Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tot heffing en invordering van leges 2009 |
Citeertitel | Legesverordening 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Legesverordening 2008
1.Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2010 | intrekking | 13-11-2009 Gemeenteblad, 2009, 35 | 2009/396 | |
01-01-2009 | nieuwe regeling | 11-11-2008 Gemeenteblad, 2008, 32 | 2008/383 |
De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder rubriek 7.3 sub c, "Verklaring omtrent het gedrag", worden niet van een aanvrager geheven die de aanvraag doet met als doel tijdelijk een gastkind van de Stichting Europa Kinderhulp in hun gezin op te nemen voor het houden van een korte vakantie.
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Tarieventabel behorende bij de “Legesverordening 2009”.
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
Hoofdstuk 7 Overige burgerzaken
Hoofdstuk 9 Regionaal Archief Tilburg
Hoofdstuk 10 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen
Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet
Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke Verordening
Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer
De in artikel 2 van de Legesverordening 2009 bedoelde tarieven bedragen:
Vergunningen, beschikkingen en dergelijke
Voor een gunstige beschikking op aanvragen van een
vergunning of een ontheffing, dan wel voor elk ander
stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager
opgemaakt, voor zover daarvoor in deze verordening
geen bijzondere regeling is opgenomen of voor zover
Nasporingen en inlichtingen burgerlijke stand
Voor het doen van een opzoeking of nasporing in de
registers van de burgerlijke stand, lopende over het
tijdperk na de invoering van de burgerlijke stand en
berustend in het archief van de burgerlijke stand,
zonder dat van het resultaat een authentiek uittreksel
uit de registers of een bewijs van inschrijving wordt
verlangd ongeacht of de bemoeiingen al dan niet tot
in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties € 327,50
Indien de huwelijksvoltrekking of partnerschaps-
registratie plaatsvindt op werkdagen voor 8.45 uur
ofwel ná 18.00 uur, dan wel op een zaterdag tussen
8.45en 18.00 uur, is voor het onder a t/m e bepaalde
recht een opslag verschuldigd van: € 55,90
Voor het voltrekken van een huwelijk of
partnerschapsregistratie buiten het gemeentehuis, in
het geval bedoeld in artikel 64 van het Burgerlijk
Verklaring van huwelijksbevoegdheid
Nederlanders die in het buitenland een huwelijk willen
aangaan, moeten in een aantal gevallen een verklaring
van huwelijksbevoegdheid overleggen. Dit is een
verklaring, waaruit blijkt dat er naar Nederlands recht
geen beletselen bestaan tegen het voorgenomen
huwelijk. Deze verklaring wordt afgegeven door de
ambtenaar van de burgerlijke stand van de (laatste)
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke BasisAdministratie persoonsgegevens
Nasporingen bevolkingsregister
Voor het verstrekken van inlichtingen, betreffende niet
met namen en adressen aangeduide personen,
ten behoeve waarvan één of meer kaartenverzamelingen
of registers, behorende tot de bevolkingsadministratie,
niet berustende in de archiefbewaarplaatsen, bedoeld
in de Archiefwet 1995, geheel of gedeeltelijk moet
worden doorlopen, dat voor het verzamelen der gegevens,
tot het afgeven van een nationaal paspoort, indien
aan de aanvrager reeds eerder een nationaal paspoort
werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet
compleet kan worden overlegd en de aanvrager zich
niet met een geldig legitimatiebewijs kan legitimeren,
Hoofdstuk 7 Overige Burgerzaken
Onder bouwkosten wordt in deze rubriek verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet: een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 8.2.3 bepaald en verminderd met de voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, met dien verstande dat in elk geval € 75,00 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt.
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor de bouw van tijdelijke bouwwerken waarbij het hanteren van een gangbare bouwsom niet mogelijk is, zoals bij het plaatsen van prefab-units, tenten of iets dergelijks, bedraagt € 53,00 per 10 m² vloeroppervlakte, afgerond op een veelvoud van 10 m², met dien verstande dat minimaal € 125,00 betaald moet worden.
Indien binnen 26 weken, na verzending van het onder lid a bedoelde advies, een aanvraag om een bouwvergunning wordt ingediend, welke overeenkomstig het afgegeven advies is, wordt het onder lid a bedoelde tarief in mindering gebracht op de verschuldigde leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om bouwvergunning. In het geval dat de bouwvergunning wordt aangevraagd in twee fasen, zal het bedrag in mindering worden gebracht op het tarief dat betrekking heeft op de aanvraag bouwvergunning eerste fase.
10. Indien ten behoeve van een schetsplan, een principeverzoek of bouwplan advies wordt gevraagd aan de Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen (AAB) worden de overeenkomstig de hiervoor vermelde artikelen (8.2 lid 1 tot en met 8.2 lid 9) berekende bedragen verhoogd met een bedrag van € 392,70.
8.3 Verhogingen in geval van aanvragen om een bouwvergunning die tevens gelden als een verzoek om vrijstelling of ontheffing van een bestemmingsplan of projectbesluit
Verhoging in geval van een binnenplanse of tijdelijke vrijstelling/ontheffing, waarbij sprake is van samenloop met een aanvraag om een bouwvergunning
Indien de aanvraag betrekking heeft op eenbouwplan waarvoor een vrijstelling moet worden verleend met toepassing van artikel 15, met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, 16 of 17 van de Wet op de ruimtelijke ordening wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag met € 630,30 verhoogd.
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een ontheffing moet worden verleend met toepassing van artikel 3.6, eerste lid, sub c, met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, of 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag met € 630,30 verhoogd.
een (project)besluit wordt genomen als bedoeld in artikel 3.10 of 3.40 Wet ruimtelijke ordening wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.529,40. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:
Zelfstandige woningen. Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 602,30 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 602,30 verhoogd en voor de resterende woningen met € 399,20 per woning.
Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen. Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wonen wordt het basisbedrag verhoogd met € 6,00 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 6,00 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,95 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.
Onbebouwde percelen. Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.178,15 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terreinoppervlak wordt dit basisbedrag verhoogd voor de extra m2 met een bedrag van € 700,35 voor elke extra hectare terreinoppervlak.
Tarief in geval van een projectbesluit waarbij geen sprake is van samenloop met een aanvraag om een bouwvergunning
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 en/of 3.40 Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning als bedoeld in artikel 8.2: € 3.529,40. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:
Zelfstandige woningen. Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 602,30 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 602,30 verhoogd en voor de resterende woningen met € 399,20 per woning.
Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 6,00 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 6,00 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,95 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.
Onbebouwde percelen.Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.178,15 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terreinoppervlak dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd met een bedrag van € 700,35 voor elke hectare extra terreinoppervlak.
Tarief ingeval van een verzoek tot uitwerking/wijziging van het bestemmingsplan
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen en/of uitwerken van een ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 3.6 lid 1 onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening aangewezen deel van een bestemmingsplan, al dan niet in combinatie met een aanvraag om een bouwvergunning, als volgt:
Tarief in geval van een verzoek om herziening van een bestemmingsplan
Het tarief ter zake het gevolg geven aan het verzoek om een bestemmingsplan op te stellen, al dan niet in combinatie met een aanvraag om bouwvergunning, en waarbij sprake is van een individueel belang bedraagt € 3.529,40. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:
Zelfstandige woningen.Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 602,30 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 602,30 verhoogd en voor de resterende woningen met € 399,20 per woning.
Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 6,00 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 6,00 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,95 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.
Onbebouwde percelen.Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.178,15 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terreinoppervlak dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd met een bedrag van € 700,35 voor elke hectare extra terreinoppervlak.
Onder een verzoek als bedoeld in lid 1 moet mede worden verstaan een verzoek tot het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 8.3 en 8.4, indien de gemeente meewerkt aan de aanvraag door middel van een herziening van het bestemmingsplan en er sprake is van gecoördineerde behandeling in de zin van artikel 3.30, 3.33 of 3.35 Wet ruimtelijke ordening. In dit geval zijn de artikelen 8.3 en 8.4 niet van toepassing.
Er wordt nimmer teruggaaf verleend van de verhoging als bedoeld in artikel 8.2.10 van deze verordening.
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase op initiatief van de aanvrager wordt ingetrokken voordat de vergunning is verleend, wordt teruggaaf van 50 procent van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag van € 75,00 overblijft.
Indien een aanvraag om bouwvergunning wordt ingetrokken, op initiatief van de gemeente, omdat ze niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die de gemeente - door bijvoorbeeld verkeerde of te late advisering - aangerekend kunnen worden, en binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg hetzelfde bouwplan, dan wordt teruggaaf van 100% van de leges voor de eerste aanvraag verleend.
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, zijn, indien de bouwkosten van het gewijzigde bouwplan hoger zijn dan die van de oorspronkelijke aanvraag, leges verschuldigd over het verschil van de bouwkosten door toepassing van het tarief als vermeld in 8.2, met dien verstande dat voor:
een bouwvergunning tweede fase een minimumbedrag van € 75,00 extra betaald moet worden.
