Organisatie | Leiderdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invorderingvan precariorechten 2007 |
Citeertitel | Verordening precariorechten 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
de Gemeentewet, art. 228
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | 01-01-2008 | Onbekend | 18-12-2006 Onbekend | Onbekend |
Onder de naam “ precariorechten “ wordt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of voor de openbare dienst bestemd gemeentewater een recht geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.
De rechten als bedoeld in artikel 2 worden geheven van diegene van wie dan wel ten behoeve van wie voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond of gemeentewater afkomstig zijn of worden aangetroffen.
Het heffingstijdvak is de in een kalenderjaar gelegen periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van de verordening voordoet of zal voordoen.
De rechten worden geheven naar de tarieven en naar het aantal eenheden bepaald en berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Belastingaanslagen van minder dan EUR 4,55 worden niet opgelegd.
Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde precariorechten aangemerkt als een belastingaanslag.
Artikel 7 Termijnen van betaling
De aanslag moet worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Artikel 10 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar.
Artikel 11 Nakoming van verplichtingen
De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stbl. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoelt of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen.
Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toepassing op de invordering van precariorechten.
De ministeriele regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet vindt daarbij overeenkomstige toepassing.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de verordening, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaarwegende aard zou leiden.
Artikel 14 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
De “verordening precariobelasting 2006 “ van 21 november 2005 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van Leiderdorp op 18 december 2006,
de voorzitter, M.Zonnevylle
de griffier, mw. J.C. Zantingh
Bijlage Tarieventabel behorende bij verordening precariorechten 2007
Behorende bij raadsbesluit van 18 december 2006, nr.