Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Delfland

Beleidsplan inburgering in Midden-Delfland 2007-2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Delfland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan inburgering in Midden-Delfland 2007-2010
CiteertitelBeleidsplan inburgering 2007-2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet inburgering, art. 8, 19, lid 5, 23, lid 3, 35
  2. Verordening Wet inburgering

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

n.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-06-200701-01-2007Nieuwe regeling

20-02-2007

Gemeenteblad, 2007, 6

2007-02-07

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan inburgering in Midden-Delfland 2007-2010

De raad van de gemeente Midden-Delfland;

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 14 februari 2007, nr. 2007-02-07;

Gelet op de invoering van de Wet inburgering per 1 januari 2007;

 

BESLUIT:

Het beleidsplan 'Inburgering in Midden-Delfland' vast te stellen.

Samenvatting

Met het inwerking treden van de Wet inburgering (Wi) per 1 januari 2007 verandert er veel op het gebied van inburgering. Zowel voor gemeenten, als voor inburgeraars en betrokken instellingen. De Wi vervangt de oude Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) en de oudkomersregelingen. Naast de Wi wordt ook nog de Regeling vrijwillige inburgering 2007 geïntroduceerd. Behalve bovengenoemde wetten verandert er ook nog een aantal zaken op andere beleidsterreinen, zoals bij de WWB en de WEB.

 

Bovengenoemde veranderingen maken het voor gemeenten noodzakelijk om het inburgeringsbeleid te herzien. Gemeenten krijgen bij de uitvoering van de Wi een aantal belangrijke taken:

  • -

    informerende taak;

  • -

    faciliterende taak;

  • -

    handhavende taak.

 

De belangrijkste uitgangspunten van de Wi zijn:

  • -

    eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar;

  • -

    er komt een inburgeringsplicht;

  • -

    aan inburgeringsplicht is voldaan als het inburgeringsexamen is gehaald;

  • -

    het inburgeringsexamen geldt ook als eindterm voor de vrijwillige inburgering;

  • -

    gemeenten krijgen binnen het inburgeringsstelsel een spilfunctie;

  • -

    ook de Informatie Beheer Groep vervult een belangrijke rol;

  • -

    bij de inkoop van trajecten geldt marktwerking;

  • -

    gemeenten worden bekostigd op basis van output financiering.

 

De doelgroepen van de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 zijn asielgerechtigden, geestelijke bedienaren, uitkeringsgerechtigden, oudkomers zonder werk en zonder uitkering en werkenden. Het belangrijkste verschil tussen de Wet en de Regeling is het feit dat de inburgeraar al of niet een inburgeringsplicht heeft.

 

Voor het uitvoeren van het nieuwe inburgeringsbeleid in Midden-Delfland worden de volgende keuzes gemaakt:

  • 1.

    In principe kunnen alle doelgroepen een aanbod krijgen. Er zal echter wel gekeken worden naar inkomenspositie van de inburgeraars en trajecten zullen gefaseerd worden aangeboden.

  • 2.

    Bij het aanbieden van trajecten geldt een bepaalde prioriteit.

  • 3.

    Bij de handhaving wordt aangesloten bij de maximum bedragen van de Wi.

  • 4.

    De verplichte eigen bijdrage van de inburgeraars zal geïnd worden door de uitvoerende instellingen.

  • 5.

    Uitgegaan wordt van een inkoop bij het ROC.

  • 6.

    Van de normvergoeding wordt 10% gereserveerd voor het uitvoeren van gemeentelijke taken.

 

Bovengenoemde keuzes zijn uitgewerkt in de Verordening inburgering.

 

Gemeenten ontvangen een rijksbijdrage voor het uitvoeren van de Wi. Voor Midden-Delfland bedraagt de rijksbijdrage circa € 70.000,00 per jaar.

1. Inleiding

Op 28 november 2006 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel van de Wet inburgering (Wi). Deze wet treedt op 1 januari 2007 in werking. Gemeenten krijgen echter tot 1 april 2007 de tijd om de Wi in te voeren. De Wi vervangt de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) en de oudkomersregelingen. Daarnaast worden gelijktijdig in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) een aantal wijzigingen aangebracht die verband houden met de Wi. Tegelijkertijd met de Wi treedt ook de Regeling vrijwillige inburgering 2007 in werking. Naar alle waarschijnlijkheid wordt de Regeling vrijwillige inburgering 2007 en de doelgroepen die daar onder vallen vanaf 2008 in de Wi opgenomen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de doelgroepen van de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 vrijwel identiek zijn, met als enige verschil dat binnen bepaalde doelgroepen sommige inburgeraars een inburgeringsplicht hebben (Wi) en andere inburgeraars op vrijwillige basis kunnen inburgeren (Regeling). De verschillende doelgroepen worden behandeld in hoofdstuk 3.

 

Bovengenoemde wijzigingen in het inburgeringsstelsel zijn door de vorige kabinetten ingevoerd, omdat men van mening was dat de resultaten van het inburgeringsbeleid achterbleven bij wat wenselijk was. Uitgangspunt werd een inburgeringsstelsel dat een meer verplichtend en resultaatgericht karakter had.

 

Het oorspronkelijke wetsvoorstel van de Wi voorzag ook in een inburgeringsplicht voor bepaalde categorieën genaturaliseerde Nederlanders. De Raad van State heeft bepaald dat dit in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De minister volgde de uitspraak van de Raad van State en heeft het wetsvoorstel aangepast. Het aantal inburgeringsplichtigen is hierdoor meer dan gehalveerd. Om de personen met een taalachterstand die niet inburgeringsplichtig zijn toch te bereiken heeft de minister de Regeling vrijwillige inburgering 2007 geïntroduceerd. Deze regeling sluit aan bij de Wi en regelt de inburgering van zogenoemde inburgeringsbehoeftigen (genaturaliseerde Nederlanders met een taalachterstand en onderdanen van de EU/EER). Het belangrijkste verschil met de WI is dat er geen sprake is van verplichte maar vrijwillige inburgering.

 

De gemeente krijgt drie taken bij het uitvoeren van de wet en de Regeling vrijwillige inburgering 2007:

  • -

    informerende taak;

  • -

    faciliterende taak; en

  • -

    handhavende taak.

Gemeenten kunnen er voor kiezen om de wet en de regeling beleidsarm uit te voeren, dat wil zeggen puur richten op de wettelijke taken, of er voor kiezen eigen ambities in te brengen. Hierop zal verder in deze notitie worden ingegaan.

 

Allereerst zal in deze beleidsnota inburgering 2007 – 2010 een korte schets worden gegeven van de hoofdlijnen van de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 komen de doelgroepen van de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 aan de orde. Vervolgens volgen in hoofdstuk 4 de verschillende taken die de gemeente krijgt, en in hoofdstuk 5 de taken van de Informatie Beheer Groep. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de bestuurlijke keuzes die gemaakt kunnen worden en de uitvoering van de inburgering in Midden-Delfland. Tot slot zal in hoofdstuk 7 de financiën en de doelstelling worden behandeld.

2. Wet inburgering en Regeling vrijwillige inburgering 2007

De hoofdpunten van de Wet inburgering luiden als volgt:

  • -

    Het principe van zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar staat voorop.

  • -

    Er komt een inburgeringsplicht voor vreemdelingen met een niet-tijdelijk verblijfsdoel of als zij geestelijk bedienaar zijn.

  • -

    Uitzonderingen hierop: personen jonger dan 16 jaar of die aansluitend op hun leerplicht voltijds blijven studeren voor een diploma op grond waarvan geen inburgeringsplicht geldt; personen van 65 jaar of ouder; personen die gedurende hun leerplichtige leeftijd acht jaar in Nederland woonden; personen die in het bezit zijn van diploma’s, certificaten en andere bewijsstukken waaruit blijkt dat zij over voldoende kennis beschikken van de Nederlandse taal en samenleving. En personen die op basis van internationale (EU) verdragen niet inburgeringsplichtig worden.

  • -

    De inburgeringsplicht houdt in dat de betrokken persoon voldoende kennis van de Nederlandse taal en samenleving moet verwerven.

  • -

    De wet kent een resultaatsverplichting: inburgeraars moeten een inburgeringsexamen behalen. De nieuwkomers die in het buitenland het basisexamen (Wet Inburgering Buitenland) hebben gehaald, moeten binnen 3,5 jaar aan hun plicht hebben voldaan. Voor de andere nieuwkomers (voornamelijk asielgerechtigden) en oudkomers geldt een termijn van 5 jaar.

  • -

    Sommige groepen inburgeringsplichtigen moeten of kunnen volgens de wet een aanbod krijgen van de gemeente (zie hoofdstuk 3). De overige inburgeringsplichtigen moeten de inburgering zelf ter hand nemen. Zij kunnen een lening afsluiten bij de IB-Groep voor de financiering van een cursus.

  • -

    Voldoen inburgeringsplichtigen niet aan hun verplichtingen, dan kan de gemeente sancties opleggen in de vorm van een bestuurlijke boete.

  • -

    Gemeenten kunnen inburgeringsplichtigen op bepaalde gronden ontheffing verlenen. Het gaat hierbij om de volgende gronden:

  • -

    bij lichamelijke en/of psychische belemmeringen;

  • -

    als een inburgeringsplichtige over evident voldoende kennis van de Nederlandse taal en samenleving beschikt maar niet in het bezit is van de vereiste diploma’s;

  • -

    indien iemand niet in staat wordt geacht tot het halen van het examen maar daarvoor wel veel inspanningen heeft gepleegd (inburgeraar heeft beperkte leercapaciteiten).

 

De eisen van de Regeling vrijwillige inburgering 2007 sluiten aan bij de uitgangspunten van de Wi. Belangrijk verschil is dat er sprake is van vrijwillige inburgering in plaats van verplichte inburgering.

2.1 Aanpalende wetgeving en overgangsregeling

Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN)

Tot het moment van in werking treden van de Wi konden nieuwkomers beginnen op basis van het oude stelsel van de WIN. De overgangsbepalingen van de Wi houdt in dat de trajecten en de begeleiding van deze mensen nog ruim 1 jaar doorlopen. Financiering vindt plaats op basis van het oude stelsel.

 

Wet Werk en Bijstand (WWB)

Uitkeringsgerechtigden kunnen in het kader van de Wi of de Regeling vrijwillige inburgering 2007 (zie hoofdstuk 3) een aanbod worden gedaan. Het is hierbij wel belangrijk dat het gaat om een gecombineerd aanbod waarbij het inburgeringstraject en het reïntegratietraject parallel met elkaar loopt.

 

Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)

Personen die op basis van de WI verplicht zijn om in te burgeren, of op basis van de Regeling vrijwillige inburgering 2007 een traject kunnen volgen, mogen niet deelnemen aan een WEB-opleiding Nederlands als tweede taal die door de gemeente wordt bekostigd met de rijksbijdrage educatie. De WEB is hierop aangepast.

 

Inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen kunnen pas deelnemen aan een NT-2 opleiding, bekostigd door de gemeente met de rijksbijdrage educatie, als zij aan het officiële inburgeringsexamen hebben deelgenomen. Voor inburgeringsplichtigen geldt bovendien als voorwaarde dat zij het examen ook gehaald moeten hebben. De rijksbijdrage educatie kan dus worden ingezet voor vervolgtrajecten na het inburgeringsexamen.

 

Op bovengenoemde uitgangspunten m.b.t. de WEB is een uitzondering gemaakt voor analfabeten: inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen kunnen een traject gericht op alfabetisering (bestrijding laaggeletterdheid) volgen ten laste van de rijksbijdrage educatie. Het inburgeringstraject dat volgt op de alfabetisering moet echter betaald worden uit de rijksbijdrage inburgering.

 

Overgangsregeling

Er is een overgangsregeling voor deelnemers aan een NT-2 traject op niveau 1 en 2 in de WEB en die in 2006 zijn gestart en waarvan het traject doorloopt in 2007. Deze deelnemers die door de nieuwe Wi of de Regeling vrijwillige inburgering 2007 inburgeringsplichtig of inburgeringsbehoeftig worden, mogen hun WEB-traject in 2007 afmaken. Het deel van de trajectkosten in 2007 mag eenmalig uit het budget van de Wi worden bekostigd.

3. Doelgroepen

Bij de verschillende doelgroepen wordt onderscheid gemaakt tussen de Wi (inburgeringsplicht) en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 (geen inburgeringsplicht). Ook wordt bij de Wi een onderscheid gemaakt tussen doelgroepen die de gemeente een aanbod moet doen en doelgroepen die de gemeente een aanbod kan doen. In principe is het mogelijk dat aan alle inburgeraars een aanbod gedaan kan worden, tenzij er voor gekozen wordt om bepaalde groepen geen aanbod te doen.

3.1 Doelgroepen Wet Inburgering

Asielgerechtigden

De gemeente moet een aanbod doen aan asielgerechtigden met een verblijfsvergunning zowel voor bepaalde als onbepaalde tijd. Hierbij kan de gemeente ook maatschappelijke begeleiding bieden als onderdeel van de inburgeringsvoorziening.

 

Geestelijke bedienaren

Geestelijke bedienaren zijn inburgeringsplichtig, ook als ze voor een tijdelijk doel in Nederland zijn. De gemeente moet een aanbod doen aan geestelijk bedienaren. Dit aanbod wordt overigens landelijk aangeboden, omdat de inburgeringsvoorziening voor geestelijke bedienaren is aangevuld met een specifiek onderdeel voor deze beroepsgroep. Naar verwachting zal van deze doelgroep geen inburgeraars zich in Midden-Delfland vestigen.

 

Uitkeringsgerechtigden

De gemeente kan een inburgeringsvoorziening aanbieden aan inburgeringsplichtigen die een uitkering ontvangen op grond van de WWB of een uitkering ontvangen krachtens een sociale zekerheidswet of –regeling. Dit moet gecombineerd worden met een reïntegratietraject voor zover het uitkeringsgerechtigden met arbeidsplicht betreft. De gemeente is verantwoordelijk voor het aanbieden van de gecombineerde voorziening. In gevallen waar het gaat om een WW-. WAO-, WAZ-, Wajong en WGA-gerechtigde zullen afspraken gemaakt moeten worden met het UWV. Bij deze voorzieningen is het UWV verantwoordelijk voor het reïntegratiegedeelte en de reïntegratiemiddelen en de gemeente voor het inburgeringsgedeelte.

 

Oudkomers zonder werk en zonder uitkering

Ook de groep oudkomers zonder inkomen uit betaalde arbeid of een uitkering kan de gemeente een aanbod voor een inburgeringsvoorziening doen. Het aanbod aan deze groep richt zich voornamelijk op allochtone vrouwen met kinderen indien er sprake is van een achterstandssituatie.

3.2 Doelgroepen Regeling vrijwillige inburgering 2007

Onder de Regeling vrijwillige inburgering 2007 vallen vreemdelingen die niet in het kader van de Wi inburgeringsplichtig zijn. Zoals gezegd gaat de Wi over inburgeringsplichtigen en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 over inburgeringsbehoeftigen. De belangrijkste categorieën hierbij zijn genaturaliseerde Nederlanders met een taalachterstand en onderdanen van de EU/EER. Binnen de regeling worden ook de volgende doelgroepen onderscheiden:

  • -

    geestelijk bedienaren;

  • -

    uitkeringsgerechtigden;

  • -

    oudkomers zonder inkomen uit werk of uitkering; en

  • -

    werkenden.

De categorieën zijn met uitzondering van werkenden gelijk aan die van de Wi.

4. Taken gemeente

De gemeente krijgt bij de uitvoering van de Wi een drietal verschillende taken, te weten de informerende taak, de faciliterende taak en de handhavende taak. Deze drie taken zullen in dit hoofdstuk worden behandeld.

4.1 Informerende taak

De gemeente moet de inburgeringsplichtige informatie geven over hoe hij kan voldoen aan de inburgeringsplicht. Het betreft hier o.a. informatie over de eindtermen, de gevolgen van het niet voldoen aan de inburgeringsplicht en over gecertificeerde aanbieders van onderwijs. De gemeente is vrij in de wijze waarop zij deze informatie vormgeeft. Vanuit de Rijksoverheid wordt ook veel informatiemateriaal aan gemeenten beschikbaar gesteld. Belangrijke informatiepunten zijn de publieksbalie in het gemeentehuis, informatie verstrekking door de klantmanagers van de sociale dienst en eventuele andere vormen van informatieverstrekking (mailings, via bibliotheek, etc.). Gemeenten zijn wel verplicht om de informatieverstrekking periodiek te evalueren.

4.2 Faciliterende taak

Het uitgangspunt van de Wi is de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige. Voor een aantal bijzondere groepen biedt de wet extra faciliteiten. Gemeenten krijgen de taak om aan deze groepen een aanbod te doen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen groepen die de gemeente een aanbod moet doen en groepen die de gemeente een aanbod kan doen (zie doelgroepen hoofdstuk 3). De gemeente koopt voor deze groepen de inburgeringstrajecten in. Inburgeraars die gebruik maken van het gemeentelijke aanbod betalen een eigen bijdrage van € 270,00. Voor de inkoop van trajecten is er geen gedwongen winkelnering bij het ROC. Het blijft echter wel mogelijk om trajecten in te kopen bij het ROC.

4.3 Handhavende taak

Wanneer een inburgeringsplichtige zich niet aan de verplichtingen houdt, moet de gemeente een bestuurlijke boete opleggen. Dit geldt bijvoorbeeld bij het niet verschijnen bij intake- en voortgangsgesprekken of het niet binnen de termijn halen van het inburgeringsexamen. De gemeente is vrij in het bepalen van de hoogte van de boete, met inbegrip van de maximale boete bedragen die de Wi aangeeft.

5. Taken Informatie Beheer Groep (IBG)

Naast de taken die de gemeente uitvoert in het kader van de Wi, voert ook de IBG een aantal belangrijke taken uit. Deze taken zijn de volgende:

  • -

    het afnemen van alle examens;

  • -

    het verstrekken van leningen aan inburgeraars die niet zelf in de kosten voor opleiding en examen zorg kunnen dragen;

  • -

    het geven van een vergoeding in de kosten wanneer iemand het examen haalt;

  • -

    het aanleggen en beheren van informatiesystemen.

 

Met name de laatste taak is voor gemeenten van belang. Hiervoor worden twee systemen in het leven geroepen. Ten eerste het Bestand Potentiële Inburgeringsplichtigen (BPI). Het BPI is een hulpmiddel voor gemeenten voor het identificeren van mogelijk inburgeringsplichtige oudkomers die in aanmerking kunnen komen voor handhaving en/of het doen van een aanbod. Het BPI is gevuld met persoonsgegevens uit de GBA die de gemeenten hebben geleverd aan de IBG. De IBG heeft vervolgens alle personen uit het BPI gefilterd die op grond van de wettelijke bepaling niet inburgeringsplichtig zijn. De overgebleven mensen zijn mogelijk inburgeringsplichtig. Reguliere GBA wijzigingen, zoals verhuizingen en overlijden worden automatisch verwerkt in het BPI.

 

Ten Tweede komt er het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Het ISI helpt net als het BPI gemeenten bij de uitvoering van de Wi. Het ISI is het actieve bestand van inburgeringsplichtigen. Oudkomers die eenmaal zijn opgevoerd in het systeem verdwijnen automatisch uit het BPI. Dit om te voorkomen dat iemand twee keer wordt opgeroepen voor bijvoorbeeld een intake gesprek. In het ISI kan de gemeente nieuwkomers opvoeren, registreren wie een aanbod heeft gekregen en aangeven hoe het staat met het handhaven van inburgeringsplichtigen.

6. Het nieuwe inburgeringsstelsel in Midden-Delfland

In Midden-Delfland is de omvang van de doelgroep van de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 vooral in vergelijking met de omliggende grote steden relatief erg klein. Van het totaal aantal volwassen inwoners van ruim 13.000 zijn 226 van allochtone afkomst (1,7%). Hoeveel hiervan inburgeringsplichtig zijn is moeilijk te zeggen. Van de allochtone bevolking heeft een groot deel al onder de WIN een inburgeringscursus gevolgd of een NT-2 traject in het kader van de WEB.

 

Als gekeken wordt naar de verdeling van de potentiële doelgroep over de verschillende dorpskernen, dan geeft dit het volgende beeld:

Dorpskern

Aantal volw. inwoners

Aantal allochtonen

Percentage allochtonen

Den Hoorn

4.813

128

2.7

Schipluiden

3.429

38

1.1

Maasland

4.759

60

1.3

Totaal

13.001

226

1.7

Het ministerie heeft gemeenten bekend gemaakt hoeveel zij als voorschot ontvangen voor inburgering in 2007. Dit bedrag vormt ook het uitgangspunt van de rijksbijdrage voor de komende jaren. Midden-Delfland ontvangt voor het aanbieden van inburgeringstrajecten een bedrag van € 72.198,00. In 2007 kan hiervan aan 11 inburgeraars een aanbod worden gedaan en de overgangsregeling voor WEB deelnemers worden bekostigd. Voor 2008 en verder wordt uitgegaan van 14 inburgeraars per jaar die een aanbod kan worden gedaan. Deze cijfers worden verder onderbouwd in het hoofdstuk financiën en resultaten.

 

Verder ontvangt Midden-Delfland een bedrag van € 1.164,00 voor de handhaving van de inburgeringsplicht van inburgeringsplichtigen zonder een aangeboden voorziening. Het gaat hierbij om zowel nieuwkomers die geen aanbod krijgen als om oudkomers die geen aanbod krijgen en wel een inburgeringsplicht hebben (zie verder bij 6.1.1). Verder heeft Midden-Delfland een taakstelling van het Rijk om in de periode 2007 tot 2009 minimaal 3 oudkomers die inburgeringsplichtig zijn en geen aanbod krijgen een handhavingsbeschikking op te leggen.

 

Voor het uitvoeren van de informatiefunctie ontvangt Midden-Delfland in 2007 een bedrag van € 1.083,00.

6.1 Beleidskeuzes Midden-Delfland

Inburgering is een eerste belangrijke stap in het proces van integratie. Alhoewel inburgeraars procentueel slechts een klein gedeelte van de Midden-Delflandse populatie uitmaken, is het toch belangrijk dat de inburgering goed opgepakt wordt, zodat wordt voorkomen dat een gedeelte van de bevolking niet in voldoende mate kan participeren in de samenleving. In dit hoofdstuk worden een aantal keuzes uitgewerkt die met de beschikbare rijksmiddelen kunnen worden uitgevoerd. Deze keuzes zijn tevens uitgewerkt in de Verordening Wet inburgering die in bijlage 2 is bijgevoegd.

6.1.1 Wie moet en wie kan de gemeente een aanbod doen

Zoals in hoofdstuk 3 is weergegeven moet de gemeente een aanbod doen aan asielgerechtigden en geestelijk bedienaren. Daarnaast kan de gemeente een aanbod doen aan uitkeringsgerechtigden, oudkomers zonder inkomen uit werk of uitkering en werkenden. In principe kan daarmee aan alle inburgeraars een aanbod worden gedaan, alhoewel op basis van de beschikbare middelen slechts aan een klein aantal inburgeraars een traject kan worden aangeboden.

 

Keuze 1:

Voorgesteld wordt om aan alle categorieën inburgeraars die de gemeente een aanbod kan doen in aanmerking te laten komen voor een aanbod. Uitzondering wordt hierbij gemaakt voor inburgeraars die boven de 110% van het minimum inkomen zitten. Deze inburgeraars moeten in principe zelf de inburgering regelen. Hiervoor zijn vanuit het Rijk bepaalde faciliteiten beschikbaar, zoals het aanvragen van een lening via de IBG of het krijgen van een vergoeding (gedeeltelijke terugbetaling) bij het behalen van het examen. De inburgeraars die in aanmerking komen voor een aanbod worden gefaseerd opgeroepen.

6.1.2 Prioriteit bij het doen van een aanbod

Omdat vanuit de rijksmiddelen slechts een klein gedeelte van de potentiële doelgroep een aanbod gedaan kan worden, zullen er prioriteiten gesteld moeten worden bij het doen van een aanbod. Belangrijke overwegingen bij het stellen van prioriteiten zijn het maatschappelijk belang, en de motivatie van de deelnemers.

 

Keuze 2:

Bij het aanbieden van inburgeringstrajecten wordt in Midden-Delfland de volgende doelgroepen prioriteit gegeven:

  • -

    nieuwe instroom in de gemeentelijke uitkering;

  • -

    (vrouwelijke) opvoeders met een uitkering;

  • -

    deelnemers die een WIN of WEB traject beëindigen (2007 en 2008);

  • -

    opvoeders van jonge kinderen;

  • -

    zelfmelders.

6.1.3 Gemeentelijke handhavingstaak

Gemeenten hebben op grond van de Wi de taak en bevoegdheden om de inburgeringsplicht te handhaven. Ook op grond van de Regeling vrijwillige inburgering 2007 heeft de gemeente een aantal handhavingstaken als de inburgeringsbehoeftige het inburgeringsaanbod heeft aanvaard. Er zijn verschillende verplichtingen waaraan de inburgeringsplichtige zich dient te houden. Het gaat hier bijvoorbeeld om:

  • -

    het binnen de termijn halen van het inburgeringsexamen;

  • -

    het verlenen van medewerking bij het uitvoeren van de inburgeringsvoorziening;

  • -

    het betalen van de eigen bijdrage.

Voor alle nieuwkomers geldt dat de handhaving start kort nadat zij zich in de gemeente hebben gevestigd. Voor oudkomers geldt dat er een fasering van de handhaving nodig is, omdat de groep oudkomers dusdanig groot is. Dit wordt bereikt door de handhaving te concentreren op de groep oudkomers aan wie de gemeente een aanbod doet. Zowel de inburgeringsplichtigen die een inburgeringsvoorziening accepteren als de inburgeringsplichtigen die het aanbod weigeren, worden middels een beschikking gehandhaafd.

 

Daarnaast legt het Rijk gemeenten nog een afzonderlijke taakstelling op voor de handhaving van inburgeringsplichtigen zonder trajectaanbod. Voor Midden-Delfland is die taakstelling voor de periode 2007 – 2009 3 oudkomers. De handhaving houdt in dat potentieel inburgeringsplichtigen worden opgeroepen om te bepalen of zij inburgeringsplichtig zijn. Als dat het geval is, dient de inburgeringsplichtige zelf zorg te dragen voor de inburgering en stelt de gemeente via een beschikking de termijn vast waarbinnen de inburgeraar het inburgeringsexamen moet hebben behaald. De normvergoeding van het Rijk voor deze taakstelling bedraagt € 310,00 per inburgeringsplichtige.

 

Keuze 3:

De WI geeft het maximale boetebedrag per sanctiemogelijkheid aan. Voorgesteld wordt om bij de boete bedragen aan te sluiten bij de maximum boetebedragen zoals die in de WI zijn opgenomen. In de Verordening Wet inburgering in bijlage 2 is dit verder uitgewerkt (artikel 10 en 11).

6.1.4 Eigen bijdrage

Inburgeraars die een door de gemeente aangeboden inburgeringsvoorziening accepteren zijn op grond van de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 verplicht om een eigen bijdrage van € 270,00 te betalen. Hiermee wordt de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar ook in financiële zin benadrukt, ook al gaat het om een door de gemeente gefinancierde voorziening. Gemeenten kunnen de eigen bijdrage gebruiken om de inburgeringsvoorziening te bekostigen.

 

Keuze 4:

Voorgesteld wordt om de instellingen die de inburgeringstrajecten uitvoeren op te dragen de eigen bijdrage van de inburgeraars te innen. Het bedrag van de eigen bijdrage moet op de trajectprijs dan wel in mindering worden gebracht. In de Verordening Wet inburgering is dit verder uitgewerkt.

