Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut gemeente Zutphen |
Citeertitel | Treasurystatuut gemeente Zutphen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De wijziging werkt terug tot en met 1 oktober 2011
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-04-2012 | 01-10-2011 | 01-01-2020 | Wijziging art. 3, art. 15, art. 16, art. 17 en art. 18 | 26-03-2012 Zutphense Koerier, 18 april 2012 | 77548 |
04-03-2010 | 01-10-2009 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 15-02-2010 Zutphense Koerier, 24-02-2010 | 9153 |
In de Wet financiering decentrale overheden (Fido) worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente (zorgvuldige/risicomijdende) en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. De Wet Fido definieert de treasuryfunctie daarbij als alle activiteiten die zich richten op:
Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op: de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.
De gemeente Zutphen onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Mede als gevolg van de Wet Fido wenst zij haar activiteiten op het gebied van treasury op een zo transparant en beheersbaar mogelijke wijze in te richten.
Hiervoor hanteert de gemeente twee instrumenten op het gebied van treasury: allereerst het onderhavige treasurystatuut. In dit treasurystatuut wordt de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van doelstellingen, randvoorwaarden en richtlijnen.
Het treasurystatuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. Naast het treasurystatuut zal de gemeente jaarlijks de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury weergegeven. Dit vindt plaats in de paragraaf financiering van de begroting en het jaarverslag.
Bij het opstellen van het treasurystatuut is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders in de Gemeentewet, Wet Fido en daarmee samenhangend de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden.
Teneinde de transparantie van het treasurystatuut te bevorderen is, voor zover dit relevant is, aansluiting gezocht bij de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgestelde “Handreiking Treasury”.
In het treasurystatuut worden allereerst het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente geformuleerd. Deze worden vervolgens geconcretiseerd voor de verschillende deelgebieden van treasury: risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer. Daarna worden de organisatorische randvoorwaarden van de treasuryfunctie geformuleerd. Daarbij ligt het accent op de eenduidigheid omtrent de verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Tot slot worden de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden.
Artikel 2. Algemene doelstellingen van de treasuryfunctie. 5
Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer 5
Artikel 4. Renterisicobeheer 6
Artikel 5. Kredietrisicobeheer 6
Artikel 6. Koersrisicobeheer 6
Artikel 7. Intern liquiditeitsrisicobeheer 7
Hoofdstuk 3 Gemeentefinanciering. 7
Artikel 9. Langlopende uitzettingen. 7
Artikel 11. In- en doorlenen van middelen. 8
Artikel 13. Geldstromenbeheer 8
Artikel 14. Saldo- en liquiditeitenbeheer 8
Hoofdstuk 5 Administratieve organisatie en interne controle. 9
Artikel 15. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle. 9
Artikel 16. Verantwoordelijkheden. 9
In dit artikel worden de belangrijkste begrippen gedefinieerd die met betrekking tottreasury relevant zijn.
Het treasurybeheer is de (beleids)uitvoering van de treasuryfunctie, binnen de kaders van het treasurystatuut. De beleidsuitvoering vindt zijn weerslag in specifieke beleidsplannen. De beleidsplannen en de realisatie daarvan komen aan de orde in de paragraaf financiering van achtereenvolgens de programmabegroting en de programmarekening.
Solvabiliteitsratio 0% Status die door een bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat (bijv. De Nederlandse Bank) aan het schuldpapier van een onderneming kan worden toegekend. Deze status houdt in dat een bank voor desbetreffende papier geen reserves (0%) hoeft aan te houden en wordt onder meer toegekend aan papier uitgegeven of gegarandeerd door (centrale) overheden. Het is de gemeente daarbij toegestaan om bij andere overheden geld uit te zetten, of om te beleggen in papier waaraan een overheidsgarantie is verbonden.
Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
De gemeente kan geldmiddelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;
Artikel 5. Kredietrisicobeheer
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:
Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:
Financiële ondernemingen die gevestigd zijn in een lidstaat van de EER (Europese Economische Ruimte) die ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door tenminste twee van de drie ratingbureaus: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA. De financiële ondernemingen kunnen voor henzelf of voor de door de financiële ondernemingen uitgegeven waardepapieren aantonen dat ze tenminste over een AA-minusrating beschikken, afgegeven door tenminste twee van de drie ratingbureaus. Bij uitzettingen van gelden voor een periode van minder dan drie maanden beschikken de financiële ondernemingen of de door de financiële ondernemingen uitgegeven waardepapieren tenminste over een A-rating afgegeven door twee van de drie ratingbureaus.
Tijdelijk overtollige gelden van aangetrokken leningen voor (project)financiering worden uitsluitend uitgezet bij de financiële onderneming waar deze leningen zijn aangegaan. Indien met een financiële onderneming een nettingsovereenkomst is afgesloten met betrekking tot het uitzetten van tijdelijk overtollige gelden van aangetrokken leningen voor projectfinanciering zijn voornoemde rating-voorwaarden (Artikel 2, eerste en tweede lid van de Ruddo) niet van toepassing.
De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito’s, commercial paper (CP), certificates of deposit (CD), obligaties, medium term notes (MTN) en garantieproducten;
Hoofdstuk 3 Gemeentefinanciering
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Artikel 9. Langlopende uitzettingen
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Het verstrekken van garanties kan onder de volgende voorwaarden worden gedaan:
De financiële gevolgen van de geldlening waarvoor garantie wordt verstrekt kunnen aantoonbaar binnen de exploitatie van de aanvrager worden opgevangen. Een begroting en meest recente jaarrekening dienen hiervoor te worden overlegd. Na garantieverlening dient jaarlijks een verklaring (bijvoorbeeld jaarrekening) te worden verstrekt waarin wordt aangetoond dat de exploitatie daadwerkelijk een sluitend karakter heeft en voldaan is aan de rente- en aflossingsverplichtingen.
Bij de treasuryfunctie gelden een aantal eisen en randvoorwaarden ten aanzien van derden met wie de gemeente relaties aangaat en/of onderhoudt. De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
Hoofdstuk 5 Administratieve organisatie en interne controle
Artikel 15. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.
Artikel 16 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
a) De bestuurlijke verantwoordelijkheden
b) De ambtelijke verantwoordelijkheden
In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.
Artikel 18. Informatievoorziening
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient ten minste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen: