Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lochem

Verordening Verrekening Bestuurlijke Boete bij Recidive

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLochem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Verrekening Bestuurlijke Boete bij Recidive
CiteertitelVerordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013 Lochem
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 8, 1e lid onder i
  2. Gemeentewet, art. 149
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-05-201301-01-201301-01-2015Nieuwe regeling

08-04-2013

Berkelbode, 8 mei 2013

2013-005422

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Verrekening Bestuurlijke Boete bij Recidive

De raad van de gemeente Lochem;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 maart 2013;

 

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel i, van de Wet werk en bijstand en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

gezien het besluit van het Dagelijks Bestuur van Het Plein van 19 december 2012 en het advies van de Cliëntenraad Het Plein van 17 december 2012;

 

B E S L U I T

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening Verrekening Bestuurlijke Boete bij Recidive

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

  • b.

    recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Wet werk en bijstand;

  • c.

    bezit: waarde van de bezittingen waarover belanghebbende of diens gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, met uitzondering van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Wet werk en bijstand;

  • d.

    verrekenen: verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, van de Wet werk en bijstand;

  • e.

    bestuur: het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling het Plein.

Hoofdstuk 2 Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive

Artikel 2 Verrekenen met beslagvrije voet bij voldoende bezit

  • 1.

    Indien het bezit van een belanghebbende ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het bestuur de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet.

  • 2.

    De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.

Artikel 3 Verrekenen bij geen of onvoldoende bezit

  • 1.

    Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het bestuur de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.

  • 2.

    Aansluitend op verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekent het bestuur de recidiveboete in de daarop volgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 3.

    Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de Wet werk en bijstand.

Artikel 4 Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet

In afwijking van de artikelen 2 en 3 verrekent het bestuur de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen indien:

  • a.

    aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in de artikelen 2 of 3, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin; of

  • b.

    anderszins sprake is van dringende redenen.

Artikel 5 Eerder opgelegde bestuurlijke boetes

De artikelen 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Wet werk en bijstand, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag van publicatie en werkt terug tot 1 januari 2013

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013 Lochem

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lochem op 8 april 2013.

De griffier,

De voorzitter,

J.P. Stegeman

F.J. Spekreijse