6.1.5 Marktwerking

Bij de WIN gold gedwongen winkelnering bij het ROC voor de inkoop van inburgeringstrajecten. Bij de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 is de gedwongen winkelnering bij het ROC afgeschaft. Overigens geldt nog wel gedwongen winkelnering bij het ROC voor alfabetiseringstrajecten voor inburgeraars die worden bekostigd vanuit de rijksbijdrage educatie en ook voor vervolgtrajecten die hieruit worden bekostigd. Het normbedrag voor openbare aanbestedingen ligt echter boven de € 200.000,00. Het bedrag dat in 2007 beschikbaar is voor de inkoop van trajecten voor uitkeringsgerechtigden bedraagt € 20.025,00 en het beschikbare bedrag voor overige inburgeraars bedraagt

€ 35.700,00.

 

Keuze 5:

Gezien de hoogte van de beschikbare bedragen en het feit dat voortrajecten en vervolgtrajecten ook bij het ROC moeten worden ingekocht, wordt voorgesteld om de inburgeringstrajecten ook in te kopen bij het ROC. Dit temeer daar het Mondriaan College al uitvoeringslocaties in Midden-Delfland heeft. Wel is het belangrijk om de trajectprijzen te blijven volgen bij de omliggende (grote) gemeenten die via openbare aanbesteding trajecten inkopen.

6.2 Gemeentelijke Organisatie

Voor de uitvoering van de verschillende taken die de gemeente heeft in het kader van de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 is het belangrijk om vast te stellen hoe deze het beste binnen de gemeentelijke organisatie kunnen worden belegd. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de verschillende taken die betrokken teams al uitvoeren in verband met aanpalende wet- en regelgeving.

6.2.1 Faciliterende taak en beleidsontwikkeling

Een van de belangrijkste taken die de gemeente heeft bij de uitvoering van de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 is de inkoop van inburgeringstrajecten. Via de inkoop kan in belangrijke mate worden gestuurd op de kwaliteit en de resultaten van de inburgering. Omdat de inkoop van de voortrajecten en de vervolgtrajecten vanuit de rijksbijdrage educatie al is ondergebracht bij het team Onderwijs, is het logisch om ook de inkoop vanuit de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 bij het team Onderwijs onder te brengen. Omdat beleidsontwikkeling en -evaluatie hiermee samenhangt, wordt dit ook ondergebracht bij het team Onderwijs. Voor beide taken (inkoop en beleidsontwikkeling) wordt nauw samengewerkt met het team Sociale Zaken.

6.2.2 Handhavende taak en begeleiding en registratie

Zoals hiervoor in dit hoofdstuk beschreven heeft de gemeente een aantal belangrijke taken op het gebied van de handhaving van de inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen. Deze taken sluiten goed aan bij de taken die het team Sociale Zaken al uitvoert in het kader van de WWB. Het is dan ook logisch om dit onder te brengen bij dit team. Ook de begeleiding van inburgeraars en de registratie van de voortgang van de trajecten zijn belangrijke taken die voortvloeien uit het aanbieden van een inburgeringsvoorziening. Ook deze aspecten kunnen goed door het team Sociale Zaken worden uitgevoerd.

 

Keuze 6:

Gemeenten krijgen voor het uitvoeren van de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 een normvergoeding, waaruit trajecten kunnen worden bekostigd en ook de overige kosten kunnen worden gedekt. Voorgesteld wordt om van de normbedragen 10% te reserveren voor de uitvoering van de handhaving, begeleiding en registratie door het team Sociale Zaken.

6.2.3 Informerende taak

Voor het uitvoeren van de informerende taak heeft de gemeente slecht een beperkt budget beschikbaar. Het is daarom verstandig om zoveel als mogelijk aan te sluiten bij de bestaande kanalen van informatieverstrekking richting inwoners van Midden-Delfland. In de publieksbalie van het gemeentehuis zal de door de IBG beschikbaar gestelde folder materiaal duidelijk herkenbaar aanwezig zijn. Verder zullen specifieke vragen over de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 worden behandeld door de klantmanagers van het team Sociale Zaken. Ook kan op basis van het BPI gerichte informatie worden verstuurd door het team Sociale Zaken. Verder zal in 2007 bekeken worden hoe de beperkte middelen nog kunnen aangewend om ook andere vormen van informatieverstrekking te benutten. De informatievoorziening aan inburgeraars zal periodiek worden geëvalueerd.