Het vorenstaande is niet van toepassing, indien de afwijking zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw bouwplan sprake is. Indien de bouwkosten van het gewijzigde bouwplan lager zijn dan die van de oorspronkelijke aanvraag zal geen teruggaaf plaatsvinden over het verschil.
Indien de aanvraag betrekking heeft op een verzoek waarvoor een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening is opgesteld en op grond van artikel 8.6 van deze legesverordening de leges zijn verhoogd en de procedure wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente aangerekend kunnen worden, wordt teruggave van 100% van genoemde verhoging verleend.
Indien de aanvraag betrekking heeft op een verzoek waarvoor een procedure is gestart als bedoeld in artikel 3.10 of 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening en op grond van artikel 8.3 en 8.4 van deze legesverordening de leges zijn verhoogd en de procedure wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente aangerekend kunnen worden, wordt teruggave van 100% van genoemde verhoging verleend.
Onder de term bouwwerk wordt verstaan: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Indien er sprake is van een samenloop van een aanvraag om een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Bouwverordening en een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder b of artikel 3.7 derde lid van de Wet ruimtelijke ordening, zijn de tarieven als genoemd in het eerste lid van toepassing. Bij toepassing van dit lid blijft het bepaalde in de leden 3 tot en met 7 van toepassing.
8.9 Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid
Indien het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken voor 1 januari 2009 of in 2009 in werking treedt (Staatsblad 2008, 327), wordt onderstaande onderstreepte tekst door de tussen de haakjes vermelde tekst geacht te zijn vervangen en in deze verordening te zijn opgenomen. Voor aanvragen welke zijn ingediend voordat het Besluit de brandveilig gebruik bouwwerken inwerking is getreden, is de onderstreepte tekst nog van toepassing.
Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), voor een bouwwerk dat gedeeltelijk wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlak van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.
Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), voor een veranderd gebruik, zonder dat er sprake is van verbouwing of anderszins, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlakte van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.
Voor zover een vergunning, als bedoeld in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), aanpassing behoeft na een verandering waarvoor overeenkomstig artikel 44 van de Woningwet slechts een lichte bouwvergunning is vereist, dan wel sprake is van vergunningvrij bouwen, op aanvraag van een vergunninghouder, is het gestelde onder 8.7 lid 2 eveneens van toepassing.
Indien een aanvraag voor een vergunning, overeenkomstig artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), op grond van het gestelde in artikel 6.1.3 van de Bouwverordening (2.11.3 van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken") niet verder in behandeling wordt genomen zal 10% van de leges als bedoeld in 8.7 lid 1, 8.7 lid 2, 8.7 lid 3 en 8.7 lid 4 in rekening worden gebracht met een minimum van € 125,00 en een maximum van € 1.200,00.
Indien een vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), op grond van het gestelde in artikel 6.1.5, lid a van de Bouwverordening (artikel 2.11.5 van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), moet worden geweigerd, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges als bedoeld in lid 1 tot en met lid 4 van dit artikel verleend met dien verstande dat er een minimumbedrag van € 250,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
Voor een hernieuwde aanvraag van een vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), voor een bouwwerk waarvan de vergunning op grond van het bepaalde in artikel 6.1.6, eerste lid, van de Bouwverordening (artikel 2.11.6 van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken") is ingetrokken, wordt de leges berekend overeenkomstig het bepaalde in lid 1.
Indien binnen twee weken na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 6.1.1 van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), doch voor het verlenen van een vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 75% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag van € 125,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
Indien op een later tijdstip dan in lid 8 bedoeld na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 6.1.1 van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken"), doch voor het verlenen van een vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag van € 125,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.
Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid van de Bouwverordening (artikel 2.11.1, eerste lid, van het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken") door middel van revisietekeningen en administratieve handelingen, zonder dat er sprake is van een verbouwing, wordt er een minimumbedrag van € 50,00 geheven.
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a of 3.7, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (aanlegvergunning) € 100,00.
Omschrijving monumentenvergunning Onder monumentenvergunning wordt in deze rubriek verstaan een vergunning als bedoeld in artikel 11, lid 2 van de Monumentenwet 1988, een vergunning als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Monumentenwet 1988, een vergunning als bedoeld in artikel 10, lid 2 van de Monumentenverordening gemeente Tilburg of een vergunning als bedoeld in artikel 22, lid 2 van de Monumentenverordening gemeente Tilburg.
