieke voor- en nadelen. Per situatie moet voor een instrument gekozen kunnen worden. Voor een verzoeker mogen de leges daarin geen rol van betekenis spelen.
Dit artikel heeft de afgelopen 2 jaren tot veel onduidelijkheid en ontevredenheid geleid bij aanvragers. Om die reden is het artikel geheel aangepast. Hierbij is aansluiting gezocht bij de systematiek die ook door andere grote gemeenten wordt toegepast. De concepttekst is voorgelegd aan Wonen Breburg. Zij kunnen instemmen en zijn tevreden met de gewijzigde tekst van het artikel.
Omdat tegenwoordig altijd een asbestinventarisatie moet worden gedaan, wordt er niet meer een toeslag geheven voor de beoordeling van het asbestinventarisatierapport. Dit bedrag is nu opgenomen in de tarieven voor het in behandeling nemen van een sloopaanvraag.
8.6 a Sloopvergunning II en 8.8 a Aanlegvergunningen
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Wet op de ruimtelijke ordening (Staatsblad 2006, 566) in juli 2008 wordt ook de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing gewijzigd. Als gevolg hiervan wordt het sloopvergunningenstelsel overgeheveld van de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing naar de Wet op de ruimtelijke ordening. Ten aanzien van de aanlegvergunning heeft in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening een vernummering plaatsgevonden. Dit wordt ondervangen in de voorliggende legesverordening.
9 Archivalia berustend in de archiefbewaarplaatsen van het Regionaal Archief Tilburg
Met ingang van 1 januari 2007 is het Musea en Archiefbedrijf Tilburg naar een stichting volgens commissarissenmodel verzelfstandigd. Dit houdt in dat het Audax Textielmuseum Tilburg, het Stadsmuseum Tilburg en het Regionaal Archief Tilburg zijn ondergebracht in de Stichting Mommerskwartier. Gevolg hiervan is dat de uitvoerende werkzaamheden worden gedaan door de Stichting Mommerskwartier; de gemeentearchivaris staat op afstand en is in dienst van de gemeente.
Het tarief in artikel 9, lid a ad € 2,35 en ad € 5,20 is verlaagd naar € 0,50 per fotokopie, maar wel opgehoogd met reële afhandelingskosten. Dit houdt een verbetering in voor de klanten, omdat er nu een eenduidig tarief wordt gehanteerd. Bepaalde categorieën zijn verwijderd zoals de Burgerlijke Stand, doop-, trouw- en begraafboeken, omdat deze gratis op de website digitaal ter beschikking worden gesteld met een extra mogelijkheid deze gratis te downloaden.
In artikel 9, lid 1, onderdeel c is een passage opgenomen, waarmee het mogelijk wordt dat scholieren, studenten en wetenschappelijke onderzoekers op hun aanvraag 50 procent reductie ontvangen. In de praktijk werd deze regeling reeds jaren toegepast. Via opname in de verordening is deze regeling nu ook formeel vastgelegd.
Tarieventabel: Hoofdstuk 13 Algemeen Plaatselijke Verordening
13.4.g Verstrekken vergunning uitweg op openbare weg
Dit artikel heeft betrekking op APV vergunningen in verband met de aanleg van particuliere inritten. De vergunning worden uitgegeven door de afdeling Realisatie Infrastructuur van Openbare Werken Tilburg. Op jaarbasis betreft het 75 vergunningen.
De kosten worden bepaald door de tijd die de medewerker nodig heeft voor het verstrekken van de vergunning en door de kosten van het drukwerk. Tarief is verhoogd naar € 69,15 (incl. nominale index van 2,3%) in verband met kostendekking.
Tarieventabel: Hoofdstuk 17 (Diversen)
Het doel van de opslag is om mensen, die om wat voor reden dan ook uit hun huis worden gezet, gedurende drie maanden de kans te geven hun inboedel weer te verkrijgen. De regeling is vanaf 2001 zo opgezet dat de financiële drempel voor de eigenaar dermate laag is dat:
Hierdoor is besloten de tarieven ten opzichte van 2007 niet te verhogen.
Besloten is het tarief niet met de nominale index te verhogen, zodat gerekend kan worden met een makkelijk rekentarief.
Totaal van de legesverordening 2008
Volgens de wettelijke regeling mag het dekkingspercentage van de totale legesverordening maximaal 100% bedragen. Dit betekent dat individuele leges wel een overdekking mogen kennen, maar dat alle leges gezamenlijk maximaal 100% van de kosten mogen dekken. Voor de gemeente Tilburg geldt dat de totale kostendekking onder de 100% ligt.
De totale lasten van de legesverordening bedragen: € 16.226.000,00