7. Financiën en resultaten inburgering

Het ministerie van Justitie heeft de bijdragen voor 2007 bekend gemaakt. Deze bedragen zijn indicatief en betreffen het voorschot voor het uitvoeren van de gemeentelijke taken op grond van de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007. De bijdragen worden bovendien pas achteraf vastgesteld op basis van de behaalde resultaten. Hieronder volgt een overzicht van de beschikbare middelen en de inzet hiervan. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen 2007 en 2008 tot en met 2010.

7.1 Begroting 2007

Informatie verstrekking:

Vast bedrag, niet prestatie afhankelijk: € 1.083,00.

 

Handhaving:

Voor de handhaving van nieuw- en oudkomers die inburgeringsplichtig zijn en geen voorziening krijgen aangeboden. Rijksbijdrage wordt achteraf vastgesteld op basis van gerealiseerde aantal handhavingsbeschikkingen. Voor 2007 tot en met 2009 geldt vanuit het Rijk een taakstelling van 3 oudkomers: € 1.164,00.

 

Faciliterende taak/inkoop trajecten:

Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen trajecten voor uitkeringsgerechtigden en overige trajecten. De rijksbekostiging is gebaseerd op de volgende normbedragen:

  • -

    Uitkeringsgerechtigden: € 4.005,00

  • -

    Overige inburgeraars: € 5.950,00

Van de normbedragen wordt 30% afgerekend op basis van het aantal gestarte trajecten en 70% op basis van deelname aan het inburgeringsexamen.

 

Beschikbare middelen worden in 2007 als volgt ingezet:

Inkoop trajecten:

  • -

    5 trajecten uitkeringsgerechtigden € 18.022,50

  • -

    6 trajecten overige inburgeraars € 32.130,00

  • -

    trajecten overgangsrecht € 12.000,00

sub totaal: € 62.152,50

Handhaving, registratie & begeleiding:

Voor handhaving, begeleiding en registratie is voor het team Sociale Zaken in 2007 beschikbaar o.b.v. 10% van de normvergoeding voor uitkeringsgerechtigden (5 trajecten) en overige inburgeraars ( 6 trajecten): € 5.572,50

totale kosten: € 67.725,00

Totale uitgaven: € 69.725,00

Totale Rijksbudget 2007: € 69.972,00

7.2 Begroting 2008 – 2010

De in de begroting 2008 – 2010 opgenomen bedragen zijn de bedragen per jaar.

 

Informatie verstrekking:

Vast bedrag, niet prestatie afhankelijk: € 542,00.

 

Handhaving:

Voor de handhaving van nieuw- en oudkomers die inburgeringsplichtig zijn en geen voorziening krijgen aangeboden. Rijksbijdrage wordt achteraf vastgesteld op basis van gerealiseerde aantal handhavingsbeschikkingen. Voor 2007 tot en met 2009 geldt vanuit het Rijk een taakstelling van 3 oudkomers: € 1.164,00.

 

Faciliterende taak/inkoop trajecten:

Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen trajecten voor uitkeringsgerechtigden en overige trajecten. De rijksbekostiging is gebaseerd op de volgende normbedragen:

  • -

    Uitkeringsgerechtigden: € 4.005,00

  • -

    Overige inburgeraars: € 5.950,00

Van de normbedragen wordt 30% afgerekend op basis van het aantal gestarte trajecten en 70% op basis van deelname aan het inburgeringsexamen.

 

Beschikbare middelen worden vanaf 2007 als volgt ingezet:

Inkoop trajecten:

  • -

    5 trajecten uitkeringsgerechtigden € 18.022,50

  • -

    9 trajecten overige inburgeraars € 48.195,00

sub totaal: € 66.217,50

Handhaving, registratie & begeleiding:

Voor handhaving, begeleiding en registratie is voor het team Sociale Zaken vanaf 2007 beschikbaar o.b.v. 10% van de normvergoeding voor uitkeringsgerechtigden (5 trajecten) en overige inburgeraars (9 trajecten): € 6.822,00

totale kosten: € 73.039,50

Totale uitgaven: € 73.581,50

Totale verwachte Rijksbudget per jaar 2008 - 2010: € 73.904,00

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 20 februari 2007.

 

De griffier, de voorzitter,

A. de Vos, A.J. Rodenburg

 

BIJLAGE 1: Afkortingen

BPI: Bestand Potentiële Inburgeringsplichtigen

EU: Europese Unie

EER: Europese Economische Ruimte

IBG: Informatie Beheer Groep

ISI: Informatie Systeem Inburgering

NT-2: Nederlands als tweede Taal

ROC: Regionaal Opleidings Centrum

UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

WAO: Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering

WAZ: Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen

WEB: Wet Educatie en Beroepsonderwijs

WGA: Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgehandicapten

WI: Wet Inburgering

WIN: Wet Inburgering Nieuwkomers

WW: Werkeloosheidswet

WWB: Wet Werk en Bijstand