Bouwkosten monumentenvergunning Onder bouwkosten wordt in deze rubriek verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals in dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
Teruggaaf bij monumentenvergunning
Indien een aanvraag om monumentenvergunning wordt ingetrokken op initiatief van de gemeente, omdat ze niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die de gemeente – door bij voorbeeld verkeerde of te late advisering – aangerekend kunnen worden, en binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg hetzelfde plan, dan wordt teruggaaf van 100 procent van de leges voor de eerste aanvraag verleend.
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van monumentenvergunning betrekking heeft op bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een vergunning is verleend maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, wordt teruggaaf van 100 procent van de leges voor de eerste aanvraag verleend en geldt voor de nieuwe aanvraag het tarief aan leges dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 8.9.3.
Hoofdstuk 9 Regionaal Archief Tilburg
Archivalia berustend in de archiefbewaarplaatsen van het Regionaal Archief Tilburg
Hoofdstuk 10 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen
Vergunningen voor speelautomaten
Voor het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen
per toestel een bedrag van € 136,00
Indien de periode minder bedraagt dan 4 kalenderjaren,
wordt het tarief per toestel naar evenredigheid in rekening
Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet
Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke Verordening
Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer
14.1 Informatie verkeersregelinstallaties
Voor het in behadeling nemen van een aanvraag tot
het verstrekken van gegevens betreffende het
functioneren van verkeersregelinstallaties, per aanvraag: € 175,65
onder a of b, op verzoek van de ontheffinghouder € 17,80
Voor het verlenen van een verklaring van geen bezwaar
op grond van de Luchtvaartwet, dan wel een daarvan
afgeleide regeling, voor een kalenderjaar (alleen voor
vrije luchtballonnen) of voor een enkele gebeurtenis € 75,56
15.2 Terrasvergunning (tijdens de kermis)
Voor het verlenen van een terrasvergunning op of aan een
door de raad aangewezen kermisterrein, tijdens
3 Instemmingsbesluit Telecom Aanbieders
het tarief bedraagt voor het in behandeling
nemen van een melding in verband met het verkrijgen
van een instemming omtrent tijdstip, plaats en
werkwijze van de uitvoering van werkzaamheden
als bedoeld in artikel 5.2, lid 3 van de
Telecommunicatiewet, per locatie voor een tracé vanaf
15 tot 100 meter een vast bedrag per vergunning van: € 293,50
Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening tot heffing en invordering van leges 2009”.
Vervallen bepalingen uit de legesverordening 2008
De volgende onderdelen uit de legesverordening 2008 komen met ingang van 2009 te vervallen:
Hoofdstuk 7 (Overige Burgerzaken)
Eind 2007 is bekend geworden dat de vergunningverlening met betrekking tot verblijfsvergunningen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst zou worden overgenomen van de gemeenten. Aangezien dit na de vaststelling van de Legesverordening 2008 is gebeurd, komen de betreffende onderdelen, te weten hoofdstuk 7.6 uit de Legesverordening, met ingang van 2009 te vervallen.
Hoofdstuk 13 (Algemene plaatselijke verordening)
In de verordening hebben diverse redactionele wijzigingen plaatsgevonden.
Doordat Hoofdstuk 14 Huisvestingswet en Hoofdstuk 16 Wet op de openluchtrecreatie zijn vervallen zijn de volgende Hoofdstukken vernummerd:
Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer (was Hoofdstuk 15);
Hoofdstuk 15 Diversen (was Hoofdstuk 17).
De verhoging van de nominale index betreft 3,2%. In veel gevallen is besloten, in verband met het gemak voor zowel burger als gemeente, de tarieven naar beneden af te ronden op hele € 0,05.
Tarieventabel: Hoofdstuk 3 tot en met 7 (Burgerzaken)
Doordat het in Hoofdstuk 3 onder artikel 3.2, lid d opgenomen tarief voor het trouwen in een trouwzaal te Berkel-Enschot met ingang van belastingjaar 2008 is komen te vervallen is dit artikel voor belastingjaar 2009 als volgt vernummerd:
artikel 3.2, lid d: in de trouwzaal Udenhout, raadszaal (was artikel 3.2, lid e);
artikel 3.2, lid e: in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer (was artikel 3.2, lid f);
artikel 3.2, lid f: in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties (was artikel 3.2, lid g).
Burgerzaken heeft zich tot doel gesteld om de primaire dienstverlening naar de burger toe op een kwalitatief hoog niveau te brengen en te handhaven.
