Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag Harderwijk 2013 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag Harderwijk 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De regeling is vervangen door de Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Harderwijk.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 27-11-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 08-12-2014 | Onbekend. | |
28-03-2013 | 01-01-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 28-02-2013 Het Kontakt, 20-03-2013 | 1.201.006 |
De raad van de gemeente Harderwijk;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 januari 2013
gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d, van de Wet werk en bijstand,overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan de in artikel 36, eerste lid, van de Wet werk en bijstand genoemde personenkring bij verordening te regelen
Verordening langdurigheidstoeslag Harderwijk 2013 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening langdurigheidstoeslag 2009
Hoofdstuk A. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.
Hoofdstuk B. Recht op langdurigheidstoeslag
Artikel 4. Langdurig laag inkomen
Aan de in artikel 36, eerste lid van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig laag inkomen is voldaan als gedurende de referteperiode het inkomen niet uitkomt boven 110 procent van de bijstandsnorm.
Artikel 5. Hoogte van de langdurigheidstoeslag
Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of 13, lid 1 van de wet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de aanvrager, afwijken van de bepalingen in deze verordening, als strikte toepassing van de verordening in specifieke situaties als onredelijk wordt ervaren