Bij deze berekening van de leges wordt uitgegaan van de nota “kostentoerekening Belastingen en Retributieve Heffingen” van 2003, zoals vastgesteld door het college op 15 september 2003 (A33). Hierin heeft de gemeente Tilburg haar beleid met betrekking tot kostprijsberekening, kostendekking en prijsbeleid op transparante en eenduidige wijze vastgelegd.
Hieraan wordt systematisch uitwerking gegeven binnen de gemeentelijke bedrijfsvoering waarbij bedrijfseconomisch correcte uitgangspunten worden gehanteerd.
Door de sector Burgerzaken worden enerzijds producten geleverd waarvoor de burger leges betaalt en anderzijds producten waarvoor de burger niet betaalt. Kostenverhoging van betaalde producten wordt gedekt door verhoging van de leges. Kostenverhoging van de niet of gedeeltelijk betaalde producten gaat ten laste van de algemene middelen.
Voor de tariefwijzigingen voor 2009 van producten van Burgerzaken worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
De uiteindelijke tarieven, die tot stand zijn gekomen na toepassing van de punten a tot en met c, zijn afgerond op 5 eurocenten nauwkeurig, naar boven dan wel naar beneden. De tarieven waarvoor een wettelijk maximum geldt en waarvoor het maximum bedrag ook in rekening wordt gebracht, zijn op 5 eurocenten nauwkeurig naar beneden afgerond.
Voor producten waarvan de tarieven landelijk worden vastgesteld en waarvan de tarieven voor 2009 bij het tot stand komen van de legesverordening voor 2009 nog niet bekend zijn, zijn de tarieven voor 2008 opgenomen. Echter de in een later stadium centraal door de overheid vastgestelde tarieven voor 2009 zullen, met de onder punt d. vermelde afronding, worden gehanteerd.
Tarieventabel: Hoofdstuk 8 (Bouwvergunningen c.a.)
De heffingswijze bij de bouwleges is gewijzigd. Tot en met 2008 werden de bouwleges bij een vastgestelde bouwsom van minder dan € 1.000.000,00 opgelegd via heffing op andere wijze (factuur). Bij een vastgestelde bouwsom van meer dan € 1.000.000,00 werd er een voorlopige aanslag opgelegd, die gevolgd werd door een definitieve aanslag. De heffingswijze hierbij was dan ook bij wegen van aanslag. Uit onderzoek is echter gebleken dat het wenselijk is om bij alle ingediende bouwaanvragen direct een aanslag te sturen voor het in de aanvraag opgegeven bouwsom. Dit voorkomt rentederving. Besloten is dan ook met ingang van 1 januari 2009 alle bouwaanvragen een aanslag op te leggen in plaats van een factuur.
Naar aanleiding van de wijziging van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 en in het kader van Actie Stofkam hebben er in dit hoofdstuk diverse redactionele en technische wijzigingen plaatsgevonden. Deze wijzigingen hebben geen invloed op de tariefstelling.
Voor de bepaling van de bouwleges wordt uitgegaan van 100% kostendekking voor het product bouwen en wonen.
Ten opzichte van 2008 stijgt het tarief van de bouwleges met 6%.
8.2 lid 1 Het in behandeling nemen van een lichte bouwaanvraag
Om de leges te berekenen voor een aanvraag om een lichte bouwvergunning zijn de vastgestelde bouwkosten van belang. Voor bouwkosten beneden € 50.000,00 geldt een ander percentage dan voor bouwkosten welke hoger zijn dan dit bedrag. Bij de bouwleges wordt een degressief stelsel toegepast. Dit betekent dat bij bouwkosten meer dan € 50.000,00 het percentage lager is. Om niet te achterhalen redenen was hier juist het omgekeerde aan de orde, hetgeen niet juist is. In de verordening 2009 is dit hersteld.
In de verordening 2008 zijn foutieve drempeltarieven opgenomen. In de verordening 2009 zijn deze aangepast.
8.2. lid 6 Tijdelijke bouwwerken
Hoewel het hier om tijdelijke bouwwerken gaat, is het beoordelingsproces nagenoeg gelijk aan dat van een reguliere bouwaanvraag. Bij de bepaling van de leges voor deze categorie aanvragen geldt een minimumtarief van € 125,00. Door het minimumtarief in 8.2 lid 6 van € 100,00 te verhogen naar € 125,00 ontstaat gelijkheid tussen de verschillende tarieven.
8.2. lid 10 Advies Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen (AAB)
Regelmatig vraagt de gemeente in het kader van een bouwvergunningaanvraag advies aan de Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen (AAB). Meerdere bestemmingsplannen stellen dit verplicht. Het tarief is door de AAB voor 2009 verhoogd naar € 392,70.
De leges voor het in behandeling nemen van een sloopaanvraag is gerelateerd aan de m3 vrijkomend sloopafval. In de praktijk blijkt dat de eerste categorie, op basis waarvan het tarief wordt berekend, van 10 m3 t/m 50 m3 te groot is. Het splitsen in twee aanvragen is een financieel aantrekkelijk alternatief voor een aanvraag in één keer. Om deze reden is deze categorie gesplitst in tweeën, te weten 10 m3 t/m 25 m3 (€ 200,00) en 26 m3 t/m 50 m3 (€ 375,00). Hierdoor wordt de opbouw van de tarieven voor de sloopaanvraag logischer.
8.9 Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid
Met betrekking tot het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken" is per 1 november een wijziging aangekondigd (Staatsblad 2008, 327). Het gevolg van deze wijziging is onder andere dat de in dit hoofdstuk genoemde verwijzingen naar de Bouwverordening gewijzigd worden in verwijzingen naar artikelen in het "Besluit brandveilig gebruik bouwwerken". Teneinde de gevolgen van deze wetswijziging op te kunnen vangen en geen leemte te laten ontstaan, is besloten de gewijzigde tekst vooruitlopend op de nieuwe wet in de verordening op te nemen. De inwerkingtreding van de betreffende artikelen is dan ook gekoppeld aan de inwerkingtreding van de gewijzigde wet.
Hoofdstuk 10 Vastgoedinformatie
Artikel 10.1. Navraag bij het kadaster heeft uitgewezen dat de tarieven uit de Regeling Tarieven Kadaster per 1 juli 2008 zijn gewijzigd van € 10,00 naar € 10,25. De tarieven in artikel 10.1 zijn dan ook dienovereenkomstig aangepast.
Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen
De tarieven zijn niet nominaal verhoogd, omdat deze op het wettelijke maximum zijn vastgesteld.
Hoofdstuk 13 Algemeen Plaatselijke Verordening
13.4 Algemene Plaatselijke Verordening APV
Met ingang van 1 januari 2009 komt, conform eerder collegebesluit, de vergunningverlening van terrassen en tijdelijke terrassen bij de dienst Publiekszaken te liggen.
Op deze manier kan men de terrasvergunningen laten samenlopen met de aanvragen drank- en horecavergunning.
13.6 Exploitatie seksinrichtingen
Aan dit artikel is een lid b toegevoegd (extra tarief bij wijziging leidinggevenden).
Tot voor kort betekende een wijziging van een leidinggevende voor de ondernemer een nieuwe vergunning en dus ook een legesheffing van een nieuwe vergunning. Er was geen rekening gehouden met een kleine wijziging. Om tegemoet te komen aan de ondernemer is een legesheffing voor een aanvraag wijziging leidinggevende toegevoegd. Voor de hoogte van de leges is aangesloten bij hoofdstuk 12 van de Legesverordening.
Hoofdstuk 14 (Verkeer en vervoer)
Het tarief van artikel 14, lid 1 is verhoogd van € 135,61 naar € 175,65 om 100 procent kostendekking te genereren. De opbouw van het gehanteerde tarieven tot en met 2008 was niet meer in overeenstemming met de werkelijke situatie. De opbouw van de berekening van het tarief is daarom hierop aangepast. Bovendien zijn de salaristarieven en de leveringen van 2008 aangepast met de loonindex (3,85 procent) en de prijzenindex (3 procent) voor 2009.
Het doel van de opslag is om mensen, die om wat voor reden dan ook uit hun huis worden gezet, gedurende drie maanden de kans te geven hun inboedel weer te verkrijgen. De regeling is vanaf 2001 zo opgezet dat de financiële drempel voor de eigenaar dermate laag is dat:
Hierdoor is besloten de tarieven ten opzichte van 2008 niet te verhogen.
Totaal van de legesverordening 2009
Volgens de wettelijke regeling mag het dekkingspercentage van de totale legesverordening maximaal 100% bedragen. Dit betekent dat individuele leges wel een overdekking mogen kennen, maar dat alle leges gezamenlijk maximaal 100% van de kosten mogen dekken. Voor de gemeente Tilburg geldt dat de totale kostendekking onder de 100% ligt.
De totale lasten van de legesverordening bedragen: € 17.983.000